Opbrengst Kerstcollecte „Bio-Vacantieoord" Amerikaanse visie 209.772,65 f 162.215,51 De Xenon-lamp wet beschermhuls (Zeiss Ikon) ongeschikt aangezien in dat geval de xenonlamp onvol doende licht levert. Het is in dit verband wel interessant te vermelden wat het bekende Amerikaanse maandblad ..International Projectionist" in zijn Februarinummer over de xenonlamp schrijft. Men stelt allereerst vast, dat de koolbooglamp wat lichtproductie betreft verre superieur is aan de tot nu toe bestaande xenonlampen, zodat deze lampen alleen in kleine bioscopen toepassing kunnen vinden. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren, dat men in Amerika met zeer sterke lichtbronnen pleegt te werken en dus al spoedig over weinig licht spreekt wanneer er naar onze maatstaven sprake is van een lichtbron met een normale capaciteit. Verder wordt erop gewezen, dat het xenonlicht blauw achtig is en dat het lichtspectrum een grote intensiteit vertoont in het onzichtbare infrarode gebied. De daardoor veroorzaakte warmtestraling zou, volgens het Amerikaanse blad, bij toepassing van sterkere xenonlampen, zeker een probleem worden. Koolbooglicht geeft geen bijzonder sterke infra-rode straling, doch daarentegen meer (on zichtbaar) ultra-violet licht dan de xenonlamp. De bedrijfskosten zouden volgens International Projec tionist groter zijn dan die van een L.I.-booglamp en ongeveer gelijk aan het kleinste type H.I.-lamp. waarin positieve 7 mm koolspitsen worden gebruikt. Deze laatste lichtbron zou echter toch nog meer licht leveren. Bij gebrek aan voldoende vergelijkingsmateriaal laten wij deze mededeling uiteraard geheel voor rekening van genoemd vakblad. De jaarlijkse Kerstcollecte, welke van Vrijdag 21 De cember 1956 tot en met Donderdag 3 Januari 1957 is gehouden, is een groot succes geworden. De totale op brengst beliep namelijk 213.057,79, waarin begrepen f 581.09 aan ingewisseld vreemd geld en 2.704,05 aan ingewisselde oude munten en beschadigd bankpapier, tegen 165.385.25 in 1955-1956. een stijging van meer dan f 47.500,—. Ter vergelijking laten wij hier de cijfers volgen van de beide laatste collecten, betrekking hebbende op de opbrengst in drie grote gemeenten en de overige gemeen ten van het land: Amsterdam 's-Gravenhage Rotterdam Overige gemeenten 1956-1957 f 39.649,34 22.193,56 22.769,07 125.160,68 1955-1956 f 28.478,91. 15.252,12 18.185,86 100.298,62 De specificatie van het bedrag van de „Overige ge meenten" is als volgt: Afdeling Het Centrum Afdeling Het Zuiden Afdeling Het Oosten Afdeling Het Westen Afdeling Het Noorden 1956-1957 34.563.89 27.855,12 26.314.07 20.287,84 16.139.76 1955-1956 27.000,68 21.263,04 21.177,38 18.015,28 12.842.24 125.160,68 100.298.62 Dat deze collecte zulk een prachtig resultaat heeft op geleverd bewijst hoezeer het werk van de Stichting door de bioscoopbezoekers gewaardeerd wordt. Het Bestuur voelt zich daarom dankbaar gestemd, dat de Stichting, dank zij hun milddadigheid, in het lopende jaar haar zich uitbreidende charitatieve taak tot zegen van tal van kin deren zal kunnen blijven vervullen. Eveneens is het Bestuur er zich van bewust, dat deze grote opbrengst niet zonder de spontane medewerking van directies en personeel van de bioscopen had kunnen worden bereikt en het betuigt daarom zijn erkentelijkheid aan allen, die op deze wijze in zo belangrijke mate tot het welslagen van deze inzameling hebben bijgedragen. In het bijzonder dankt het College de dames, die zich ook ditmaal weer beschikbaar hebben gesteld voor het tijd rovende werk van het tellen van de inhoud der vele collectebussen. 23

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1957 | | pagina 23