„Verwilderde" jeugd en bioscoop
Enige tijd geleden heeft Dr. F. H. Glastra van Loon. psychiater en psycho
loog te 's-Gravenhage, voor de leden van de in vergadering verenigde contact-
houdende plaatselijke commissies van toezicht op de bioscopen in Nederland
een belangwekkende rede gehouden over enige aspecten van de tegenwoordige
,.jeugdverwildering".
De stof voor deze voordracht vond Dr. Glastra van Loon, naar hij mede
deelde, in enkele jeugdverschijnselen, welke zich in de herfst van het vorige
jaar in ons land voordeden. Met name worden hier bedoeld de ongeregeld
heden bij de zogenaamde Rock en Roll-dans, de film ,,Rock around the
clock", waarbij de jeugd, ook in ons land, zich overgaf aan een nieuwe dans
vorm en zich geweldig enthousiast betoonde, waarop weer relletjes volgden
in de plaatsen waar de film werd vertoond en ook daar waar zij niet werd
vertoond, echter niet in de grote steden. Hierna volgden de relletjes, meer in
het algemeen, na de algemene verontwaardiging over het Hongaarse drama,
welk jeugdverschijnsel echter niet met de bioscoop in verband stond.
„De titel van mijn voordracht is: „Ver
wilderde" jeugd en bioscoop", verklaarde
Dr. Glastra van Loon aan het begin van
zijn causerie, „waarbij het woord „verwil
derd" tussen aanhalingstekens is gesteld.
Ik wil beginnen te zeggen, dat dit „ver
wilderde" zeker niet slaat op het Rock
and Roll-verschijnsel op zichzelf, dus niet
op die algemene fascinatie van dat deel
van de jeugd, dat in de gelegenheid is
zich over te geven aan een soort dans, die
wij ouderen niet kennen. In mijn jeugd
was er naast wals en polka ook reeds de
cake-walk, waarop allerlei andere dansen
zijn gevolgd, eerst de diverse „steps", de
tango's etc, welke door de jeugd van te
genwoordig weer voor een groot deel zijn
vervangen door samba, rumba, boogie-
woogie etc. Ik beschouw dit echter geens
zins als een regressie- of degeneratiever-
schijnsel, het is een typisch jeugdverschijn
sel, waarbij vooral bewegingsdrang en
rhythme worden uitgeleefd. Iets anders en
meer gecompliceerd zijn zeer zeker de rel
letjes, die voor een deel toch ook zeer goed
verklaarbaar zijn. We zijn zo snel geneigd
de jeugd van tegenwoordig te critiseren en
daarbij het woord „uitspattingen" te ge
bruiken. We zeggen dat dit de vlegeljaren
zijn, als verklaring dezer relletjes, waar
aan ook meisjes meedoen we spreken
van bandeloosheid en uit de band springen
maar m.i. bewijst dit, dat we het nega
tieve van deze verschijnselen wel sterk op
de voorgrond stellen.
Het is mij opgevallen, dat deze woor
den zo gemakkelijk worden gebruikt. Na
tuurlijk kan de politie die rellen niet
goedvinden, maar er wordt zo weinig ge
daan aan het onderzoek naar de feiten en
factoren, die hieraan ten grondslag liggen,
noch heeft men ooit een psychologisch of
sociologisch onderzoek hiernaar ingesteld.
Aan de andere kant moeten we wel be
denken, dat deze twee takken van weten
schap nog jong zijn, we weten er nog niet
zo heel veel van. Het is merkwaardig, dat
er op de gehele wereld van die jeugduit-
barstingen zijn, waarvan we het ontstaan
niet weten. Ook is het merkwaardig, dat
juist de jeugd in Hongarije de leiding
van het verzet in handen heeft genomen.
Er moeten derhalve krachten schuilen bij
de jeugd, die een nader onderzoek de
moeite waard zijn, ook al zijn deze uitin
gen voor ons vaak een negatief verschijnsel.
Het Rock and Roll-verschijnsel treedt
vooral op bij de jeugd van 1418 jaar,
dus vooral in de puberteit. De puberteit is
een periode in ons leven, die evenals de
kleuterleeftijd, de grootste veranderingen
in de mens laten zien, zowel lichamelijk als
geestelijk. In deze tijd vindt er een proces
van omvorming plaats, van het kinderlijk
aanvaardende, geholpen willen worden,
raadvragend aan ouders enz. tot de groei
en de omvorming heeft plaats gehad van
de jongeling en de jongedochter tot vol
wassene.
Ik wil hier niet verder spreken over de
sexuele omvorming, die wel een geweldige
rol speelt, over de sexuele hormonen, die
van zo'n grote invloed zijn. Tenslotte zijn
er geheel andere dingen, die er wel mede
in 'verband staan, maar die we moeten
beschouwen als een groeiverschijnsel, licha
melijk en geestelijk.
Als U mij zoudt vragen wat dit groeiver
schijnsel is, zou ik U hierop geen direct
antwoord kunnen geven. We zien het bij
mensen en planten, maar hoe dit plaats
vindt, is een raadsel der natuur. In de
laatste jaren heb ik over de diepere onder
grond van dit verschijnsel veel gehoord en
gelezen. Een plantkundige begrijpt niet
waarom de planten zoveel kleuren en vor
men hebben. Ook de dieren die diep in
het slijk van de zee leven, hebben die
kleuren. Dit zijn de raadselen van het
leven, die we wel kunnen beschrijven maar
niet begrijpen.
Een van de typische verschijnselen van
het leven is de puberteit, dat is de drang,
de drift van het zich vervormende kind om
zich zelfstandig, zich los te maken van de
knellende banden, van de goede raad en
hulp ook en dan te worden tot een eigen
persoonlijkheid, waarbij hij in de aanvang
de grootste moeilijkheden ondervindt om
een geïntegreerde, een eenheid vormende,
harmonische persoonlijkheid te blijven.
Bij de jongen verloopt dit stormachtiger
dan bij het meisje. Dit is de Sturm und
Drangperiode, de tijd waarin vaak allerlei
hiaten optreden, waarin het kind tot een
negatieve instelling komt. Een bekend
psychiater, Charlotte Bühler heeft daarop
eerst gewezen, dat in de jaren van vooral
14 tot 16 dat noemde zij de negatieve
phase het kind negatief is ingesteld.
Het gaat in tegen iedere autoriteit, het
verzet zich, het wenst de opgelegde banden
niet te aanvaarden, het wordt eenzelvig en
de ouders maken zich vaak grote zorgen.
Ze kennen het kind niet meer, doch ook
het kind kent zichzelve niet. Het leefde in
een natuurlijke omgeving, waarin het ge
lukkig was. In de puberteit is het kind
<^ocfe 'n roll In de óenóatieperó
32