Dit artikel werd geschreven door architect Ir. Tj. Dijkstra, en verscheen eerder in het bouwkundig weekblad, orgaan van de Bond van Nederlandsche Architecten B. N. A. gemetseld op de betonvloer. In de spouw tussen deze wanden werden geluiddem pende steenwoldekens aangebracht. De aldus verkregen brandwerende construc tie werd ter verkrijging van voldoende geluidwering aan weerszijden voorzien van een laag afgepleisterde heraklith- platen op tengelwerk. Ter vermijding van geluidslekken werd de gehele aldus ver kregen wand door het dak heen gevoerd. Mede dank zij de waardevolle adviezen van ir P. A. de Lange van de Technisch Physische Dienst T.N.O. en T.H. te Delft kon op deze wijze met lichte scheidings constructies worden voldaan aan de zeer hoge eisen die aan de geluidsisolatie tussen de twee zalen moesten worden gesteld. Zelfs tijdens de luidruchtigste scènes uit West Side Story in de benedenzaal kon men in de bovenzaal als het stil was een speld horen vallen. De verbouwing tot dubbeltheater bracht met zich mee dat twee nieuwe projectiecabines moesten worden gemaakt: één achterin de boven zaal en één tussen de vloeren van bene denzaal en bovenzaal. Het gedeelte van de oude zaalvloer dat achter deze laatste cabine overbleef werd uitgevlakt en be stemd tot pauzefoyer voor „Grand". Het gehele systeem van projectielijnen, zicht lijnen, vrije hoogte onder de projectie- lijnen en benodigde constructiehoogten liet zich, zij het met enig passen en me ten, vrij goed invoegen in het bestaande gebouw. Zoals de lengtedoorsnede laat zien bepaalde de bovenste projectielijn van „Grand" de afmetingen van het doek van „Studio 62". Het doek van „Grand" bevindt zich op ongeveer dezelfde plaats als in de oorspronkelijke toestand. De afmetingen van dit doek volgden uit de goothoogte van het gebouw en de be schikbare breedte. Hoewel in beide zalen in hoofdzaak dezelfde materialen werden gebruikt, werd toch bewust gezocht naar een verschillende sfeer, overeenkomend met het te verwachten verschil in karak ter der filmprogramma's. „Studio 62" werd zo eenvoudig mogelijk behandeld; het zolderachtige karakter van deze ruimte onder het dak werd versterkt door muren en dakconstructies te voorzien van een doorgaande betimmering van wes tern red cedar in verschillende breedten, ingepoetst met in olie gemengde kleur stof. Een eenvoudige U-vormige grijze wand van gasbetonblokken in schoon werk omsluit de achterste stoelenrijen. Het projectiedoek staat vrij in een dof zwarte ruimte en is voorzien van twee wegdraaibare purperen zijpanelen ter ver krijging van een mogelijkheid van wisse ling in beeldbreedte. Het doek wordt geflankeerd door twee geschilderde houten stoomcarrouselpaar- den. Fel oranje stoelen staan op een blauwgroene kokosvloerbedekking. Het licht komt uit twee rijen kachelpijpjes te gen het plafond en van achter de wand- leuningen. In „Grand" is minder gezocht naar beslotenheid, meer naar feestelijk heid. Strijklicht uit de koven aan weers zijden van het geknikte vrijhangende blankhouten plafond valt over een plas tisch gemetselde wand van grijze gas betonblokken. Het plafond onder het bo- ventheater is van zandkleurig zeer grof gespoten pleisterwerk. De projectiecabine is betimmerd met zwart gebeitste verti cale houten schrootjes, en heeft een glas wand aan de achterzijde, zodat de be zoekers in de foyer naar binnen kunnen kijken en de boeiende technische appa ratuur kunnen zien. Het vanuit de zaal in de foyer doorlopende tapijt is oranje, de stoelen zijn olijfgroen. De twee vo gels vóór in de zaal zijn door Schuma- cher die ook assisteerde bij het ma ken van de kleuren geschilderd op zwarte tule. Als het zaallicht langzaam uitgaat verschijnt achter deze vogels het projectie-scherm, tengevolge van het openen van een onzichtbaar zwart gordijn dat is gespannen tussen het projectie doek en het tulen gordijn. Terwijl het projectiedoek groter wordt is het of de vogels tegen de lichte achtergrond ver dwijnen. Terwijl de eerste filmbeelden op het scherm vallen wordt het tulen gordijn vrijwel ongemerkt geopend. Op deze wijze is in beide zalen veel aandacht be steed aan de verschijning van het film beeld: In „Studio 62" door het vrij in de ruimte plaatsen van het projectiescherm, zonder voordoek, in „Grand" door het creëren van een filmbeeld dat als het ware uit het niet ontstaat in de zwarte nacht. De beperkingen van de bestaande situatie deden zich bij het opknappen van entree en erboven gelegen foyers ster ker voelen dan bij de zaalverbouwing, 1. kassahal 2. ingangshal 3. voorruimte 4. naar bovenfoyer 5. garderobe 6. Grand-theater 7. projectie-cabine 8. pauzefoyer 9. toneel 10 nooduitgang 11. bovenfoyer 12. Studio '62 13. directiekantoor 14. berging 15. ouvreuses 16. buffet 17. kelder 18. airconditioning schaal 1 800 16

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1966 | | pagina 16