&reteh
ens
voor trouwe
plichtsvervulhng
Wijziging statuten
Bedrijfspensioenfonds
Dr. Peters reikte vervolgens de diploma's in de af
deling „Scenario- en draaiboekschrijven'' uit aan de da
mes M. Jaffré, F. Kalmijn, H. Konink en A. Zimmer-
man en aan de heren C. Brugman, E. Enno van Gelder,
D. Pols, J. van der Putt, B. Ris, R. Scherjon, E. Terpstra
en G. Versluys. In de afdeling „Camera en montage"
slaagden de heren E. Altena, pater F. Bom, H. de Bruin,
B. Brouwers, N. Buwalda, J. van Dijk, B. Gottschal, R.
Kerbosch, A. Leffelaar, B. Roos en R. van Wilgen.
Na de uitreiking van de diploma's vond de vertoning-
plaats van enkele door de leerlingen vervaardigde filmp
jes.
Krachtens terzake door het Hoofdbestuur van de Ne-
derlandsche Bioscoop-Bond genomen besluiten werden
van 1 september 1961 tot en met 31 augustus 1962 de
volgende onderscheidingen voor trouwe plichtsvervulling
uitgereikt
d.s.gouden speld met diamant; g.s. gouden speld;
z.s. zilveren speld; d.b. gouden brochette met diamant:
g.b. gouden brochettez.b. zilveren brochette.
ALPHEN AAN DE RIJN
Firma Ponsioen Zoon: g.s.L. C. van der Vliet.
AMSTERDAM
Ambassade Theater: g.s.: J. F. Hillegers.
N.V. Exploitatie Mij. Amstelodamumz.s.: J. Portegijs,
M. J. H. v. d. Kamp; z.b.: C. Marsman-Trier.
Astoria Theater: g.s.: L. Ros; g.b.: C. C. Jacobs-Coe-
sant.
Cineac N.V.: g.s.: G. C. J. Badoux; z.s.: W. J. Haring;
z.b.; A. M. L. Hollaar-Kemper.
N.V. Hollandfilm: g.s.: W. C. Scheffer; g.b.: M. Kor-
smit-Van Wijk, A. F. Keyzer-Twiling.
N.V. Metro Goldwyn Mayer Film Mij.: z.s.: W. G. J.
van Rekum.
Mij. Tuschinski N.V.: d.s.: W. J. Bakker, O. P. Cupido,
W. A. Fritz, A. Hubert, W. H. A. Roest, F. C. Spackler,
J. F. Stans; g.s.: G. H. van Brakel, J. J. Heykoop; g.b.:
Chr. A. Lehmann-Dilling; z.s.: J. van Bezey, Chr. van
Dinteren, W. Heyligers, C. J. Schippers; z.b.: B. van
Deursen-Osterloh, A. W. Mastop, A. P. J. Visser-Karre-
mans.
Universal International Films Nederland N.V.: z.s.:
A. C. Slop.
APELDOORN
N.V. Tivoli Theater: z.s.: M. J. M. van Beuningen.
BREDA
Luxor Theater: g.s.: P. Blans.
DRIEBERGEN
N.V. Gofilex: z.s.: J. G. van Kempen.
EINDHOVEN
N.V. Utrechtse Mij. tot Expl. van Bioscooptheaters:
d.s.: J. P. A. Wiggers.
GOES
Firma C. J. van Liere Zonen: z.s.: J. Veerman.
GOUDA
N.V. Apollo Bioscoop: z.s.: H. J. Mens.
Schouwburg Bioscoop „Gouda" N.V.: g.s.: J. Altena.
's-GRAVENHAGE
N.V. Amef: z.s.: G. de Ridder; z.b.: J. J. Vijfhuizen.
Mij. tot Expl. van het City Theater te 's-Gravenhage
N.V.: z.s.: K. J. Wurcherd, Th. P. Berkers.
Gebr. Hirschberg Bioscoopconcern: z.s.: A. H. Claas-
sens; z.b.: A. L. Evers.
Scala Theater N.V.g.b.: M. C. A. Gores-Gallé; z.b.:
H. C. J. Tetteroo.
HILVERSUM
N.V. Cinecentrum: z.s.: W. J. Craal, M. H. v. d. Stijl.
F. Vaal; z.b.: Th. W. Geldorp.
LISSE
Luxor Theater: z.s.: M. A. Sprokkelenburg.
RUSSEN
Vereniging T.O.V.A.: g.s.: J. Tijhof.
UTRECHT
A. F. Wolff Bioscoop Onderneming: z.s.: R. B. Bak
ker.
Het bestuur van het Bedrijfspensioenfonds voor het
Film- en Bioscoopbedrijf heeft besloten over te gaan tot
een wijziging van de statuten van het fonds. De wijziging
heeft betrekking op het derde en vierde lid van artikel
20, waarin thans wordt bepaald, dat een wijziging van de
statuten of van het pensioenreglement bij notariële akte
dient te geschieden en pas na het verlijden van de nota
riële akte in werking kan treden. De nieuwe tekst van het
derde lid van artikel 20 zal luiden: „Een wijziging van
de statuten of van het pensioenreglement treedt in wer
king op een door het bestuur vastgelegd tijdstip". Het
vierde lid van artikel 20 is daardoor overbodig gewor
den; het vijfde lid van artikel 20 is dan ook vernummerd
tot vierde lid.
Het bestuur van het Bedrijfspensioenfonds voor het
Film- en Bioscoopbedrijf heeft de volgende toelichting
op deze statutenwijziging gegeven:
Artikel 4 van de Pensioen- en Spaarfondsenwet bepaalt,
dat een pensioenfonds zijn rechtspersoonlijkheid ontleent
aan de goedkeuring van zijn statuten en reglementen in
gevolge die wet. Dit betekent dat een pensioenfonds,
waarop de pensioen- en spaarfondsenwet van toepassing
is, niet bij notariële akte behoeft te worden opgericht en
dat voor een wijziging van zijn statuten en reglementen
geen notariële akte vereist is.
Er bestaan ook geen andere wetten, die ten aanzien
van pensioenfondsen een notariële akte voorschrijven.
Weliswaar bepaalt de Wet op de Stichtingen 1956 in ar
tikel 6 lid 2, dat wijzigingen in de statuten van een stich
ting slechts bij notariële akte tot stand kunnen komen,
doch krachtens artikel 28 van genoemde wet is deze wet
niet van toepassing op fondsen ten aanzien waarvan de
goedkeuring ex artikel 4 van de pensioen- en spaarfond
senwet is verkregen.
Ook uit oogpunt van grotere nauwkeurigheid behoeft
een notariële akte niet noodzakelijk te worden geacht;
door de notaris wordt in de akte immers slechts geconsta
teerd hetgeen hem namens het bestuur wordt medege-
349