De vertoningsweek
Voortaan begint de vertoningsweek in de drie groot
ste steden op donderdag in plaats van op vrijdag. Hier
mede is een eind gekomen aan een veertigjarige gewoonte,
die zelfs in de reglementen van de organisatie verankerd
is. zij het met behoud van ieders vrijheid hiervan bij uijze
van overeenkomst af te wijken. Zoals het meer gaat met
gewoonten had niemand zich in de loop der jaren haar
ontstaan en vorming gerealiseerd. Toch lagen zij voor de
hand in de spitsuren van het bioscoopbezoek tijdens het
weekeinde. Ook in de voorbije periode, toen het film- en
bioscoopbedrijf in het ontspanningsleven nog geringe
concurrentie ondervond, steeg de curve van het bezoek
cijfer immers op vrijdag om op zaterdag en zondag steil
omhoog te schieten en 's maandags, behoudens ingeval
van buitengewoon succes, op zijn oorspronkelijke stand
terug te vallen, een stand die weliswaar van dag tot dag
kon fluctueren, maar het in betekenis niet haalde bij het
slot van de week.
Intussen hebben zich ingrijpende veranderingen voor
gedaan. In de eerste plaats zijn de visuele mogelijkheden
niet meer beperkt tot de bioscoop, maar door de electro-
nica bij wijze van spreken in zakformaat tot de huiskamer
doorgedrongen. En hoewel het zien van film in een bio
scoop weinig van doen heeft met het kijken naar een tele
visieprogramma, oefent genoemde verstrooiing nochtans
een grote invloed uit op de vrijetijdsbesteding, welke
vooral in ons klimaat repercussies in de uitgaansgewoon-
ten met zich brengt, repercussies, die niet alleen de be-
zoeksfrequentie in onze zaken in algemene zin verminde
ren, maar ook het dagelijks verloop van de bezoekerscurve
minder stabiel maken, haar onderlinge verhouding ingrij
pend wijzigen zelfs.
In de tweede plaats zijn de verplaatsingsmogelijkheden
van het publiek niet meer zoals voorheen beperkt tot de
naaste omgeving, maar door de motorisering uitgebreid
tot ongekende afstanden. Deze verkeersontwikkeling heeft
uiteraard nog minder dan de televisie van doen met het
zien van films in de bioscoop, maar des te meer met de
besteding van de vrije tijd. Zij is dus van invloed op de
uitgaansgewoonten en maakt mede door de ongewisse
weersomstandigheden de ervaringsgegevens in ons bedrijf
met belrekking tot de bezoeksfrequentie op weekends op
zijn minst labiel.
Nu is er dit jaar door de invoering van de vrije zater
dag een derde factor bij gekomen, die het publiek als het
ware uit de tijdnood helpt, waarin het met de besteding
van zijn vrije uren was geraakt door de toevloed van
ontspanningsmedia. De ervaring met de besteding van de
nieuw gewonnen vrije tijd is te gering om er een oordeel
over te hebben. Een ding staat echter vast. In de grote
steden heeft de vrijdagavond voor het uitgaan een nieuwe
betekenis gekregen door het vooruitzicht van de vrije za
terdagmorgen. Men zou kunnen zeggen, dat deze avond
als het ware aan de zaterdagavond is toegevoegd. Uit de
schaarse gegevens, die nog ter beschikking staan, meen
den de grote première theaters reeds te mogen opmaken.
dat de frequentie op vrijdag toeneemt. In hoeverre dit
winst is dan wel ten koste gaat van het weekend moet
worden afgewacht. Maar het was rechtlijnig geredeneerd
toen men concludeerde, dat dan ook de donderdag voort
aan een andere functie in het weekprogramma zou moe
ten gaan innemen dan voorheen. In plaats van een afslui
ting te zijn zou deze dag dezelfde inleidende functie in
het weekprogramma moeten uitoefenen als vroeger de
vrijdag, met als resultaat het attractieve element van de
première, dat deze dag wederom zou kunnen activeren.
De gedachtengang is duidelijk. De filmbelangstelling
van het publiek dient gestimuleerd te worden nu het grotere
belangstelling zou kunnen opbrengen. De spreiding van
het programma in de riebting van de al dan niet latente
149