meel mogelijk was, omdat het contract voor het Embassy-
product pas na 1 mei zou worden gesloten; dat zolang gedaagde
als directeur van eiseres naar Amerika ging, hetgeen het geval
was, hij opdracht had alles wat er aan rechten te verkrijgen
was voor eiseres te verwerven althans te reserveren; dat dit niet
is gebeurd en hij de rechten voor zichzelf heeft verworven;
dat eiseres niet bekend is wat de relatie tussen gedaagde en
Pantheon Films zijn; dat er tussen hen wel een overeenkomst
kan bestaan; dat eiseres uit de gedragingen van gedaagde in
ieder geval de indruk heeft gekregen, dat hij recht heeft naar
eigen goeddunken te handelen, getuige de advertentie in
„Variety" van 22 april en de advertenties in het Nieuw Week
blad voor de Cinematografie van 15 mei en het interview in
De Telegraaf van 6 mei; dat de zin van deze arbitrage is uit
spraak te verkrijgen, dat gedaagde alles wat hij aan rechten
heeft ter beschikking van eiseres moet stellen, waardoor een
relatie tussen eiseres en Pantheon Films tot stand kan komen;
dat eiseres geen bezwaar heeft tegen een supervisie van
Pantheon Films, wel tegen een van de zijde van gedaagde;
dat de situatie eind april zo was, dat partijen het in hoofdzaak
eens waren en het contract getekend zou hebben kunnen wor
den, doch dat nog goedkeuring van de vergadering van aan
deelhouders nodig was, waarvoor steeds een voorbehoud was
gemaakt; dat daarna echter de publicaties van de zijde van
gedaagde bekend zijn geworden; dat gedaagde aan de concept-
agentuurovereenkomst, waarvoor de vergadering van aandeel
houders in laatste instantie nog had te beslissen, geen enkel
recht kan ontlenen met betrekking tot zijn onderhandelingen
in Amerika;
dat de heer JNijland namens eiseres in hoofdzaak heeft ver
klaard, dat gedaagde na zijn terugkomst uit Zwitserland heeft te
kennen gegeven, dat hij niet meer met degenen die thans
eiseres uitmaken kon werken; dat hij erop is gewezen dat hij
krachtens overeenkomst van september 1963 jegens aandeel
houders en eiseres als directeur gebonden was en dat hiervan
alleen via een ander contract, waarmede alle partijen het eens
moesten zijn, zou kunnen worden afgeweken; dat alle moeilijk
heden door gedaagde zijn ontstaan; dat gedaagde, die vroeger
de vrije beschikking over de middelen van eiseres had, zich via
deze middelen in het buitenland een goodwill, die tenslotte
met geld van eiseres is betaald, wilden verder werken; dat
gedaagde met een bepaalde opdracht van de zijde van commis
sarissen naar Amerika is gegaan; dat hij kon onderhandelen op
basis van een percentage van en van een garantie van
dollar; dat gedaagde met een heel ander bod uit
Amerika is gekomen en eiseres niet zelf de keus heeft gelaten
of zij wilde afsluiten op basis vanmet een garantiebedrag
vandollar dan wel op basis vanmet Pantheon
Films als tussen persoon voor de financiering van de garantie
en met gedaagde als supervisor; dat een dergelijk aanbod een
fair deal zou zijn geweest; dat gedaagde hierover verwijten zijn
gemaakt, doch desondanks tussen partijen verder is onderhan
deld; dat waarschijnlijk overeenstemming zou zijn bereikt, in
dien niet op een gegeven moment bepaalde feiten bekend waren
geworden die zulks onmogelijk maakten; dat namelijk de publi
caties in Variety en De Telegraaf zijn verschenen, geruchten
gingen circuleren dat het Embassy-product aan andere kantoren
was aangeboden, waarbij nog kwam dat gedaagde voor zijn
vertrek naar Cannes Mr Daam telefonisch had medegedeeld,
dat het nog niet zeker was dat eiseres het Embassy-product
kreeg en dat tenslotte gedaagde op 2 mei uit Cannes aan
spreker een stuk heeft overgelegd, waarin hij onder meer over
Pantheon Films als „zijn" groep schrijft; dat commissarissen
hierna geen behoefte meer hadden aan een agentuurovereen
komst met gedaagde, welke inderdaad tot 28 april serieus was
voorbereid; dat gedaagde in de algemene vergadering van aan
deelhouders van eiseres dd. 19 mei het Embassy-product als
agent heeft aangeboden, doch commissarissen zich op het
standpunt hebben gesteld, dat gedaagde directeur was; dat later
middels de juridische adviseurs nog besprekingen tussen par
tijen zijn gevoerd tot het bereiken van een bepaalde oplossing,
doch dat deze voor het merendeel van de groep-Hafbo niet
acceptabel was; dat tot op heden geen accoord is bereikt
