De pers en de bioscoopsluiting in Delft Electronisch huisorgel >oor Blo-Herstellingsoord De gehele Nederlandse pers heeft grote belangstelling aan de dag gelegd voor de moeilijkheden die in Delft zijn ontstaan tussen de exploitanten en het gemeentebestuur. Zij wijdde daaraan uitvoerige beschouwingen, die zich over het algemeen beperken tot een objectieve en duide lijke weergave van de door de exploitanten aangevoerde argumenten. Het verheugt ons in enige bladen ook een positief stand punt met betrekking tot dit conflict te zien vermeld. Zo schrijft onder andere de Delftse Courant onder de titel ..Film en fiscus": „Over de beslissing der Delftse bioscoopdirecties om hun theaters te sluiten moet men niet te licht denken. En wij kunnen ons helaas niet aan de indruk onttrekken, dat ■dit nogal eens gebeurt. Men redeneert dan in de enigszins neerbuigende trant van: ach, dat amusementsvak. Wij mo gen wel bekennen, dat wij de gevolgen van het voor on geveer 85 pet wegvallen der bioscoopvertoningen duchten. Nu spreken wij niet eens van de te verwachten trek naar Den Haag en de onvermijdelijke strop voor snackbars e.d. Het zal voornamelijk het „brommende" deel van de jeugd zijn dat naar Den Haag zal gaan. Het andere deel zal even wel in Delft blijven, in een zo goed als „drooggelegd" Delft, een stad die toch al niet uitmunt in avondlijke ge zelligheid. Maar dat is iets, waar sommige zeer voor het nozemvraagstuk beduchte gemeentelijke autoriteiten zich om mogen bekreunen. Een andere kwestie is: wie heeft er gelijk? De bioscoop exploitanten wijzen op het inderdaad malle feit, dat al leen Delft de exorbitant hoge vermakelijkheidsbelasting handhaaft. Het gemeentebestuur wijst, al even terecht, op het inconsequente van een besluit tot verlaging van een belasting op vermakelijkheden, terwijl andere belastingen juist omhoog gaan. Toch geloven wij, dat de bioscoopdi recteuren het recht hier aan hun zijde hebben en de ge meente niet. De vermakelijkheidsbelasting is een onding. Millioenen worden jaarlijks uitgegeven voor subsidies aan muziek, toneel, ballet en... film! Men breekt zich reeds het hoofd over de besteding van de vrije zaterdag. De vrijetijdsbesteding is nu al een probleem. Hoe kan men dan nog denigrerend spreken van „dat amusementsvak"? Het bioscoopbedrijf is, naast de voetbalwedstrijd, het belang rijkste publieke vermaak in ons land. Men heeft het daarom de plaats te geven die het verdient en de finan ciële armslag te laten die het nodig heeft om zijn niet te onderschatten dienende taak naar behoren uit te oefenen. Het bioscoopbedrijf is waarlijk geen kikker, waarvan geen veren vallen te plukken. Maar het is nu ook weer geen kalkoen waarop men niet uitgeplukt kan raken..." En Het Binnenhof: „Overleg is altijd te prefereren boven een staking. Maar de gemeente heeft de bioscoopexploitanten geen andere keuze gelaten. Na de verhoging in 1948 van 20 tot 35 pro cent, kwam het merendeel van de gemeenten reeds in 1955 terug op deze verhoging, nadat uit een door de accountantsdienst van het Ministerie van Economische Za ken ingesteld onderzoek naar de bedrijfsresultaten van het bioscoopbedrijf was gebleken, dat de motieven die in 1947 tot verhoging hadden geleid, toen niet meer golden. Dat was in 1955. Waarom heeft de gemeente Delft toen ook niet besloten tot herziening, temeer daar de regering toch liet weten, dat bij de vaststelling van uitkeringen uit het gemeentefonds met de eventuele vermindering van in komsten, die uit een verlaging van de vermakelijkheids belasting zou voortvloeien, rekening zou worden ge houden? Als de motieven tot de verhoging (in 1947) in 1955 reeds niet meer golden, dan vallen ze thans onder geen enkel beding meer te rechtvaardigen, nu het bioscoopbe drijf de terugslag ondervindt van nieuwe concurrerende vormen van amusement. Tijdens de begrotingsdebatten in November j.1. werd de kwestie van de te hoge vermakelijkheidsbelasting slechts even aangeroerd. De heer L. A. Weeber (K.V.P.) wees er B. en W. toen op, dat het onrechtvaardig zou zijn een verlaging tegen te houden, indien de betreffende belasting ver boven het landelijk gemiddelde lag. Het landelijk ge middelde is 22 procent; in Delft geldt 35 procent. We zouden zo zeggen, toch wel ver boven het landelijk ge middelde. Er werd tijdens de begrotingsdebatten nog een ander geluid gehoord. Het kwam van de P.v.d.A. „We moeten ons niet laten intimideren door de amusements- hoek". De kaarten liggen dus wel duidelijk op tafel. Momenteel hanteren B. en W. een in hun ogen sterk argument om verlaging van de vermakelijkheidsbe lasting tegen te houden. Om het begrotingstekort te be perken en om in aanmerking te komen voor een ver hoogde uitkering uit het gemeentefonds hebben zij de laatste maanden verschillende door de gemeente te hef fen belastingen verhoogd. Het zou dus, volgens B. en W.. absurd zijn op vermaak afgestemde belasting te verlagen. Maar B. en W. dienen er rekening mee te houden, dat de betreffende belastingen, zoals riool- en straatbelasting. redelijkerwijze verhoogd konden worden, aangezien zij in Delft in vergelijking met andere gemeenten aan de lage kant waren. Het was dus volkomen rechtvaardig. De bio scoopexploitanten aan het lijntje houden, is onrechtvaar dig". Het Bio-Herstellingsoord voor Minder-Valide kinderen te Arnhem heeft op donderdag 12 januari een zeer bijzon der geschenk gekregen, namelijk een electronisch huis orgel. Het orgel werd aan de Voorzitter van de Stichting Bio-Vacantieoord, de heer Joh. Miedema, aangeboden door de ontwerper, de orgelconstructeur Hans Versteegt uit Bodegraven. Het ontwerpen en ontwikkelen van het orgel heeft de heer Versteegt ongeveer tien jaren experimenteren ge kost. Hij begon daarmee toen hij als machinist op de Bijn voer. De heer Versteegt werkte zijn idee verder uit in de tijd, dat hij als beheerder van het gezellenhuis van de Staatsmijnen te Geleen en later als beheerder van de ma ch inistenschool te Ede werkzaam was. Nadat hij een onder neming had gevonden, die het orgel in serie wilde gaan ver vaardigen, werkte de heer Versteegt er geruime tijd zelfs vrijwel dag en nacht aan. Het electronisch huisorgel, dat zestig toetsen telt, is bestemd om de plaats in te nemen van het harmonium. Het bevat 22 registers, die afzonderlijk door een inge bouwde luidspreker klinken en voor elke toon is er een aparte schakeling. Het volume is op diverse sterkten in stelbaar. Namens het Bestuur van de Stichting Bio-Vakantieoord heeft de heer Miedema het geschenk in grote dankbaar heid aanvaard. 12

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1961 | | pagina 13