Jaarlijkse Ledenvergadering
Openingsrede Bondsvoorzitter
Zij, die heengingen
Reclamecampagne
De Nederlandsche Bioscoop-Bond heeft op maandag 10
april in de Casino Schouwburg te 's-Hertogenbosch zijn
jaarlijkse algemene ledenvergadering gehouden. De ver
gadering waarvoor grote belangstelling bestond: 339
zaken waren vertegenwoordigd had in sterke mate het
karakter van een feestelijke bijeenkomst dank zij het feit.
dat het bestuur van de Afdeling Het Zuiden de gelegen
heid had aangegrepen om het dertigjarig bestaan van de
Afdeling te vieren.
Reeds in de ochtenduren waren zeer veel bedrijfsgeno-
ten naar 's-Hertogenbosch gekomen om deel te nemen aan
de geanimeerde ontvangst, die het Afdelingsbestuur in de
zalen van het Casino had georganiseerd. Na de ontvangst
was er een voortreffelijk koud buffet, dat de prettige sfeer
nog aanzienlijk verhoogde.
Omtreeks half drie opende de voorzitter van de Neder
landsche Bioscoop-Bond, de heer Joh. Miedema uit Sneek,
de jaarlijkse ledenvergadering. In zijn openingsrede ver
klaarde de Bondsvoorzitter, om drieërlei reden verheugd te
zijn de leden welkom te kunnen heten. In de eerste plaats,
omdat de vergadering plaatsvindt in de goede stad Den
Bosch, met haar eerbiedwaardige historie en haar rijkdom
aan schone gebouwen. Den Bosch is zeker geen stad,
die alleen teert op haar verleden. Zij is springlevend, de-
tuige haar onstuimige ontwikkeling van de laatste jaren.
Het is ook de stad van onze goede leden, de heren Mar-
tens en Top, van wier prestaties op het gebied van het
culturele bedrijf bioscoop, toneel, kleinkunst en
carnaval zo'n goede roep uitgaat.
Een andere reden om verheugd te zijn vond de heer
Miedema in het feit. dat de Afdeling Het Zuiden haar
uitgestelde dertigjarig jubileum viert; hij hoopte later
op de dag gelegenheid te vinden om de Zuidelijke Afde
ling met haar jubileum geluk te wensen.
En tenslotte verheugt het mij, aldus de Bondsvoorzitter,
dat de jaarlijkse ledenvergadering plaatsvindt, omdat het
Hoofdbestuur daardoor kan voldoen aan zijn statutaire
plicht om verslag uit te brengen van zijn werkzaamheden
in het afgelopen jaar en zich met de leden kan bezinnen
over de gang van zaken in de organisatie en de toekomst
van het bedrijf.
Alvorens hierop dieper in te gaan verzocht de heer Mie
dema de aanwezigen zich van hun zetels te verheffen en
met hem enige ogenblikken stilte in acht te nemen om de
bedrijfsgenoten te herdenken, die sedert de vorige leden
vergadering aan de Bond zijn ontvallen: Th. Desmet,
exploitant van het City Theater te GeldropW. A. van
Dun, vroeger exploitant van enige bioscopen te Tilburg;
ds. K. O. Finkensieper, president-directeur van de Ver
eniging „De Heldring Gestichten", exploitanten van de
bioscoop 't Trefpunt te Zetten; A. de Hoop. exploitant van
het Novum Theater te Bussum en het filmverhuurkantoor
Munt Film te Amsterdam; A. H. der Kinderen, exploitant
van de bioscoop Biobest te Best; Leo Marlens, lid van de
Firma Martens en Top te 's-HertogenboschP. L. Ooms,
vroeger directeur van D.L.S.-Film Holland N.V. te Am
sterdam; mevrouw A. Pen-Nijk. exploitante van het Texels
Bioscooptheater in Den Burg; mevrouw H. S. Snethlage-
Bunk, firmante van de Firma Minerva Theater te Apel
doorn; A. C. Ch. Top, firmant van de Firma Martens en
Top te 's-Hertogenbosch; A. H. L. Zumdick, exploitant
van het Royal Theater Irene te Venlo en mevrouw D.
Desmet, directrice van het Palace Theater te Haarlem.
Vervolgens sprekende over het jaarverslag merkte de
Bondsvoorzitter op, zich bij de inhoud daarvan gaarne
aan te sluiten. Enige aangelegenheden, die naar zijn me
ning bijzondere betekenis hebben, stelde de heer Miedema
nog in het licht.
De goede cijfers over het laatste trimester van 1960
hebben ons weer een straaltje hoop gegeven. In het begin
van 1961 waren de bedrijfsuitkomsten echter weer wat
minder goed. De netto-recettes over de eerste twaalf weken
van het jaar vertonen landelijk een teruggang van onge
veer 2,5 procent. Hoewel hieruit voor het gehele jaar wei
nig te zeggen valt, moeten wij er nochtans rekening mee
houden, dat het bedrijf zeker geen gemakkelijke tijd tege
moet gaat.
Ondanks de huidige moeilijkheden hebben vele leden
door het vernieuwen van hun bedrijven of door andere
activiteiten het bedrijf in het afgelopen jaar in menig op
zicht tot verdere ontwikkeling gebracht. Voor deze presta
ties bracht de Bondsvoorzitter hun gaarne hulde. In alle
bescheidenheid mag het Hoofdbestuur erop wijzen, dat
ook de organisatie aan deze ontwikkeling haar deel heeft
bijgedragen. Alle colleges en diensten in de Bond hebben
in 1960 haar werkzaamheden krachtig voortgezet en uit
gebreid.
In het bijzonder, aldus de heer Miedema. denk ik daar
bij aan onze reclamecampagne, die dank zij het votum
van de vorige jaarvergadering tot stand is gekomen. Het
is nog veel te vroeg om te kunnen uitmaken, in hoeverre
deze campagne vruchten zal afwerpen. Te constateren valt
slechts, dat onze campagne een goede pers heeft en dat zij
bij het publiek goed is aangeslagen. Ongetwijfeld heeft
zij ook grote betekenis als aanvulling op de individuele
reclame van de leden.
Wegens de beperkte geldmiddelen kan de campagne
misschien niet de omvang krijgen, die wij er graag aan
gegeven zouden hebben. Bij de hervatting van de cam
pagne in het najaar zal zo mogelijk naar grotere intensi
teit van de plaatsing der annonces worden gestreefd. In
dit verband wilde de Bondsvoorzitter het stelsel der ge
schenkbonnen niet onvermeld laten. De omzet van deze
bonnen is in dit jaar meer dan verdubbeld, vergeleken
met dezelfde periode van 1960. Dit bewijst, dat het stelsel
in een behoefte van het publiek voorziet. Met het oog op
de propagandistische waarde ervan deed de Bondsvoorzit
ter een beroep op de leden om de verkoop van de bonnen
krachtig te stimuleren.
Met de actie tegen de vermakelijkheidsbelasting is het
vorig jaar een nieuwe richting ingeslagen, hoewel wij nog
doende zijn met het liquideren van de abnormale tarieven,
die in enige gemeenten worden gehandhaafd. In het jaar
verslag is daarover reeds het nodige vermeld. In dit ver
band noemde de heer Miedema Delft, waar de leden
bioscoopexploitanten genoodzaakt waren een sluitingsactie
te voeren, waarbij zij zich van de volle steun van het Hoofd
bestuur verzekerd wisten.
76