Nederlandse films in het buitenland
naliteit van de films en dergelijke problemen. De vraag
is echter van wie in de huidige situatie het initiatief voor
zulk een conferentie uit zou moeten gaan. Frankrijk wordt
weliswaar door sommigen als initiatiefnemer genoemd,
maar dit lijkt, gezien zijn ogenblikkelijke houding, niet
waarschijnlijk. Daar bovendien de huidige Franse wet tot
steun aan het filmbedrijf eerst per 31 December 1959
expireert, verwacht men dat dit complex van vraagstukken
door Frankrijk zeker niet vóór die tijd onder de aandacht
van de Europese Commissie zal worden gebracht. Volgens
berichten uit Angelsaksische bron zou daarentegen Dr.
Eitel Monaco, president van de Associazione Nationale
Industrie Cinematografiche ed Affini, verklaard hebben
dat Italië bereid is aan een dergelijke internationale con
ventie van exploitanten, verhuurders en producenten, deel
te nemen.
Ledenvergadering F.I.A.P.F.
Op 5 September j.1. hield de Internationale Federatie
van Verenigingen van Filmproducenten (Fédération Inter
nationale des Associations de Producteurs de Films) te
Venetië een buitengewone ledenvergadering, welke geheel
gewijd was aan de bestudering van de vraagstukken, welke
direct of indirect verband houden met de ontwikkeling
van de televisie. De Nederlandsche Bioscoop-Bond, die
bij de F.I.A.P.F. is aangesloten, was op deze vergadering
vertegenwoordigd door de heer C. S. Roem, Voorzitter
van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmprodu
centen.
Na de resultaten van een onderzoek naar de situatie in
de onderscheiden landen bestudeerd te hebben, kwam de
vergadering tot de volgende conclusies:
1. Het feit in aanmerking genomen, dat televisiever
toningen in de regel vrijgesteld zijn van fiscale heffingen
en zeer vaak van overheidszijde privileges genieten, be
vindt het filmbedrijf zich daarbij vergeleken in een wer
kelijk discriminerende positie, die indruist tegen het be
ginsel van fiscale gelijkheid. Sommige regeringen, zoals
die van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten hebben
zich hier rekenschap van gegeven en hebben dientenge
volge besloten de vermakelijkheidsbelasting op filmvoor
stellingen aanzienlijk te verlagen. Daarom beschouwt de
algemene ledenvergadering het voor het voortbestaan van
de cinematografie dringend en noodzakelijk, dat gelijk
waardige maatregelen ook in andere landen worden ge
troffen.
2. De artistieke, technische en industriële middelen,
waarover het filmbedrijf beschikt, maken liet mogelijk
films in speciaal daarvoor ingerichte theaters onder de
gunstigst denkbare omstandigheden te vertonen. Daaren
tegen doet het vertonen van bioscoopfilms in het bij
zonder van lange speelfilms door de televisie tenge
volge van de tekortkomingen van dit medium in grote
mate afbreuk aan de artistieke en technische waarde van
films en haar auteurs.
De algemene ledenvergadering was daarom unaniem
van oordeel, dat het voor het filmbedrijf noodzakelijk is
wegen en middelen te vinden om zijn belangen te ver
dedigen en in de landen, waar televisiemonopolies of
andere restrictieve practijken bestaan, toezicht uit te oefe
nen op het verlenen van opvoeringsrechten van bioscoop
films voor de televisie.
3. In aanmerking nemende, dat alle eventueel te tref
fen maatregelen de samenwerking van alle takken van
het bedrijf zou vereisen, beveelt de algemene leden-
30
vergadering de aangesloten organisaties in de betrokken
landen aan het vraagstuk zo spoedig mogelijk met de be
voegde verhuurders- en exploitantenorganisaties te be
spreken.
4. In verband met de internationale weerslag der met
de televisie samenhangende problemen, heeft de algemene
ledenvergadering besloten een internationale conferentie
voor te stellen van leidinggevende figuren uit iedere tak
van het filmbedrijf ter gemeenschappelijke bestudering
van de televisiekwesties, alsmede van al de voornaamste
en dringendste vraagstukken, waarmede het internationale
filmwezen op het ogenblik te kampen heeft.
Tijdens het in Juni j.1. gehouden filmfestival te Monte
video (Uruguay) verwierf de film „R e m b r a n d t.
schilder van de mens" van Bert Haanstra de
Grote Prijs in de categorie Culturele films. Dezelfde film
werd op 26 Augustus j.1. op het eerste Internationale
Filmfestival van Vancouver (Brit. Columbia) met een
eervolle vermelding onderscheiden.
De films „D e M o r g e n s t e r" van Charles Huguenot
van der Linden en „Surgical correction of
alrial septal defects under hypother-
m i a" van de Universitaire Filmdienst verwierven eervolle
vermeldingen. Bovendien werd de gehele Nederlandse
inzending geprezen voor haar bijzondere kwaliteit.
Op het in Melbourne (Australië) gehouden filmfestival,
waaraan door een en twintig landen werd deelgenomen.
werd de film „Een legervan gehouwen stee n"
van Theo van Haren Noman aangewezen als de beste
korte film van het festival.
Aan het Ile Internationale Festival van Journaalfilms
te Venetië, dat op 22 Augustus werd gehouden, werd
ditmaal door 19 journaals uit veertien landen deelgeno
men. Het Nederlands journaal van Polygoon-
Profilti, dat het vorige jaar de eerste prijs verwierf, werd
ook dit jaar beschouwd als een topprestatie door de jury,
die echter op grond van de usance om op een festival geen
twee jaar achtereen een eerste prijs aan dezelfde winnaar
toe te kennen besloot aan Polygoon-Profilti speciaal voor
deze gelegenheid een eervolle vermelding toe te kennen.
Bij de prijsuitreiking werd de desbetreffende oorkonde
onder luid applaus onmiddellijk na de eerste prijs uitge
reikt aan Mr. J. M. Landré, directeur van de N.V.
Polygoon.
In het juryrapport werd speciaal geroemd „het voort
durend hoge niveau" van het Polygoon-Profilti-journaal
en „de originaliteit en de levendigheid van de onderwer
pen en de journalistieke behandeling van de opnamen".
Aan het IXe Internationale Festival van Documentaire
Films te Venetië, dat de inleiding vormde tot het XlXe
Internationale Festival voor Speelfilms, werd deelgenomen
door Bert Haanstra's „Gl a s", de op de Berlinale met de
Zilveren Beer onderscheiden impressie van de Nederlandse
glasindustrie te Leerdam, en „Als het g e t ij ver
looptvan de N.V. Multifilm. Van de laatstge
noemde documentaire, welke gewijd is aan de bouw van
de Velser tunnel, schreef E. J. Verschueren het scenario,
terwijl Hattum Hoving de regie voerde; Charles Breyer.
Pim Heytman en anderen hanteerden de camera.
Tijdens het van 23 Augustus tot Zondag 14 September
te Edinburgh gehouden XII Internationale Filmfestival
werden vertoond de Nederlandse films„G 1 a s" van Bert
Haanstra, „A. B. C." (Aruba, Bonaire en Curagao) van