De Nederlandse jeugdspeelfilm
In vele bioscopen in ons land hebben de speciale jeugd
voorstellingen, die doorgaans plaats vinden op woensdag
middag, zaterdagmiddag, zondagochtend of zondagmid
dag, zo langzamerhand een vaste plaats op het program
ma gekregen. Vooral in de vakantietijd vinden talloze
van dergelijke voorstellingen plaats. Hoewel de activiteit
van de bioscopen op dit gebied zeer verschillend is, is zij
in het algemeen toch bijzonder groot. De indruk bestaat
dan ook, dat het aantal van deze voorstellingen nog steeds
toeneemt.
Ons land telt op het ogenblik ongeveer honderd bio
scopen, waar elke week een of meer openbare filmvoor
stellingen voor kinderen worden gegeven. Daarnaast zijn
er nog ongeveer vijftig bioscopen, waar niet elke week
maar toch wel regelmatig of alleen in bepaalde maanden
een of meermalen per week speciale jeugdvoorstellingen
worden verzorgd. In de uitgesproken vakantiemaanden
geven zelfs ongeveer tweehonderd bioscopen speciale
jeugdvoorstellingen.
Uiteraard plaatst de verzorging van de jeugdvoorstel
lingen vele bioscoopexploitanten voor speciale moeilijk
heden. Het kiezen van geschikte films vereist nu eenmaal
veel zorg. De te vertonen films dienen te voldoen aan
zekere pedagogische eisen, maar bovendien moeten de
voorstellingen ook vanuit commercieel oogpunt interessant
zijn. De ervaring heeft echter geleerd, dat wanneer men
de programmering met een grote mate van zorgvuldigheid
voorbereidt, in het algemeen met de jeugdvoorstellingen
zeer goede resultaten kunnen worden bereikt.
Blijkens de opgedane ervaringen gaat de belangstelling
van de jeugd in het bijzonder uit naar actiefilms met een
in het Nederlands gesproken tekst. Het behoeft daarom
geen verbazing te wekken, dat de Nederlandse jeugdspeel-
films van H. van der Linden's Rex Film te Schinnen in
Limburg zowel bij de jeugd als bij de bioscoopexploitan
ten, die jeugdvoorstellingen organiseren, hoog staan aan
geschreven.
Het is nu al weer bijna tien jaar geleden, dat de jonge
Limburgse filmer H. J. van der Linden met de produktie
van jeugdfilms begon en in die periode heeft hij een
indrukwekkend aantal films op zijn naam gebracht. Ne
gen Nederlandse jeugdspeelfilms zijn reeds vervaardigd en
daarvan draaien er elke week wel één of meer in de
Nederlandse bioscopen. Oorspronkelijk opgezet als een
vorm van liefhebberij is het filmen inmiddels tot de
voornaamste beroepsbezigheid van de heer Van der Lin
den uitgegroeid: vorig jaar kwamen twee jeugdspeelfilms
van zijn hand gereed en ook dit jaar staan twee jeugd
films op het programma.
De heer Van der Linden begon zijn loopbaan in het
Nederlandse film- en bioscoopbedrijf in het theater van
zijn vader in Hoensbroek in Limburg. Daarnaast was hij
belast met de zorg voor een reisbioscoop, die in ver
schillende plaatsen in Limburg op gezette tijden filmvoor
stellingen gaf: 's avonds voor ouderen en in de namiddag
voor de kinderen.
In deze laatste activiteit werd de heer Van der Linden
voortdurend geconfronteerd met het moeilijke probleem
van de keuze van geschikte jeugdfilms en dat bracht hem
op het idee om zelf een bescheiden jeugdfilmproduktie op
touw te gaan zetten. De eerste film was een experiment
op smalfilmmateriaal. Het was een stomme film; het ge
luid werd door middel van een bandapparaat voortge
bracht. Maar de resultaten waren boven verwachting en
dat leidde tot een grondiger opzet van de zaak.
In 1953 kwam de eerste jeugdspeelfilm op normaal-
film-formaat tot stand: „Drie jongens en een hond", een
film, die ook nu nog regelmatig in bioscopen in alle delen
van het land in vertoning wordt gebracht. Sindsdien is
de produktie onder de naam Rex Film gestadig voort
gezet.
De stof voor zijn films ontleent de heer Van der Linden
aan figuren uit bekende kinderboeken, maar vaak ook
schrijft hij de avontuurlijke verhalen, die aan zijn films
ten grondslag liggen, geheel zelf. Hij richt zich daarbij
tot de lagere schooljeugd, dat wil zeggen in ruwe trekken
tot de groep van acht tot veertien jaar. De grote belang
stelling, die zijn films van de zijde van de schooljeugd
ondervinden, heeft inmiddels overduidelijk aangetoond,
dat de Limburgse cineast met zijn werk in een grote be
hoefte voorziet.
Het uitgangspunt van de heer Van der Linden is het
geven van zuiver, goed amusement. Het is hem er niet in
de eerste plaats om te doen de kinderen iets te leren of
kennis bij te brengen. Daarvoor hebben ze blijkens de er
varing, die met jeugdvoorstellingen is opgedaan, trouwens
ook nauwelijks belangstelling. Niettemin wordt er toch
wel steeds naar gestreefd om aan de films een positieve
strekking mee te geven. Avontuur en ontspanning zijn de
belangrijkste elementen in de films en de jeugd weet dat
te waarderen: vele volle bioscoopzalen hebben dat reeds
ondubbelzinnig aangetoond.
Vrijwel alle werkzaamheden, die met het maken van de
films zijn verbonden, worden in eigen beheer uitgevoerd.
In de wintermaanden bereidt een kleine vaste kern, be
staande uit de heer Van der Linden, zijn vader en een
vaste medewerker, de verfilming voor. De heer Van der
Linden schrijft zelf de scenario's en treft de technische
voorbereidingen, terwijl ondertussen in een loods, die als
studio dienst doet, de decors voor de binnenopnamen
worden gebouwd. Veel aandacht wordt besteed aan de
bouw van de decors, aan de aankleding en aan de cos-
tuums. De costuums voor de hoofdrolspelers worden in
eigen beheer ontworpen; voor de figuranten worden de
costuums doorgaans gehuurd. Overigens bestaan de films
voor verreweg het grootste gedeelte uit buitenopnamen
Het fraaie Limburgse landschap met zijn bossen en heide
velden, zijn kastelen en grotten (in Valkenburg) leent zich
uitstekend als achtergrond voor avonturenfilms.
Voor de bezetting van de rollen is in de loop van de
jaren een vaste kern van medewerkers ontstaan. De groot
ste moeilijkheden leveren veelal de hoofdrollen op, die
praktisch altijd door kinderen van dertien a veertien jaar
moeten worden vervuld. Deze zijn vaak na één of twee
jaren te groot om nog te kunnen optreden, zodat steeds
nieuwe hoofdrolspelers moeten worden gezocht.
Voor het maken van de buitenopnamen wordt uiteraard
bij voorkeur de zomertijd gereserveerd, waarbij vooral
314