Erelid
De Bondsvoorzitter
wenst de heer Paerl
geluk met zijn benoe
ming tot erelid van
de Bond. De heer
Boekman, die enkele
ogenblikken later als
Hoofdbestuurslid af
scheid zou nemen,
kijkt toe.
mate doet gevoelen. \S el is echter gebleken, dat de trek
kracht van het produkt. de service en de outillage veel
meer dan vroeger een rol spelen. Op dit punt mogen wij
dan ook niet te kort schieten.
Ten aanzien van de reclame zei de heer Miedema ten
slotte overtuigd te zijn, dat wij met de collectieve propa
ganda op de goede weg zijn en dat onze zaken naast de
individuele reclame-activiteiten van deze propaganda pro
fiteren, ook uit een oogpunt van goodwill. „Wel heb ik de
indruk, dat men nog meer zou kunnen aanhaken aan de
collectieve propaganda en dat met name het niveau van
de individuele reclame wel eens aanmerkelijk achterblijft
bij dat van onze collectieve actie. Ik moge de leden ook
bij deze gelegenheid weer op het hart drukken geen
reclame te bezigen, die niet in overeenstemming is met de
standing van ons bedrijf, zo besloot de Bondsvoorzitter
zijn openingswoord.
De notulen van de op 9 april 1962 gehouden jaarlijkse
ledenvergadering werden op advies van de notulencommis-
sie, bestaande uit de heren W. F. Dubbeldeman te Amster
dam, W. Hemelraad te Amsterdam en P. Vink jr te
Deurne, goedgekeurd. In de commissie belast met het
nazien van de notulen van deze vergadering werden be
noemd de heren H. Zondervan te Leeuwarden, de heer
C. van Willigen te Wassenaar en J. P. M. A. Smulders te
Amsterdam.
Vervolgens stelde de Bondsvoorzitter het voorstel van
het Hoofdbestuur om de heer J. L. Paerl te Amsterdam te
benoemen tot erelid van de Nederlandsche Bioscoop-Bond
aan de orde. In zijn toelichting verklaarde de heer Miede
ma, dat het Hoofdbestuur met grote spijt kennis had geno
men van het besluit van de heer Paerl om zijn organisato
rische arbeid te beëindigen; dit aftreden betekent immers
het ontstaan van een grote leegte. De heer Paerl neemt als
onafhankelijk filmverhuurder met een gedegen vakkennis
een belangrijke plaats in. Hij heeft zijn films altijd met
goede smaak weten te selecteren. Zijn vrije tijd besteedde
hij voor een belangrijk deel aan de bedrijfsorganisatie.
De heer Paerl is één van de weinigen, die de geschie-
ienis van de Nederlandsche Bioscoop-Bond vrijwel geheel
heeft meegemaakt en daarop zijn invloed heeft uitgeoe
fend. De verdiensten, die de heer Paerl voor het Neder
landse film- en bioscoopbedrijf heeft, zijn groot en recht
vaardigen volkomen de benoeming tot erelid, aldus de
heer Miedema. Met een hartelijk applaus stemde de ver
gadering met deze woorden in.
Nadat de Bondsvoorzitter de heer Paerl de oorkonde,
waarin de benoeming was vastgelegd, had overhandigd,
sprak het nieuwe erelid ontroerd een dankwoord. De heer
Paerl zei, te veel aan het bedrijf gehecht te zijn om het
zonder meer te verlaten. „Ik heb in dit bedrijf zoveel
meegemaakt en zoveel vrienden gemaakt, dat het een stuk
van mijn leven is geworden. Nergens treft men zo'n saam
horigheid en zo'n samenwerking aan". Blij en dankbaar
betuigde de heer Paerl de vergadering zijn erkentelijkheid
voor de hem verleende onderscheiding.
In de vacature, die was ontstaan door het aftreden van
de heer Boekman, werd bij enkele kandidaatstelling voor
zien door de verkiezing van de heer W. Hemelraad, direc
teur van Universal International Films Nederland N.V.
Het nieuwe Hoofdbestuurslid kon zelf deze verkiezing niet
bijwonen, omdat zijn aanwezigheid elders noodzakelijk
was. Namens hem sprak de heer J. P. M. A. Smulders een
woord van dank tot de vergadering voor het vertrouwen,
dat blijkens de benoeming in de heer Hemelraad wordt
gesteld. De heer Smulders zei er zeker van te zijn, dat de
395