Jaarvergadering Afdelingsraad
Jaarvergadering Bedrijfsafdeling
Filmverhuurders
Duizendste copie van „Glas''
voorstellingen met films als bedoeld in artikel 1, lid 2
onder 2e van de Bioscoopwet van twintig tot vijftien pro
cent. Bovendien is in het voorstel opgenomen de invoering
van een tweede uitzonderingstarief, namelijk van tien
procent, voor voorstellingen met Nederlandse films.
Op 4 maart heeft de Raad dit voorstel goedgekeurd.
De jaarlijkse ledenvergadering van de Afdelingsraad
werd op 5 maart op het Bondsbureau gehouden en op
25 maart in Krasnapolsky voortgezet.
De heer C. van Willigen uit Wassenaar, die de Afde
lingsraad zeventien jaar had geleid, had de wens te kennen
gegeven af te treden. De heer K. W. El verding uit Nij
megen, eveneens lid van het dagelijks bestuur van de
Raad, trad tussentijds af om gezondheidsredenen, wes
halve voorzien moest worden in twee bestuursvacatures en
de vergadering bovendien een nieuwe voorzitter moest
kiezen.
De heer C. van Willigen leidde de eerste zitting der ver
gadering volledig. De Vice-Voorzitter, de heer M. J. W.
Peters uit Venlo bood de Voorzitter namens de Raad als
bewijs van erkentelijkheid voor de „moed, beleid, trouw
en standvastigheid" gedurende zeventien jaar betoond, een
complete lederen bureau-set aan, waarna de secretaris, de
heer W. F. Dubbeldeman, in een kernachtige toespraak
de verdiensten van de scheidende voorzitter schetste, in het
bijzonder deze, dat hij de stoot had gegeven tot reorgani
satie en erkenning van de betekenis van de Afdelingsraad.
De heer Van Willigen dankte de leden hartelijk voor de
hem gebrachte hulde en het geschenk.
De gebruikelijke jaarstukken werden goedgekeurd, maar
de verkiezing van een voorzitter en benoeming van twee
nieuwe leden in het Dagelijks Bestuur werden wegens ge
rezen problemen voor nader beraad aangehouden.
De jaarvergadering werd voortgezet op 25 maart, waarin
tot voorzitter werd benoemd de heer M. J. W. Peters uit
Venlo. De heer Van Willigen overhandigde de heer Peters
daarna de voorzittershamer. De verkiezing van bestuurs
leden van de Raad, alsmede de bespreking van de Bonds
jaarstukken voor de vergadering van 8 april werd ver
volgens onder diens leiding voortgezet.
Tot leden van het dagelijks bestuur werden benoemd
in de vacature C. van Willigen de heer C. J. Blad uit
Amsterdam; in de vacature K. W. Elverding de heer C.
van Liere uit Goes.
De jaarstukken van de Bond gaven op zichzelf geen aan
leiding tot op- of aanmerkingen.
In beide vergaderingen werden voorts organisatorische-
en bedrij f sproblemen van betekenis besproken, in het bij
zonder de bezwaren, gerezen tegen de toepassing van de
kortelings gewijzigde verhuurcondities, welke naar het
oordeel van vele leden tegen de geest van de reglementaire
regels indruist.
De Bedrijfsafdeling Filmverhuurders heeft op 15 maart
haar jaarlijkse ledenvergadering gehouden in het Minerva-
Paviljoen te Amsterdam.
De Voorzitter, de heer C. S. Roem, verwelkomde in
het bijzonder de heer G. J. H. Dujardin, die voor het
eerst sinds zijn auto-ongeluk weer een vergadering van
de Afdeling bijwoonde.
Hoewel blijkens het jaarverslag het totaal der film-
huuropbrengsten in 1962 hoger lag dan in het vooraf
gaande jaar, sprak de Voorzitter zijn bezorgdheid uit over
de ernstige toestand waarin het bedrijf zich bevindt. De
exploitatie van goede middelmatige films is zeer moeilijk
geworden blijkens het onevenredig grote aandeel van
de colossals in de totale ontvangsten. Het Bestuur zal dit
jaar aan deze ontwikkeling grote aandacht wijden.
Het namens het Bestuur door de Administrateur uitge
brachte jaarverslag over 1962 werd goedgekeurd, nadat
uitvoerig van gedachten was gewisseld over de verplaat
sing van de aanvang van de vertoningsweek, het probleem
van de keuringskaarten en de Katholieke nakeuring.
De rekening en verantwoording over 1962 werd goed
gekeurd, waarna de penningmeester, de heer Dujardin,
décharge werd verleend. De begroting van ontvangsten
en uitgaven voor 1963 werd overeenkomstig het Bestuurs-
voorstel goedgekeurd.
In de vacatures in het Bestuur, ontstaan door het pe
riodiek aftreden van de heren C. S. Roem, J. P. M. A.
Smulders, W. J. F. van Ewijk en W. Hemelraad werd
voorzien door de aftredenden bij enkele candidaatstelling
te herkiezen. De heer Roem werd herkozen als Voorzitter
en de heer Smulders als Vice-Voorzitter.
De vergadering heeft ingevolge artikel 10 van het Af
delingsreglement een aanbeveling aan de algemene leden
vergadering van de Bond vastgesteld tot herbenoeming
van de heer W. Hemelraad als lid van het Hoofdbestuur.
Tijdens de rondvraag is tenslotte ruime aandacht ge
schonken aan de wensen van de leden betreffende het
reclamemateriaal en de invoering van cabinecontrole
rapporten en aan het TV-Syndicaat van het Nederlandse
film- en bioscoopbedrijf.
Mr H. J. Reinink, Directeur-Generaal voor de Kunsten
en de Buitenlandse Culturele Betrekkingen van het mi
nisterie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft
op 25 januari aan de heer Bert Haanstra tijdens een re
ceptie in het Casino Hamdorff te Laren de duizendste
copie aangeboden van de film „Glas". De heer Haanstra
heeft enige jaren geleden in opdracht van de Koninklijke
Nederlandsche Glasfabriek te Leerdam de film „Glas"
vervaardigd. Sedertdien heeft deze film over de gehele
wereld grote belangstelling getrokken. „Glas" verwierf
niet minder dan zestien internationale onderscheidingen.
De duizendste copie, die aan de heer Haanstra werd
uitgereikt, was verpakt in een speciale glazen filmtrom-
mel, die voor deze gelegenheid door de Koninklijke Ne
derlandsche Glasfabriek „Leerdam" was vervaardigd. Op
de receptie, waarvoor van de zijde van het Nederlandse
filmbedrijf grote belangstelling bestond, waren enkele
directieleden aanwezig van de Britse Technicolor Ltd., die
de duizend copieën van „Glas" hebben geleverd.
„De verdedigers van de filmcensuur wijzen er steeds
weer op, dat slechts tien procent van alle films als kunst
werken kunnen worden beschouwd. Van de totale produk-
tie aan schilderijen of boeken kan echter ook maar ten
hoogste tien procent als kunst worden gekenschetst."
Dr M. S c h I a p p n e r.
10