België
Duitsland
Frankrijk
Steun aan de filmindustrie
Internationaal Filmfestival Berlijn 1956
Overzicht van het filmbedrijf
normalisatie-voorstellen aan diverse sub-commissies is op
gedragen. Deze commissies zullen te zijner tijd uitgewerkte
voorstellen via de ISO aan de verschillende landen ter
goedkeuring voorleggen.
Hoewel ter conferentie bleek, dat de standpunten van
de deskundigen der deelnemende landen in sommige op
zichten grote verschillen vertoonden in het bijzonder
konden de gedelegeerden van de Verenigde Staten zich
in menig geval niet verenigen met de visie van het
merendeel der Europese landen is toch in ieder geval
duidelijk tot uitdrukking gekomen, dat er dringend be
hoefte is aan internationale normalisatie op het gebied
van de film en wel speciaal voor wat betreft de nieuwe
projectie- en geluidssystemen.
Zodra te dezer zake definitieve voorstellen bekend zijn
zal daaraan in deze kolommen de nodige aandacht wor
den geschonken.
Einde Maart j.1. heeft het Ministerie van Economische
Zaken te Brussel de premiën bekend gemaakt, welke op
grond van het Koninklijk Besluit dd. 14 November 1952
betreffende de hulpverlening aan de Belgische filmnijver
heid over het jaar 1954 zijn uitgekeerd.
Zoals bekend worden deze premiën vastgesteld op een
bedrag gelijkwaardig aan een percentage van het bedrag
der belasting op de vertoningen door de Overheid ge
heven. Dit percentage bedraagt voor speelfilms 70, voor
documentaire en andere bijfilms 25 en voor de filmjour-
naals 5. Voor lange documentaire films (dat wil zeggen
meer dan 2000 m) geldt eenzelfde percentage als voor
speelfilms. Films, welke in opdracht van Rijk, provinciën,
gemeenten of parastatale organisaties zijn vervaardigd,
kunnen niet voor een premie in aanmerking komen.
Over 1954 werden volgende premiebedragen uitgekeerd,
lange speelfilms frs. 1.605.982 (ƒ123.339,42)
korte speelfilms frs. 648.024,33 49.768.27)
lange documentaire films
korte documentaire films frs. 447.064,19 34.334,53)
filmjournaals frs. 4,003.087,30 („307.437,10)
frs. 6.704.157,82 514.879,32)
Het toekennen van premiën aan producenten op grond
van het aandeel van hun films in de programmering der
bioscopen of zoals in andere landen van haar aan
deel in de recettes is een der middelen waarmede de Over
heid in bijna alle filmproducerende landen tracht de
continuïteit ie stimuleren. En hoe bescheiden deze steun
verlening bij onze Beneluxpartner ook is, zij schijnt niel
zonder resultaat. Immers de uitkeringen over 1954 liggen
vergeleken met die over 1953. het eerste jaar waarover
deze steunregeling werd toegepast, ruim 156.000 hoger,
wal dus zeggen wil, dat de productie in dat ene jaar
reeds is gestegen. Met belangstelling wordt daarom de
publicatie tegemoet gezien van de resultaten over 1955.
welke echter nog wel even op zich zal laten wachten.
Algemeen verwacht men. dat het Vle Internationale
Filmfestival van Berlijn, dat van 22 Juni tot 3 Juli zal
worden aehouden, de filmmanifestaties welke de vooraf
gaande jaren in deze stad werden georganiseerd in be
leken is zal overtreffen. Het karakter van dit festival heefl
thans een belangrijke wijziging ondergaan, nu met instem
ming van de Internationale Federatie van Verenigingen
van Filmproducenten besloten is, dat de deelnemende
films zullen mededingen naar prijzen, welke door een in
ternationale jury zullen worden toegekend. Naast deze
toekenning van prijzen door een jury, zullen zoals in
voorafgaande jaren de festivalbezoekers stemmen over
de films, welke hun het best bevallen zijn.
Er kan slechts deel worden genomen met normaalfilms,
welke na 30 April 1955 voltooid werden en in Duitsland
nog niet in première of bedrijfsvoorstelling of op enig
festival werden vertoond. Lange films moeten van Duitse
ondertitels worden voorzien, alsook korte films, hoewel
hij de laatste de ondertitels kunnen worden vervangen
door Duits commentaar. Films, welke kwetsend zijn voor
hel nationale gevoelen van enig land of in strijd zijn
met de doelstellingen van het festival, kunnen van ver
toning worden uitgesloten.
De beoordeling van de speelfilms gedurende het festival
geschiedt door een internationale, uit zeven leden bestaan
de, jury en die van de lange en korte documentaire en
culturele films door een internationale jury van vijf
personen.
De Ie verlenen onderscheidingen zijn:
de Gouden Beer van B e r 1 ij n voor a) de films,
welke door de jury's als de beste speelfilm, de beste lange
en de beste korte documentaire of culturele film beoor
deeld zijn en voor b) de films, welke als zodanig bij
stemming door het publiek worden aangewezen;
de Zilveren Beer v a n B e r 1 ij n voor ade. naar
hel oordeel van de jury voor de speelfilms, beste regie,
beste vrouwelijke en beste mannelijke rol en voor b) drie
verdere bijzondere prestaties op het gebied van de speel
film en de documentaire film.
Uiterlijk 10 Mei 1956 dient de landelijke aanmelding te
zijn geschied, terwijl uiterlijk 15 Mei de gebruikelijke
gegevens over de deelnemende films moeten zijn ingezon
den. De copieën moeten 30 Mei in handen zijn van hel
festival.
Als het waar is, dat de geschiedenis zich herhaalt, dan
geldt dit zeker voor de crises" in het Franse filmbedrijf,
welke met een bepaalde regelmaat schijnen voor te ko
men. Of zou men niet veeleer moeten zeggen, dat een
dergelijk onzekere situatie voor dit bedrijf tol de normale
omstandigheden behoort, waaronder het verplicht is te
Het is voor velen een raadsel hoe bijvoorbeeld de
Franse filmindustrie er in slaagt haar financieel even
wicht te bewaren. Anderen beweren kort en bondig, dal
er, althans voor de filmproductie, van enige reële ver
houding tussen kostprijs en verkoopprijs geen sprake is.
Zij wijzen er op. dat de oorzaak van deze verstoring in
hoofdzaak gelegen is in het te grote fiscale aandeel, het
welk de kostprijs onredelijk verhoogt en dat, zolang deze
factor niet in een meer reële zin wordt aangepast, er van
een gezonde economische basis voor een nationale Franse
filmproductie geen sprake kan zijn.
30