Noorse delegatie uit bioscoopbedrijf
twee dagen op bezoek in Nederland
Dinsdagmorgen 11 augustus om kwart over tien landde het Finnair-toestel op Schiphol met
aan boord de zeven man sterke delegatie uit het Noorse bioscoopwezen op studiereis door
Europa. Ter begroeting namens het Hoofdbestuur en namens het Bondsbureau waren op de
luchthaven aanwezig de heren R. Uges en H. W. Hagenberg. De gasten hadden een ver
moeiende tocht achter zich. Omdat men in Noorwegen plannen heeft voor het bouwen van
enige nieuwe bioscopen besloot men, gedurende een week langs de nieuwste theaters in
Denemarken, Zweden, Duitsland en Nederland te trekken om een indruk te krijgen van de
mogelijkheden op het gebied van bioscoopbouw. De heren hadden al vele theaters bezich
tigd, maar het zou hen niet beletten vol belangstelling het programma af te werken, dat
het Bondsbureau had opgesteld. Het programma omvatte op dinsdag een bezoek aan de
theaters Tuschinski, Flora en Du Midi in Amsterdam en op woensdag in Rotterdam een
bezichtiging van Thalia, Corso, Kriterion, Grand Theater en Studio 62. Woensdagmiddag
werden Euro Cinema en Metropole in Den Haag bezichtigd. Dank zij de medewerking van
de directies in de genoemde theaters kunnen we terugzien op een bezoek dat volledig
beantwoordde aan de Noorse verwachtingen.
De situatie in het Noorse bioscoopwezen is niet te vergelijken met die in ons land. Door het
doden van elk particulier initiatief is men achtergeraakt bij andere landen. In Noorwegen
hebben de gemeenten namelijk een monopolie-positie. De hoofdstad Oslo is wat dit aan
gaat een toonaangevend bolwerk. Hier zetelt de grootste gemeentelijke bioscooporganisatie
van het land met de heer Arnljot Engh als directeur aan het hoofd. De organisatie draagt
de naam „Oslo Kinematografer". Zij exploiteert in de stad twintig bioscopen met een totaal
capaciteit voor 14.000 bezoekers. Een bioscoop exploiteren is slechts mogelijk als men een
licentie bezit die door het gemeentebestuur wordt uitgegeven na advies van de „Oslo
Kinematografer". Tot nu toe heeft men alleen twaalf economisch onbelangrijke bioscoopjes
in de buitenwijken van Oslo een dergelijke licentie verstrekt. De bioscoopexploitatie is