Geslaagd congres
Europese Unie
van
werknemers
Ere-plaquette voor directeur N.B.B.
In oktober is in Amsterdam het congres gehouden van de Europese Unie
van Werknemers bij Film en Televisie. Een congres waarop vele interessante
zaken aan de orde zijn gekomen en waaruit duidelijk naar voren kwam dat de
werknemers bij de film- en televisiebedrijven in Europa de voortdurende
veranderingen in het bedrijf op de voet volgen en zich terdege voorbereiden
op een toekomst waarvan men ondermeer een verdere Europese integratie
verwacht.
Het congres was georganiseerd door de Algemene Bond Mercurius en door
het Comité National des Travailleurs du Film et de la Télévision Belgique
Voor de elfde keer kwamen deelnemers bijeen afkomstig uit Duitsland,
Oostenrijk, België, Finland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Monaco, Zweden,
Zwitserland, Turkije en Nederland.
Tijdens de drie dagen die het congres duurde werden in commissievergade
ringen verschillende rapporten besproken. Hiertoe behoorden: Problemen der
filmfinanciering; De relaties tot de zogenaamde derde landen; Film en Televisie
in het Europa van de Zes; Europese collectieve arbeidsovereenkomsten; De
verhouding betreffende de vast-aangestelden en de free-lance medewerkers
bij de televisie; Europese kaderovereenkomsten voor filmlaboratoria; Euro
pese kaderovereenkomst voor bioscooppersoneel; De vermakelijkheidsbelasting
in het Europa van de Zes, en De harmonisatie der belastingpolitiek in de zes
landen der E.E.G.
Tijdens het diner op de tweede dag van het congres werd de ereplaquette
van de Europese Unie van Werknemers bij Film en Televisie aangeboden
aan de directeur van de N.V. Gevaert-Agfa, dr. A. Beken, en aan de directeur
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, de heer J. G. J. Bosman. In zijn
dankwoord stelde heer Bosman dat het vooral de leiding van de organisatie
is waarin het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf is verenigd die deze
waardering en erkenning toekomt. De vele activiteiten op sociaal gebied,
zoals de totstandkoming van een permanent paritair overlegorgaan tussen
werknemers en werkgevers, de collectieve arbeidsovereenkomsten, de totstand
koming van een bedrijfspensioenfonds, een overbruggingsfonds voor oudere
werknemers, het opleidingsinstituut voor technisch bioscooppersoneel en voor
creatieve krachten kunnen als voorbeeld gesteld worden in geheel Europa.
Over de filmvervaardiging merkte de heer Bosman op dat de meesten van
de werknemers hierin een integrerend sterk persoonlijke rol spelen. Vakman
schap, inzicht en toewijding zijn juist bij het maken van films essentiële
voorwaarden om tot een goed resultaat te komen.
Na drie dagen congresseren zijn de deelnemers uiteen gegaan. Het congres
geldt als zeer geslaagd.
494