Internationale filmfestivals
Voorbereiding uitreiking
van Oscars in April 1961
U.I.E.C. vergaderde te Milaan
De situatie op het gebied van de filmfestivals heeft een
punt van uitvoerige bespreking uitgemaakt op een verga
dering van het bestuur van de Internationale Fedexatie
van Filmproducentenverenigingen, welke vergadering eind
October in Londen heeft plaatsgevonden. Uitgaande van
de bezwaren, die met betrekking tot de waarde en het
grote aantal van de festivals naar voren zijn gebracht,
heeft de Federatie in overleg met de leiding van de ver
schillende festivals en met filmexportorganisaties naar
middelen gezocht om tot een gezondere situatie te geraken.
Men wil zoveel mogelijk trachten discriminerende maat
regelen te voorkomen.
Allereerst wil men proberen vast te stellen, in hoeverre
de verschillende festivals werden opgezet in overeenstem
ming met de bepalingen van de Brusselse overeenkomst
van de F.LA.P.F. Manifestaties, die niet aan de eisen blij
ken te hebben voldaan, zullen alleen dan nog door de
F.I.A.P.F. worden erkend, wanneer de waarborg wordt
gegeven, dat de misstanden niet meer zullen voorkomen.
Niettemin wil de F.I.A.P.F. de verschillende festivals
voor 1961 nog een kans geven, om te vermijden, dat
festivals, die reeds gedurende een lange periode van jaren
zijn gehouden, plotseling in moeilijkheden komen. In het
komende jaar zal daarom de nieuwe politiek ten aanzien
van de filmfestivals nog niet met volle strengheid wor
den toegepast.
De F.I.A.P.F. zal in 1961 overeenkomstig de Brus
selse besluiten slechts drie of ten hoogste vier festivals
met een wedstrijdkarakter erkennen. Op deze manifesta
ties van internationaal niveau mogen slechts films worden
vertoond, die nog niet buiten het land van oorsprong in
roulatie zijn gebracht.
Deze bepaling zal niet gelden voor een tweede categorie
van filmfestivals, die niettemin prijzen beschikbaar zul
len kunnen stellen en waarop ook de voorschriften van de
overeenkomst van Brussel van toepassing zullen zijn. De
deelneming aan deze festivals van de tweede categorie
blijft voor de ledenorganisaties van de F.I.A.P.F. open.
De nationale organisaties zullen echter wel de F.I.A.P.F.
op de hoogte moeten stellen van hun voornemen om aan
deze festivals deel te nemen. Op deze wijze kunnen de
organisatoren van de festivals en de F.I.A.P.F. tijdig een
indruk krijgen, in hoeverre het betreffende festival een
internationaal karakter draagt. De F.I.A.P.F. zal dan
steeds nagaan, of de reglementen van de festivals inder
daad overeenstemmen met de voorschriften van de over
eenkomst van Brussel.
De deelnemers aan de vergadering te Londen achtten
voorts een algemene verkorting van de festivals noodza
kelijk. Als grens van de duur van de festivals werd gesteld
een periode van ten hoogste twaalf dagen. Bovendien
werd verlangd, dat per dag niet meer dan twee films wor
den vertoond. Elk land mag met ten hoogste twee films
deelnemen.
De volgende zitting van het bestuur van de F.I.A.P.F.
zal worden gehouden in Zürich op 16 en 17 Februari.
Op 19 en 20 oktober is de Internationale Unie van Bio
scoopexploitanten in vergadering bijeengeweest. Deze
vergadering werd gehouden te Milaan bij gelegenheid van
de tweede internationale beurs voor speelfilms en docu
mentaires, de M.I.F.E.D. Tien Europese landen benevens
Israël hebben aan de vergadering deelgenomen. Het
Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond was
vertegenwoordigd door de Bondsvoorzitter, de heer Joh.
Miedema en door de Bondsdirecteur, de heer J. G. J.
Bosman.
De delegaties hebben zich uitvoerig bei aden op de
vraag, welke houding dient te worden aangenomen ten
)pzichte van de snelle en nog steeds \oortdurende tech
nische ontwikkeling op filmgebied, die niet gerirge finan
ciële vraagstukken schept voor de bioscoopexploitaties.
De Unie kwam tot de conclusie, dat een onmiddellijke
afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting in alle lan
den noodzakelijk is, wil de bioscoopexploitatie haar be
staan op een verantwoord economisch peil kunnen hand
haven.
De vergadering achtte het voorts noodzakelijk een be
roep op de producenten te doen om ook in de toekomst
films te blijven vervaardigen volgens de thans gebruike
lijke formaten en projectiesystemen, zoals 35 mm- en 70
mm-formaat, Cinemascope en dergelijke. Ook wilde men
er bij de producenten op aandringen de vervaardiging
van films met een a-morele strekking te voorkomen.
Van dit soort films verwacht het bioscoopbedrijf geen
heil.
De delegaties waren unaniem overtuigd van het nut
van de maatregelen, die in tal van landen vanwege het
film- en bioscoopbedrijf waren genomen om een zekere
controle uit te oefenen op de uitzending van speelfilms
door de televisie. De Unie oordeelde het raadzaam om
alle betrokken instanties in de aangesloten landen steeds
weer te wijzen op de vitale belangen van het bioscoopbe
drijf, die bij de uitzending van speelfilms door de tele
visie op het spel staan.
De vergadering besloot tot de instelling van een speciale
commissie, die zich bezig zal houden met de vraagstuk
ken, die een gevolg zijn van de totstandkoming van de
Europese Economische Gemeenschap. Nadrukkelijk werd
daarbij vastgelegd, dat alle organisaties, die bij de
U.I.E.C. zijn aangesloten, toegang zullen hebben tot de
verkzaamheden van deze commissie.
Tijdens de vergadering in Milaan vond een presidents
wisseling plaats. De voorzitter R. Theile uit West-Duits
land werd voor het verenigingsjaar 1960-1961 opgevolgd
door de Engelsman E. J. Hinge.
De Academy of Motion Picture Arts and Sciences te
Hollywood is weer begonnen met de voorbereidingen voor
de uitreiking van de Academy Film Awards, die algemene
bekendheid hebben verkregen onder de naam Oscars. De
Academy heeft inmiddels ieder land uitgenodigd om zijn
beste film aan te melden voor de Academy Foreign Lan-
guage Film Award, de Oscar voor de beste niet-Engels
sprekende film, die in April van het volgende jaar te
Hollywood zal worden uitgereikt.
Aan de film- en bioscooporganisaties in de verschillen
de landen zijn thans de voorwaarden toegezonden, waaraan
de inzendingen van films, die voor een Oscar in aanmer
king zouden kunnen komen, zullen moeten voldoen. De
Award, ook wel genoemd Academy Statuette, zal worden
toegekend aan de beste programmavullende film van ten
minste drieduizend voet, vervaardigd door een niet-Ameri-
kaanse maatschappij en met een niet-Engelse dialoog. De
film moet voor de eerste keer zijn uitgebracht in de periode
19