oJV
Gaarne wil ik de Nederlandsche Bioscoop-Bond
gelukwensen met zijn veertigjarig bestaan.
In de betrekkelijk nog jeugdige wereld van
de cinematografie is veertig jaar een respectabele
leeftijd.
Ik meen daarom dan ook, dat een woord
van buide op zijn plaats is voor de oprichters
van de Bond, die in 1918 reeds het belang van
samenwerking tussen de bioscoopexploitanten, de
filmverhuurders en de filmproducenten inzagen.
De opeenvolgende besturen en de leden van
de Bond hebben in de loop der jaren getracht
de snelle ontwikkeling van het filmwezen bij te
houden en ik meen, dat zij daarin voortreffelijk
zijn geslaagd.
Dat mede daardoor Amsterdam het centrum
van het Nederlandse filmwezen is geworden en
de mogelijkheid is geschapen om tot een regel
matige productie van speelfilms te komen, waar
voor hier immers een goede outillage aanwezig is,
stemt mij tot bijzondere voldoening.
Met genoegen spreek ik daarom de hoop uit,
dat de Bond nog vele jaren een bloeiend bestaan
zal blijven leiden.
De Burgemeester van Amsterdam.
(G. van Hall).