De eerste koninklijke filmvoorstelling
Wijzigingen in de filmprogrammering
mag zich voor de eerste maal in de koninklijke belang
stelling verheugen. Op 20 Augustus a.s. zullen de
Koningin en de Hertog van Edinburgh voor de eerste
keer een officiële festivalvoorstelling bijwonen.
In de filmbedrijven in onderscheiden landen wordt dit
jaar het diamanten jubileum herdacht van de eerste
commerciële filmvoorstelling. Een geheel bijzondere
datum was in de filmhistorie eveneens de 22ste Juli 1890,
toen de Britse filmpionier Rirt Acres voor de eerste maal
een filmvoorstelling gaf aan de Britse Koninklijke familie
en een grote groep vorstelijke gasten, waaronder onder
scheiden gekroonde hoofden.
Reeds in Januari 1896 had Birt Acres zijn „Kineopti-
con", een volwaardig filmprojectie-apparaat, aan de Royal
Photographic Society en de Photografic Club gedemon
streerd en zijn filmpjes kwamen te Londen ongeveer gelijk
met de Cinématographe Lumière in commerciële exploi
tatie.
Op 21 Juli 1896, toen de voorbereiding van de feeste
lijkheden welke ter gelegenheid van het huwelijk van
Prinses Maud en Prins Charles van Denemarken ide
latere Koning Haakon van Noorwegen) zouden worden
gegeven in volle gang was, nodigde Prins Edward van
Wales (later Koning Edward VII) Acres uit om zijn
vinding te demonstreren in Marlborough House ie
Londen. Deze demonstratie vond de volgende avond, 22
Juli. plaats voor 75 personen, allen leden van Europese
vorstenhuizen.
Het programma, bestaande uit 21 filmpjes, werd ver
toond op een scherm van 3,3 m x 2,4 m en verwierf de
warme bijval van het koninklijk gezelschap. Grote geest
drift veroorzaakten de opnamen van het bezoek, dat
Prinses Victoria en Prinses Maud op 27 Juni aan de ten
toonstelling te Cardiff hadden gebracht en vooral de
„reportage" van de Derby van 1896 waar „Persimmon",
het lievelingspaard van de Prins van Wales, de grote prijs
had gewonnen. Deze reportage van de Derby was de eerste
..kasmagneet" van het jonge Britse filmbedrijf en heeft
er. naar de filmhistorici verzekeren, veel toe bijgedragen
de „movies" in Engeland populair te maken.
De Prins van Wales complimenteerde Acres na afloop
met zijn uitvinding en herdoopte ten teken van zijn be
wondering de ..Kineopticon" in „Cinematoscope". Hij gaf
Acres voorts toestemming om de volgende dag. 2r> Juli
1896, in het koninklijk paleis zowel van de voorbereiding
als van de huwelijksceremonie al de opnamen te maken,
die hij maar wilde, een toestemming waarvan Acres een
dankbaar gebruik heeft weten te maken tot grote vreugde
van het Britse publiek.
Vóór de laatste wereldoorlog kwamen er maar uiterst
weinig buiten de Verenigde Staten en Engeland gepro
duceerde speelfilms voor commerciële vertoning in de
Britse bioscopen in aanmerking. Eerst na de oorlog leerde
het Britse publiek de continentale film pas goed kennen,
aanvankelijk de opkomende Italiaanse film. later ook de
producten van de Franse studio's. Door films als „Paisa",
„Rome open stad", „Sciuscia" en „Fietsendieven" maakte
het Britse publiek met een realisme kennis, dat voordien
in de theaters maar al te zelden was waargenomen. Het
leerde de oorlog nu op een andere manier zien, namelijk
door de ogen van de verdrukten, iets wat altijd aan het
Britse gemoed zal appelleren.
Dit was het begin van een geleidelijke ontsluiting van
het Engelse bioscooppubliek voor de „buitenlandse" film.
Voordien kwamen de bezoekers van de weinige bioscopen,
die continentale films vertoonden, de zogenaamde ,,spe-
cialised halls" het „specialised" placht niet zozeer op
de vertoonde programma's dan wel op het publiek be
trekking te hebben in hoofdzaak uit de kringen van de
liga's, nu echter toonde een groter publiek belangstelling,
een publiek dal niet weinig werd aangemoedigd door de
filmcritici. Gehele nieuwe groepen van bioscoopbezoekers
werden aangetrokken en daarmede begon ook het karakter
van de „specialised cinema" te veranderen. Maar niet
alleen de „specialised halls", ook de reprisetheaters.
welke ten gevolge van de massaverkoop van oude speel
films aan de televisie met een tekort aan product ie
kampen hadden, gingen er meer en meer toe over om
continentale films te vertonen, waaraan de critici in de
regel meer aandacht schonken dan aan het Amerikaanse
en Britse product. De groei van het continentale element
in de programmering van de reprisetheaters werd nog
bevorderd door de omstandigheid, dat de voordien ieder
seizoen terugkerende Amerikaanse re-issues de laatste
jaren geheel zijn verdwenen. En in navolging van de
„specialised halls" en de reprisetheaters begonnen ook
sommige navertoningstheaters continentale films als
tweede hoofdfilms in hun drie en een half uur durende
programma's op te nemen.
Groei van het aantal bioscopen dat buitenlandse
(niet-Amerikaanse) films vertoont
1951 1952 1953 1954 1955
Londen 50 115 133 189 218
Provincie 320 376 634 869 1200
Men kan nu wel zeggen, dat de continentale film nog
maar een klein deel van de Britse bioscoopexploitatie be
reikt, maar haar publiek groeit van jaar tot jaar, een
publiek dat blijkbaar niet altijd bevrediging vindt in de
programma's van de gewone theaters.
Het criterium of een film in Engeland „het doet" is
echter een roulement bij een van de grote concerns, die
tot voor kort uitsluitend Amerikaanse en Britse films
boekten. Een Amerikaanse film, welke niet in een derge
lijk roulement kan worden opgenomen, wordt in Engeland
als een „flop" beschouwd en een Britse film zou zonder
booking bij een dezer concerns zelfs niet geamortiseerd
kunnen worden. In de regel houden de concerns zich bij
de samenstelling van hun programma's zoveel als moge
lijk is aan films voor alle leeftijden. En aangezien de
continentale films naar Britse opvatting in de regel meer
voor volwassenen bestemd zijn. worden zij niet zo ge
makkelijk in een algemeen roulement opgenomen. Een
verdere handicap voor de continentale film is het feit,
dat Britse en Amerikaanse films behalve het voordeel van
haar verstaanbaarheid bovendien bij het Britse publiek
nog „star appeal" hebben, wat de continentale films tot
dusver niet hadden, al begint daarin ten gevolge van een
groeiende publiciteit verandering ie komen.
Maar ook deze, honderden grote bioscopen tellende,
concerns hebben tenslotte begrepen, dat er door de con
tinentale films nieuwe groepen van het publiek worden
aangetrokken. Zij zijn er daarom, zij het aanvankelijk
aarzelend, toe overgegaan opmerkelijke continentale films
in hun gewone exploitatie op te nemen en wel met veel
succes. Nu hiermede bewezen is, dat in den vervolge ook
goede continentale films in een algemeen roulement kun
nen worden opgenomen, zal dit voor de Europese film in
Groot-Brittannië nieuwe mogelijkheden openen.
18