Verenigde Stalen
Conventie van de bioscoopexploitanten
Openhartige critiek
Een Nederlandse ..Mqnachooi uit Izen
Brusses UNO film: JNTRODUC1NG
THE NETHERLANDS"
Britse maatschappijen met uitslui
tend Brits geld20 werd hoofd
zakelijk met Brits en gedeeltelijk met
Amerikaans geld geproduceerd:
31 werd vervaardigd door doch
termaatschappijen van leden van de
M.P.A. met geblokkeerde ponden,
terwijl van deze laatste films de
dollarontvangsten uit de Verenigde
Staten naar Engeland werden over
gemaakt.
Bovendien hebben de leden van de
M.P.A. 20 van alle sedert 1 April
1948 vervaardigde korte Britse films
gedistribueerd, waarvan 97.9 ge
produceerd is door Britse onderne
mingen met Brits geld. Sedert 1948 hebben de leden van
de M.P.A. meer dan £22.000.000 234.000.000.— be
taald als producentenaandeel in de opbrengst van Britse
films of geïnvesteerd in co-producties en de productie van
eigen Britse films.
De Britse films, welke door ieden van de M.P.A. in
het Verenigde Koninkrijk worden gedistribueerd, brengen
tegenwoordig 20 van alle filmhuren op, die voor
Britse films in het Verenigde Koninkrijk worden betaald
en ontvangen dientengevolge 20 van alle uitkeringen
uit het Eady-fonds. Hiervan wordt door de Amerikanen
62 geretourneerd aan de Britse producenten en co-pro
ducenten, wier films zij distribueren.
In de voorgaande gegevens zijn volgens bedoelde ver
klaring niet begrepen ..de talrijke films van de Rank-
organisalie. welke door de bij de M.P.A. aangesloten
maatschappijen gedurende de laatste acht jaren in de
Verenigde Staten of elders zijn gedistribueerd".
Veel aandacht is er in de internationale vakpers be
steed aan de deze herfst te New-York gehouden conventie
van de grootste organisatie der Amerikaanse bioscoop
exploitanten, de Theatre O w n e r s of America.
Deze conventie had een bijzonder karakter, omdat zij door
tal van vertegenwoordigers van buitenlandse zusterorga
nisaties werd bijgewoond de JNederlandsche Bioscoop-
Bond kon in verband met dringende werkzaamheden aan
de uitnodiging geen gevolg geven en vooral omdat in
alle openheid onderscheiden brandende vraagstukken
werden besproken, waarbij ook critiek op eigen beleid
niet werd gespaard. Haar grootste betekenis ontleenden
deze bijeenkomsten echter aan het feit. dat de door onder
scheiden sprekers aangesneden onderwerpen aanleiding
werden tot een reeks van beschouwingen en polemieken in
de vakpers en daardoor bijdroegen tot een beter inzicht
in de problemen, waarmede het filmbedrijf in de Ver
enigde Staten wordt geconfronteerd. Al moet de afwezig
heid van de ..major companies" betreurd worden, zij
heeft geen afbreuk vermogen te doen aan het belangwek
kende karakter van deze conventie en er veeleer toe bijge
dragen de in het Amerikaanse bedrijf bestaande tegen
stellingen tussen distributie en exploitatie nog eens in
een helder daglicht te stellen.
Bijzondere indruk maakten de redevoeringen van twee
op de voorgrond tredende exploitanten, namelijk Leonard
H. Goldenson en S. H. Fabian, die elk aan het hoofd
staan van een groot bioscoopconcern. Zij maakten het de
verzamelde exploitanten duidelijk, dat zich in de exploi
tatie van de bioscopen in de Verenigde Staten ingrijpende
wijzigingen voltrekken onder invloed van een complex
van economische factoren en van de televisie. Beide
sprekers w-aren optimistisch en gaven op ondubbelzinnige
wijze uitdrukking aan hun vertrouwen in de toekomst,
maar waarschuwden dat de bioscoopexploitatie niet in
haar huidige vorm zal blijven bestaan.
Voor outsiders was het misschien een verrassing, dat
de grondtoon van de redevoeringen niet een protesteren
tegen de televisie en de verkoop van duizenden speelfilms
aan dit medium was, maar wel een onafgebroken klacht
over een tekort aan product. In dit opzicht was deze
conventie niet anders dan de locale en algemene leden
vergaderingen van de Amerikaanse exploitantenorganisa
ties gedurende de laatste twee jaar. Exploitant na exploi
tant gaf bijtend commentaar op het tekort aan product.
Over de televisie werd nauwelijks gesproken.
Openhartige critiek werd geleverd op hedendaagse
verouderde exploitatiemethoden, op het feit dat vele
theaters niet meer aan de eisen van de moderne exploi
tatie voldoen, op de filmvertoningen in het algemeen,
waarbij inzonderheid het voor en tegen van doorlopende
voorstellingen en het brengen van meer dan een hoofdfilm
in eenzelfde programma, de zogenaamde ..doublé bill",
ter discussie kwam. enz. enz.
De heer Goldenson nam geen blad voor de mond toen
hij verklaarde dat zijn rond 600 bioscopen tellend con
cern, de American Broadcasting-Paramount Theatres, een
aantal bioscopen voor filmvertoning zal sluiten en aan
de betrokken gebouwen een andere bestemming zal geven.
Met deze vermindering van het aantal exploitaties be
oogt het concern een sanering van zijn positie in over
eenstemming met de huidige bedrijfsomstandigheden.
,,H et feit, dat aan dit alles ten grondslag
ligt", zo verklaarde spreker verder letterlijk, „is, dat
19