in zijn slotwoord zich zeer erkentelijk toonde, de hoop
uitsprekende dat de traditie nu hervat mag worden. Dat
is inderdaad het geval, want het is de hedoeling dat de
Internationale Filmweek Arnhem opnieuw zal worden ge
houden in 1967".
In de HAAGSE POST van Ellen Wallen „Met een 10.000
festivalgangers uit het hele land (veel jeugd en veel stu
denten) en bijna uitsluitend films die niemand zou willen
missen was de 5e Filmweek een imponerend succes. Zal
zij in 1967 kunnen worden geëvenaard? Dat zal groten
deels afhangen van de films waaruit men kan putten, van
het filmklimaat in de wereld en in Nederland".
De ARNHEMSE COURANT plaatste een artikel „Terug
blik": „De vijfde internationale filmweek Arnhem is voor
de organisatoren, het bedrijfsleven, de stad Arnhem, voor
de Nederlandse cinema en tenslotte het publiek een over
tuigend succes geworden. Materiaal om dit te onderstrepen
is overvloedig aanwezig: het hoge gehalte van de vertoonde
films in het Rembrandt-theater, het geslaagde experimen
tele karakter van de kleine week in het Saskia-theater, dit
jaar voor het eerst aan de filmweek toegevoegd, de over
weldigende belangstelling van het publiek, de activiteiten
van de Nederlandse filmpers die zaterdag resulteerden in
de instelling van een prijs, welke ook in de komende jaren
zal worden uitgereikt aan de maker van een moderne pro
gressieve film, het grote aantal nevenactiviteiten en de
extra vertoningen, en een hechte organisatie, die kosten
noch moeite heeft gespaard om het Arnhemse filmfestijn
te doen uitgroeien tot een evenement van nationale en
zelfs internationale betekenis.
Het valt dan ook niet te verwonderen dat op de zeer druk
bezochte receptie in het Haarhuis, na afloop van de slot-
voorstelling op zaterdagavond, tal van waarderende woor
den werden gesproken".
Ber Huising in DE WAARHEID: „Films maken is geen
spelletje. Keuze van speelfilms in Arnhem heel goed. Het
gezellige van zo'n filmweek is óók dat al die filmlieden
en er zijn er heel wat elkaar zooveel maal per dag
ontmoeten, bij voorstellingen, koffie, jus d'orange, of wat
anders, en dat zij dan maar weer over films praten. En
lang kunnen praten, want over films als Liefdesparen
en het Evangelie zijn ze het niet allen eens. Tegen beide
films heb ik ja gezegd. Later als zij in de bios komen,
zal ik proberen uit te leggen waarom. Dat er ook nee-
zeggers zijn, en dat er zwaar over geboomd wordt, bewijst
in ieder geval, dat zulke films niet zomaar-wat zijn".
UTRECHTS NIEUWSBLAD: Volwassen filmsfeer in
Arnhem. „Naarmate het einde van de vijfde internationale
filmweek-Arnhem meer in zicht komt, des te duidelijker
tekenen de lijnen zich af waarlangs dit nationale evenement
zich in de toekomst zou kunnen gaan ontwikkelen. De
steeds uitverkochte zalen, de volwassen cinemasfeer die
in en rondom het centrum, op de terrassen en in de z.g.
achterafjes hangt en de komst van vele prominente filmers
uit zowel binnen- als buitenland naar Arnhem, moeten
voor het bestuur van de stichting internationale filmweek
Arnhem voldoende voedingsbodem zijn voor een wijziging
van de huidige status quo: in plaats van een tweejaarlijkse
een jaarlijks terugkerende filmweek".
DE GELDERLANDER: „Vooral de jeugd maakt filmweek
succesvol. Arnhem 17 juni De vijfde editie van de
Arnhemse Filmweek, die thans al weer halverwege is, wordt
een groot succes. De belangstelling voor dit evenement, dat
zich weliswaar in het kader van het Holland Festival
afspeelt, maar waarvan de verdere verhouding meer op die
van man en schoonmoeder lijkt, is uit het hele land zeer
groot. Een opvallend feit is voorts, dat het beeld van de
Filmweek tot nu toe volkomen wordt bepaald door de
jeugd, die in groten getale is komen opzetten. Gisteravond
tijdens de avondvoorstelling „Liefdesparen", in aanwezig
heid van de Zweedse regisseuse Mai Zetterling en de
acteur Gunnar Björnstrand, moesten er zelfs stoelen worden
bijgedragen. Voor de loges en ook nog in het pad naar
boven achter de loges".
AMERSFOORTSE COURANT: „De Arnhemse filmweek
kwam goed voor de dag met zijn slotaccoorden. De vijfde
filmweek is trouwens in zijn geheel genomen een voor
treffelijke manifestatie geworden".
LEEUWARDER COURANT: Volle zalen bij uitstekende
films. Het gaat goed met Filmweek Arnhem. „Het gaat
goed met de Filmweek in Arnhem. De zaal zit elke middag
en avond stampvol en er wordt, zoals dat eigenlijk bij elke
gewone bioscoopvoorstelling zou moeten, flink gereageerd,
applaus als men een film waardeert, boe-geroep bij mislukte
passages".
Filmrecensent J. C. A. Fortuin in de TIJD EN MAAS
BODE: Arnhem 21 juni: „Van het succes in organisatorisch,
artistiek en financieel opzicht van de Arnhemse Filmweek,
die met een vertoning van „Les Barbouzes" en een fees
telijke receptie waarover elders in dit blad meer
zaterdagavond joyeus, maar met een zekere weemoed om
het afscheid werd afgesloten, is reeds zo vaak en met zo
veel geestdrift melding gemaakt, dat daaraan niets meer
behoeft te worden toegevoegd. Nog nimmer is, voor zover
we ons van vorige gelegenheden kunnen herinneren, van
alle zijden zoveel lof toegezwaaid aan de selectiecommissie,
die zich bepaald niet heeft laten leiden door commerciële
overwegingen of door het streven om een publiek terwille
te zijn, dat de film meer als vertier dan als uiting van een
persoonlijke kunstenaar ziet. Voor het eerste is er de
bioscoop. Voor het tweede het Festival en in dit geval,
de Filmweek".
Feest in Arnhem voorbij, schrijft filmcriticus Bob Bertina in
DE VOLKSKRANT. Na een tussenkopje „Veel bijval"
schrijft hij: Arnhem 21 juni: „De Filmweek Arnhem kon
zaterdag in vreugdige stemming worden besloten met een
levendige hoewel wat ongelijke filmdag, met een gala
in het Rembrandt-theater waarop de staatsprijs Filmkunst
1965 werd uitgereikt, met minister Maarten Vrolijk weer
op het toneel, met een afscheidsreceptie tot aan het dagen
van de zondag, toen Arnhem geleidelijk weer zijn rustige
uiterlijk van Gelderse hoofdstad kon terugwinnen".
Jan Blokker in HET ALGEMEEN HANDELSBLAD:
„Toekomst" van Nederlandse film overvloedig „bewezen".
„De filmweek Arnhem is in dit weekend afgesloten zoals
het vorige week geopend werd: feestelijk, in een atmosfeer
van sterke toegewijdheid aan de cinema en met het accent
op de vitaliteit van de film, en het filmbedrijf, in Neder
land. Er is afscheid genomen om terug te komen en
alles wat aan het slot van de week gebeurde scheen te
willen bewijzen dat een film hier en elders in lange
tijd niet zo veel „toekomst" heeft gehad als nu, en voor
Filmweken derhalve meer en klemmender redenen zijn
dan ooit tevoren".
427