Toekomstmogelijkheden
van de bioscoop
af te lezen van de gezichten van de bezoekers, die blijkens
de bij deze publicatie afgedrukte foto een zitplaats had
den gekozen op de trappen van een van de ingangen van
het Raadhuis.
De tweede en laatste voorstelling werd vervolgens be
sloten met een gekleurde Cinemascopefilm over het leven
van de Eskimo's getiteld ..Hunting the Netchik"". welke
film wordt uitgebracht door de N.V. Netherlands Fox
Film Corporation. Des avonds om 11.30 uur stroomde liet
Burgemeester de Monchyplein tenslotte weer leeg.
Hoewel het steeds moeilijk is om op een groot terrein
aantallen bezoekers te schatten menen wij veilig te kun
nen aannemen, dat de voorstelling van Dinsdagavond ze
ker door 8 a 10.000 toeschouwers is bijgewoond en
niet zoals blijkbaar abusievelijk in een van de dagbladen
is vermeld enige honderden bezoekers en de voorstel
ling van Vrijdag door zeker 12 a 14.000 kijkers. Hierbij
moet in aanmerking worden genomen, dat niet alleen het
plein zelf rijkelijk gevuld was met belangstellenden maar
ook de aangrenzende zijstraten en de trappen van het
stadhuis, terwijl voorts vanuit het stadhuis talrijke ambte
naren de filmvertoningen hebben gadegeslagen. Het was
frappant om tijdens de voorstelling te zien hoe aan de ach
terzijde van het stadhuis het terrein van de voorstellin
gen was namelijk door de politie voor alle voertuigen op
ons verzoek taboe verklaard duizenden fietsen, brom
fietsen en talrijke auto's in rijen waren opgesteld, alsof
er een interland voetbalwedstrijd of een soortgelijk eve
nement gaande was. Helaas maakte de duisternis het on
mogelijk om hiervan een goede foto te vervaardigen.
De FH 99 projector, welke voor de openluchtvoomtellingen werd
gebezigd.
Resumerend kan worden geconstateerd, dat de open
luchtvoorstellingen een groot succes voor de organisatoren
en de verschillende medewerkers zijn geworden, hetgeen
ook wel blijkt uit de waarderende wijze waarop daarover
in talrijke perspublicaties is gesproken.
Op Dinsdag 20 Juni 1957 is door Dr. Ing. A. Jolzoff.
een Duits projectie-technisch expert, die verbonden is aan
de Frieseke Höpfner fabrieken, een voordracht gehou
den over het onderwerp: ..De toekomstmogelijkheden van
de bioscoop ten opzichte van de televisie
Hel heeft ons verwonderd, dat voor dit hoogst interes
sante onderwerp zo weinig belangstelling bestond van de
kant van de bedrij f sgenoten. Misschien, dat de hitte van
die dag velen ervan heeft weerhouden om naar het Ge
meentemuseum te komen.
Dr. Jotzoff gaf als zijn mening te kennen, dat het geen
zin heeft een nieuwe en levenskrachtige concurrent, die
televisie nu eenmaal is, zoveel mogelijk moeilijkheden in
de weg te leggen. Beter is het een bepaalde vorm van
samenwerking te zoeken, waardoor beide partijen gediend
zullen zijn.
De spreker vergeleek hierbij de huidige verhouding
tussen film en televisie met de vroegere verhouding tussen
gramofoonplaat en radio en constateerde, dat de gramo-
foonplatenindustrie. die aanvankelijk vreesde aan de
radio-omroep ten gronde te zullen gaan. door deze ge
vreesde concurrent juist een zeer sterke positie heeft ver
worven. Ten aanzien van de film voorzag Dr. Jotzoff een
soortgelijke ontwikkeling, mits een verstandige politiek
wordt gevoerd.
Hij stipte hierbij aan. dut de terugslag, welke de zeer
snelle ontwikkeling van de televisie in Amerika in den
beginne op het bioscoopbedrijf aldaar heeft uitgeoefend,
thans voorbij is, in zoverre, dat het bioscoopbedrijf zich
van de aanvankelijke verliezen heeft hersteld, in hoofd
zaak doordat het via verbetering van de outillage, door
perfecte technische verzorging van de voorstellingen en
door een goede programmering de aantrekkelijkheid van
het bioscoopbezoek heeft weten te verhogen. De bioscopen,
welke in dit opzicht ten achter zijn gebleven, hebben daar
entegen hun poorten definitief moeten sluiten.
Spreker legde er hierbij de nadruk op, dat de verbete
ringen natuurlijk niet enkel en alleen van de kant van de
bioscoopondernemer kunnen komen. Ook in de productie
sector dient ernaar te worden gestreefd, de kwaliteit van
de films, niet alleen uil artistiek, doch zeker ook uit tech
nisch oogpunt zo hoog mogelijk op te voeren. Dit dient
bij voorkeur op een zodanige wijze te geschieden, dat
daaruit voor de afnemers, zijnde de bioscoopexploitanten,
geen extra kosten voortvloeien.
Het bioscoopbedrijf verkeert ten opzichte van de tele
visie in de gunstige omstandigheid, dal de kwaliteit van
het filmbeeld bij de huidige stand van de techniek, verre
superieur is aan die van het kleine televisiebeeld. Dit be
treft zeker niet alleen de beeldgrootte en de beeldkwaliteit,
maar ook de veel grotere psychologische mogelijkheden,
welke de film heeft.
Dr. Jotzoff verduidelijkte zijn voordracht met diverse
voorbeelden van juiste en onjuiste toepassingen van de
38