Filmroorkeur als projectie
van beroepsafkeer
Het ludieke element in de film
Drs. Thoenes, verbonden aan het Sociologisch Insti
tuut te Leiden, illustreerde met een geestige anecdote hoe
de professionele opvoeders strekking- en voorstellings
wijze van het gemiddelde filmproduct niet in overeenstem
ming achten met hun culturele opvattingen. Deze afwijzen
de houding der officiële „cultuurbehoeders" heeft echter
weinig invloed op waardering en bezoekfrequentie van
het gemiddelde publiek. De recettes zijn het beste bewijs,
dat de film in een reële en sociale behoefte voorziet.
Van het grote filmpubliek, dat gevormd wordt door
57 van het Nederlandse volk vanaf 12 jaar, kan men
zeggen, dat het hoofdzakelijk bestaat uit arbeiden; en
loontrekkende middenstanders. De gemiddelde bioscoop
bezoeker staat oncritisch tegenover het gebodene. Van
wat hij gezien heeft, beklijft opvallend weinig. Men onder
gaat wel hevige emoties, men identificeert zich met de hel
den van het witte doek en ziet zijn dromen in vervulling
gaan. Bedrij fssociologen als Bednarik en Schelsky wezen
op het verband tussen uitoefening van beroep en bioscoop
bezoek, waarbij zij aantoonden, dat het ontbreken van een
bevredigende, niet over-gerationaliseerde beroepsvervul
ling, waar er nog de mogelijkheid bestaat zich uit te leven,
stimulerend werkt op het bioscoopbezoek.
Bij de opvoeding ligt nog al te zeer de nadruk op het
rationele, enkel op het beroepsleven afgestemde element
met verwaarlozing van aesthetische en emotionele waar
den. Zodoende is zij in belangrijke mate mede verantwoor
delijk voor het smaakniveau van het hedendaagse bio
scooppubliek.
De heer Thoenes meende, dat het inlassen van aestheti
sche vormingsuurtjes in het onderwijs ware toe te juichen,
maar dat de eigenlijke kwaal dieper zit: namelijk een
technisch geperfectionneerde samenleving vraagt om een
gespecialiseerde, technische scholing en om een arbeids
verdeling, die eenzijdige belangstelling in de hand werkt.
Wil men het daaruit gegroeide ontspanningstype wijzigen,
dan dient men onder andere het karakter der samen
leving te veranderen hetzij door terug te vallen op een
simpeler technisch niveau, hetzij door voort te schrijden
naar zulk een automatisering, welke aan opleiding en be
roep nog ruimte overlaten voor het inlassen van andere
activiteiten. We mogen, aldus spreker, hoogstens hopen
de techniek te overwinnen. Voor de professionele opvoe
ders is hier een taak weggelegd, namelijk om in de toe
komst op het juiste ogenblik iedere levenswaarde de haar
toekomende plaats te hergeven. Voor het elimineren van
de huidige filmwansmaak is daarmee echter geen oplos
sing op korte termijn gegeven. Mochten echter enkele op
voeders bereid zijn het filmvraagstuk met iets andere ogen
te bezien, dan zullen zij er ook toe komen, hun houding
te wijzigen en zich gaan instellen op de belangrijke moge
lijkheden welke het witte doek biedt.
Als derde spreker hield Dr. Knipping een boeiend
betoog. Twee wegen zijn er om de werkelijkheid en bel
leven van zijn chaotisch karakter te ontdoen.
Ten eerste door de weg van de ,,empireia" erva
ring), en door de ,,technè" kundigheid). Men bereikt
hiermee: kennis van onderdelen, van elementen, waaruit
de chaos bestaat. Vanuit dit begrip tracht men zich een
gebruiks- en denkorde op te bouwen, welke als het ware
een spiegel is van de natuur (een spiegel uit brokstukken)
met de mens als vormend centraal wezen. Spreker verwees
in dit verband naar de studie van Ernesto Grassi„Mythos
und Kunst" (Hamburg. 1957).
Ten tweede door de weg van de „poiêsis", van de schep
ping, van de samenvattende intuïtie. Tegenover het chaoti
sche universum sticht de mens zijn eigen wereld, een
schepping van hemzelf, de vrucht van geheel zijn stelling
neming ten opzichte van natuur en leven. Deze berust niet
louter op verstandelijke overweging, maar meer op zijn
gehele situatiebewustzijn. De mens schept zich aldus een
nieuwe wereld of werkelijkheid. Men noemt dit een ge
transponeerde of spel-werkelijkheid.
Aan hoge belangstelling heeft het in de Internationale Filmweek niet ontbroken. Links: de Italiaanse ambassadeur, Z.E. G. Markies
Benzoni (staande in het midden), begroet voor de aanvang der voorstelling de actrice Guiletta Masina (rechts) en de acteur Amadeo
Nazzari (links), de hoofdvertolkers van „Le Notti di Cabiria". Rechts: de ambassadeur van de Duitse Bondsrepubliek, Z.E.- Dr. H.
Mühlenfeld, in gesprek met Z.E. de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en mevr. Cals voor de voorstelling van,
„Rosé Bernd".