Mijne Heren,
Voor een waardige herdenking van het veertig-jarig bestaan van de Nederlandsche Bioscoop-Bond bestaat
alle reden.
Allereerst ter ere van de pioniers die destijds met overwinning van vele moeilijkheden het initiatief hebben
genomen tot in het leven roepen van de Bond. wijl zij tij dig het gevaar hebben begrepen van een sterk doorgevoerd
individualisme, het „chacun pour soi, chacun chez soi".
De film moge reeds omstreeks 1908 tot een industrie zijn uitgegroeid, in 1918 was zij nog ver verwijderd
van het tijdstip waarop zij zich duidelijk bewust werd van haar culturele en artistieke mogelijkheden die haar in
staat zouden stellen de nauwelijks verholen afwijzende houding van een geestelijke elite en van de heersende
klassen, in algemene waardering en bewondering te doen veranderen.
De oprichters van de Bond hebben door de stichting van een krachtig orgaan, dat ook uit juridisch oogpunt
bezien een bijzonder knap stuk werk is geweest, niet alleen in het belang van het filmbedrijf gehandeld, zij
hebben evenzeer een nationaal belang gediend, door er toe bij te dragen dat naast liet economisch aspect ook
een sociaal element en een erecode in het filmbedrijf werd verankerd.
„Ce qui fait une force, ce n'est pas seulement 1'intensité, c'est encore la direction".
Dit bekende woord van Barrès is in de levensgeschiedenis van de Nederlandsche Bioscoop-Bond geen ijdele
klank geweest. Een veeljarig persoonlijk contact met zijn opeenvolgende bestuursorganen heeft geleid tot mijn
gevoelens van oprechte waardering voor een organisatie waarop men in Nederland terecht trots kan zijn.
De Bond bestaat uit mensen en geen menselijk werk kan volmaakt zijn. Doch men moet wel een vreemdeling
in Jerusalem zijn om niet te erkennen dat het gemiddelde peil van het bioscoopprogramma en de inrichting der
bioscooptheaters in ons land iedere toets met het buitenland glansrijk kunnen weerstaan.
De opvatting van hen die beweren dat door de organisatie van de Nederlandsche Bioscoop-Bond bepaalde
culturele belangen van ons volk in het gedrang komen, acht ik dan ook veeleer de uitdrukking van een
bepaalde geestesgesteldheid dan een gefundeerde critiek.
Ik ben overtuigd, dat zolang de Bond op de ingeslagen weg zal kunnen blijven voortgaan hij met vertrouwen
de toekomst tegemoet mag zien.
Ik wens de jubilaris, die ik een warm hart toedraag, van harte geluk en nog vele jaren van zegenrijke
arbeid.
(D. Bijdendijk)
Voorzitter van de Centrale Commissie voor de
Filmkeuring
Dear Mr. Bosman.
My warmest congratulations to the Nederlandsche Bioscoop-Bond on their 40th anniversary.
In its unique position, representing exhibitors, producers and distributors, your organization has performed
an admirable service for the film industry of Holland.
Through the years the Bond of friendship and cooperation between the motion picture industry of the
United States and the Bioscoop-Bond has flourished. We look forward to a continuation of this cordial relationship
in the years ahead.
For all the members of the Motion Picture Export Association of Amarica our best wishes to all the
members of the Bioscoop-Bond on this 40th milestone in its long and successful history.
Sincerely yours,
(Eric Johnston)
President Motion Picture Association of America, Inc.