Hartelijke ontvangst bij de
Burgemeester van Amsterdam
welk ons zowel voor het koloniehuis „Russenduin" te
Bergen aan Zee dat sedert Januari 1957 bij onze Stichting
in eigen beheer werd genomen alsmede voor dit nieuwe
herstellingsoord van advies zou willen dienen.
Met grote voortvarendheid heeft Dr. Banning aan ons
verzoek gehoor gegeven en mocht het hem gelukken een
zeer deskundig College te vormen. De hierna genoemde
heren medici verklaarden zich bereid in deze Commissie
zitting te nemen: Dr. C. Banning; Prof. Dr. S. van Cre-
veld, Kinderarts te Amsterdam; Prof. Dr. J. H. de Haas,
Hoofd van de afdeling Gezondheidszorg van het Neder
landse Instituut voor Praeventieve Geneeskunde te Leiden
Prof. Dr. J. J. G. Prick, Neuroloog-Psychiater te Nijme-
men; S. Spijer, arts, Directeur van de Gemeentelijke Ge
neeskundige en Gezondheidsdienst te Rotterdam; E'. B.
Venema, Revalidatie-arts te Enschede; Mej. C. Cramer,
schoolarts te Haarlem, terwijl voorts de heer G. H. Vos Jr.,
de administrateur van onze Stichting, als secretaris aan
het College werd toegevoegd. Belangrijke adviezen
werden reeds door het College verstrekt en zal nog veel
arbeid in het verschiet liggen.
Voor de zo spontaan aangeboden belangeloze waarde
volle medewerking van genoemde Commissie betuig ik
hen namens mijn Bestuur onze hartgrondige dank. Nog
vele autoriteiten en instanties hebben met grote interesse
ons werk gesteund en bevorderd. Het zou praematuur zijn
nu reeds op dit tussenstation hierover een uitvoerig ver
slag te geven zodat ik zou willen volstaan met te zeggen
dat allen die op welke wijze ook bij de voorbereidingen
van dit grote werk betrokken zijn en geweest zijn zich
van onze grote erkentelijkheid overtuigd mogen weten.
Dames en Heren, het Bestuur onzer Stichting heeft mij
de eer geboden vandaag in het kader van het 40-jarig
jubileum van de Nederlandsche Bioscoop-Bondeen herden
kingsplaquette te mogen aanbrengen. Ik geef U de ver
zekering dat ik in de uitoefening van mijn dubbele func
tie, als Voorzitter onzer Sichting en van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond nimmer een opdracht heb gekregen die
mij met zoveel vreugde en voldoening heeft vervuld als
deze. Ik spreek daarbij tenslotte de hartgrondige wens uit
dat de verdere voltooiingswerken een alleszins voorspoe
dig verloop mogen hebben en dat wij U allen over onge
veer een jaar hier terug mogen zien ter bijwoning van
de glorieuze opening en ingebruikstelling van het Bio-
Herstellingsoord voor het minder valide kind."
Met een krachtig applaus onderstreepten de aanwezigen
deze wens, waarop de heer Miedema de specie aanbracht
en de herdenkingssteen plaatste, welke de inscriptie
draagt: „Ten teken van de innige verbondenheid van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond en de Stichting Bio-Vacan-
tieoord heeft Johannes Miedema. Voorzitter van de Bond
en van de Stichting deze steen aangebracht 2 October
1958".
De heer Ch. G. Matser, Burgemeester van Arnhem,
sprekende namens het Gemeentebestuur, wenste de Stich
ting van harte geluk met hetgeen zij hier heeft bereikt.
Wij twijfelen er niet aan, dat grote moeilijkheden over
wonnen moesten worden aleer met de bouw kon worden
begonnen en stemde van harte in met de door de Voor
zitter uitgesproken wens, dat de aanwezigen zich binnen
een jaar hier weer zouden mogen verzamelen om getuige
te zijn van de ingebruikneming van dit prachtige complex,
over welks totstandkoming het Gemeentebestuur zich
verheugt. Spreker verklaarde, dat het Stichtingsbestuur
zich verzekerd mag weten van de sympathie en de steun
van de stad Arnhem en gaf uiting aan zijn oprechte wens,
dat de innige verbondenheid tussen de Bond en de Stich
ting, waarvan de heer Miedema had gewaagd, zich ook
uit zou strekken tot de stad Arnhem, zodat er in plaats
van een tweeling een drieling zou zijn, waarvan het Be
stuur van de stad Arnhem gaarne het derde lid zou willen
zijn.
De heer G. W. J. Sanders, Directeur van de NV. Aan
nemingsbedrijf Sanders te Arnhem, bood de heer Miedema
daarop namens deze NV. een zilveren troffel met in
scriptie aan ter herinnering aan deze voor de Stichting zo
bijzondere gebeurtenis en gaf namens alle werkers, die
even hun arbeid hadden neergelegd om van deze plechtig
heid getuige te zijn, de verzekering, dat zij hun best zullen
doen om de bouw zo goed en zo spoedig mogelijk te vol
tooien.
De Bondsvoorzitter was kennelijk met deze attentie van
de zijde van de bouwer en zijn personeel ten zeerste inge
nomen, want hij zinspeelde in zijn dankwoord ten minste
op een extraatje, wat door de aanwezige werkers met
zichtbare tekenen van instemming werd begroet. De heer
Miedema prees de ijver en de goede geest, waarvan de
snel vorderende bouw getuigt en dankte alle aanwezigen
voor de belangstelling, welke zij in het werk der Stichting
hadden getoond.
Met een gezamenlijke rondgang over het bouwterrein
onder de deskundige leiding van de heren Oud en Becht-
hold werd deze eenvoudige maar hartverwarmende demon
stratie van de verknochtheid van het Nederlandse film
bedrijf aan zijn charitatief instituut, besloten.
Ter gelegenheid van het veertigjarig jubileum van de
Nederlandsche Bioscoop-Bond had de Burgemeester van
Amsterdam. Mr. G. van Hall, de leden van het Hoofd
bestuur en van andere bestuurscolleges te zijnen huize
uitgenodigd.
In de namiddag van Donderdag 2 October j.1. werden
de leden van het Hoofdbestuur, van de Besturen van de
Afdelingsraad, van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
en van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmpro
ducenten met hun dames door de Burgemeester en
mevrouw Van Hall op zeer hartelijke wijze ontvangen in
de Ambtswoning aan de Herengracht te Amsterdam.
Op ongedwongen wijze onderhielden de heer en
mevrouw Van Hall zich met hun gasten en tot veler ver
rassing bleek, dat Amsterdam's burgervader geen vreem
deling is in de wereld van de film, maar het internatio
nale filmwezen uit eigen ervaring kent.
Bij degenen, die het voorrecht hadden deze ontvangst
mee te maken, zal zij blijven voortleven als een van de
aangenaamste herinneringen uit de reeks van gebeurlijk-
heden, waarmede het Bondsjubileum werd herdacht.
De sympathieke geste van de Burgemeester is in de
kringen van het Nederlandse filmbedrijf beschouwd als
een grote eer en zeer in het bijzonder als een erkenning
van de band, die er tussen filmwezen, bedrijfsorganisatie
en de hoofdstad des lands bestaai.
28