kunnen worden en dat het thans voor eiseres onmogelijk is
geworden met gedaagde in welke vorm ook enige samen
werking te hebben; dat gedaagd momenteel als directeur is
geschorst en anderzijds zelf ontslag heeft genomen; dat er
geen andere directeur is; dat echter de volledige staf van
eiseres gehandhaafd is, die altijd een belangrijk deel van het
werk heeft gedaan, zodat eiseres stellig in staat is de verhuur
van een product goed te doen verlopen;
dat Mr Van Schaik voorts nog in hoofdzaak heeft verklaard,
dat in de overeenkomst tussen Embassy International Pictures
Corp. en Pantheon Films Inc., waarbij aan laatstgenoemde de
distributierechten voor Nederland zijn verleend voor het
Embassy-product, Embassy zich er mede accoord heeft ver
klaard, dat de films eerst aan eiseres worden aangeboden, mits
de sales control bij gedaagde is; dat Pantheon Films in een
brief van 20 mei aan gedaagde, getekend door de president
Harold Roth, heeft vermeld op welke voorwaarden gedaagde
de films mag aanbieden, waaronder de sales control door ge
daagde; dat op deze voorwaarden het product aan eiseres
is aangeboden; dat eiseres bezwaar tegen de controle door ge
daagde maakte; dat gedaagde uit Amerika terugkwam met de
gedachte dat de zaak rond was en hij met een gunstig contract
kwam; dat tijdens zijn verblijf in Amerika moest worden
beslist, omdat de producent niet langer met afsluiten wilde
wachten; dat Embassy vóór het filmfestival van Cannes in
Variety publicaties wilde over de plaatsing van haar product;
dat men ook voor Nederland een vermelding verlangde, en
daagde niet namens eiseres mocht optreden en de heer Nijland
niet kon worden bereikt; dat de advertenties in de sfeer van
de agentuurovereenkomst moet worden gezien; dat het overigens
van belang was dat gedaagde zich als onafhankelijk agent in
troduceerde; dat gedaagde aan eiseres door de agentuurovereen
komst gebonden was, zodat deze tegen de advertentie toch
geen bezwaar behoefde te hebben; dat partijen het er over
eens waren, dat gedaagde als directeur bij eiseres zou weg
gaan en dit niet alleen van de kant van gedaagde kwam;
dat ten aanzien van de kwestie van de die ten
behoeve van de productie van een film op de rekening van
Kappa Film Productie zijn overgeboekt zij opgemerkt, dat
eiseres bekend was dat deze door de theaters vooruitbetaalde
filmhuurbedragen rechtstreeks naar Kappa Film Productie
zouden gaan; dat Kappa Film Productie en eiseres gezamenlijk
brieven naar de exploitanten hebben geschreven; schriftelijk
vastligt dat eiseres de rechten op de betrokken film heeft en
dat de copieën van de film bij Haghefilm ter beschikking van
eiseres liggen;
dat de heer P. Kijzer in hoofdzaak heeft verklaard, dat hij
de besprekingen in Amerika heeft gevoerd in de gedachte dat
het agentuurcontract gerealiseerd zou worden; dat hij heeft
gestreden om het Embassy-product voor eiseres te verkrijgen,
doch de door Embassy gestelde eisen voor haar veel te zwaar
waren; dat hij heeft getracht een deal tot stand te brengen,
die voor eiseres in alle opzichten acceptabel zou zijn, namelijk
een zodanige dat niet te grote garanties zouden moeten worden
betaald; dat toen hij naar Amerika ging eiseres geen gereed
geld had de betaling van de garantie van dollar
vormde zijns inziens reeds een probleem welke wetenschap
hem de oplossing via Pantheon Films heeft doen aangrijpen; dat
er voor het Embassy-product nog andere gegadigden waren; dat
spreker voor het eerst in Cannes 1963 met Embassy over dit
product heeft gesproken, doch toen van verdere onderhande
lingen heeft afgezien, omdat de eisen te hoog waren; dat de
eisen na verloop van tijd iets redelijker leken; dat hij in oktober
bij een verblijf van de heer Lightstone in Amsterdam opnieuw
over het product heeft gesproken; dat er toen zoveel moeilijk
heden met eiseres waren, dat hij de heer Lightstone als vriend
heeft verzocht de verkoop naar Nederland nog enige tijd op
te houden, onder de mededeling dat hij er begin 1964 op
zou terugkomen; dat de heer Lightstone weliswaar niets kon
beloven, doch zelf in januari weer contact heeft opgenomen
door de komst van zijn salesmanager aan te kondigen; dat
betrokkene hem niet heeft getroffen, omdat spreker inmiddels
ziek in Davos lag; dat er wel telefonisch contact is geweest;
278