"O
O
3
O
c
ut
DE KNIPSELS EN DE KRANTEN MET DE VERSLAGEN VAN DE WEEK ZIJN MET
PAKKEN VOL BINNENGESTROOMD. ZONDER MEER MAG GESTELD WORDEN DAT DE
FILMJOURNALISTEN ENTHOUSIAST ZIJN OVER ARNHEM 1965.
UIT EEN BEPERKT AANTAL BLADEN NEMEN WIJ HIERONDER ENIGE VOOR ZICH
ZELF SPREKENDE COMMENTAREN OVER.
HET ALGEMEEN DAGBLAD
Constant Wallagh: Als een fraai vuurwerk, maar dan in symbolische zin, is de filmweek
Arnhem 1965 zaterdagavond en -nacht uit elkaar gespat. De laatste dag van dit,
wij zeiden het reeds, zo opperbest geslaagde Nederlandse filmgebeuren bevatte alweer
een overladen programma.
In de NIEUWE LEIDSCHE COURANT en enige andere bladen schrijft Ev. Grolle:
„Filmweek Arnhem sloot met moord en doodslag. Arnhem: Hee, heeft u de kop
die boven dit artikel staat al niet eens eerder gezien? Ja, inderdaad, althans zo
ongeveer. Dinsdagavond vorige week stond er: Filmweek Arnhem begon met moord
en doodslag, en nu staat er: sloot. Heeft de adder in zijn eigen staart gebeten?
Och, ook dat niet precies, want de moord en doodslag van de slotavond moet men met
een korreltje zout nemen. Trouwens zo hebt u beide koppen ook moeten lezen,
want er is in Arnhem gelukkig heus wel wat anders aan de hand geweest. Arnhem
heeft bewezen dat de filmerij nog springlevend is en nog lang niet is uitgepraat.
Trouwens ook dat zal de film nooit raken als men zich maar bij het leven houdt".
En over de slotfilm: „Met dit vuurwerk eindigde dan de Internationale Filmweek die,
op de korte films na, als de meest geslaagde moet heten".
Ook Henk ten Berge in de TELEGRAAF is enthousiast. Onder de kop „Mooi
slot van uniek Arnhems filmfeest" schrijft hij onder meer: „De 26-jarige cineast %flü
Frans Weisz stond zaterdagavond op het toneel van het Rembrandt-theater als een
symbool van de filmtoekomst in Nederland: de talentvolle jeugd werd door minister
mr. M. Vrolijk uitgeroepen tot winnaar van de Staatsprijs voor de filmkunst. De
bekroonde fijnzinnige en joyeuze film „Een zondag op het eiland van de Grande
Jatte" werd vertoond als mooi slot van een zesdaagse filmweek, waarvan het grote
succes de organisatoren en het filmbedrijf heeft overrompeld en waarin bewezen is
dat de film in Nederland springlevend is. Meer dan tienduizend liefhebbers zijn in
voorstellingen en congressen direct betrokken geweest bij de feestelijke manifestatie,
en bij de Stichting Filmweek zijn zoveel enthousiaste reacties uit het land vernomen,
dat besloten is de traditie van de twee-jaarlijkse filmweek te herstellen. Een wijs
besluit. De Nederlandse filmwereld kan in haar strijd tegen vijanden als zware
belastingdruk en televisie beter, zoals in de afgelopen dagen, haar mooiste gezicht
laten zien en verbondenheid met het publiek bewijzen, dan als een onaantrekkelijke
mopperaar zijn publiek afstoten."
In HET PAROOL schrijft H. J. Oolbekkink: „De Filmweek werd besloten met een
door de Nederlandsche Bioscoop-Bond aangeboden feest, waarop men in gala kon
vaststellen dat het een beste week was geweest, zeker de beste sinds de eersteling in
1955. Er zijn veel films vertoond die binnen afzienbare tijd (of al heel snel) in
roulatie komen: vrijwel allemaal van goed tot hoog niveau. De Nederlandse korte
film heeft alle kans gehad (en die helaas goeddeels verspeeld) en er was een
bijzonder interessante „Kleine Week" waarop jong buitenlands talent aan de orde
was. Een week lang heeft Arnhem gegonsd van de film. Uiterst plezierig was het
dat het gegons van een zo luidkeels deel afkomstig was van de jongeren die het
moeten gaan doen of bezig zijn te doen."
Filmrecensent N. van Dijk van de NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT schrijft:
„Ook dank zij het programma van de „kleine week" is deze vijfde Arnhemse filmweek
een overtuigd succes geworden, een krachtige manifestatie van de vitaliteit van de
internationale filmerij en van het Nederlands filmbedrijf".
Herman Hofhuizen in de TIJD en MAASBODE: „Maar goed. Iedereen was tevreden
over de filmweek. En ongetwijfeld terecht. Over het artistieke succes er van wordt
425