ZEVENTIENDE REKLAME- FILM EN T.V.-DAG In het Flora Theater te Amsterdam werd onlangs voor de zeventien de maal de Reclamefilm- en t.v.- dag gehouden, onder auspiciën van het Genootschap voor Reclame. De Voorzitter van het Genootschap, Dr J. P. Ton, wees er bij de aan vang van zijn openingsrede op, dat de belangstelling wederom groter was dan die van het vorig jaar. Toen waren er 600 bezoekers; thans was dit aantal opgelopen tot 700. Ten aanzien van de verhouding t.v.- en bioscoopreclame merkte de heer Ton enige behartenswaardige din gen op. Onder andere bracht hij onder de aandacht, dat nu de t.v.- reclame in het brandpunt staat van de belangstelling, de biscoopreclame enigermate in de verdrukking is ge komen. Dit noemde hij onjuist en onverdiend. Weliswaar heeft de tele visie het theaterbezoek ongunstig be- invloed, maar zij was daarvan niet de enige oorzaak. De welvaart biedt zoveel mogelijkheden voor de vrije tijdsbesteding, dat voor de relatief goedkope bioscoop misschien min der tijd en geld overbleef. Hij achtte het een gunstig teken, dat de aan vankelijke daling van het bezoek thans is afgezwakt. De bezoekers boven de vijftig jaar zijn niet meer teruggekeerd, maar de jeugd daar entegen blijft komen en dit houdt op zichzelf al een jaarlijkse poten tiële verbetering in. In de steden met meer dan 50.000 inwoners heb ben volgens de laatste gegevens ge durende de eerste drie maanden van dit jaar de bioscopen voor het eerst weer een bezoekstijging ge boekt. Ook elders doet zich dit ver schijnsel voor. Spreker betreurde het, dat de langdurige onzekerheid over de komst van de t.v.-reclame de adverteerders noopte tot het re serveren van grote bedragen voor dit reeds eind 1964 verwachte nieu we medium. Dit had uiteraard zijn terugslag op de bioscoopreclame. Bioscoopreclame en televisierecla me achtte de Voorzitter beslist geen vijanden; integendeel, twee zich voortreffelijk aanvullende me dia. De reclame-adviseur kan vol gens hem de bioscoopreclame niet negeren, aangezien er nog steeds 35 a 40 miljoen mensen de Neder landse bioscopen bezoeken. Deze mensen bestaan overwegend uit jeugdige bezoekers tussen de 15 en 30 jaar, bezoekers met een steeds stijgende koopkracht en een inten sieve belangstelling voor een steeds wijdere groep van artikelen. De heer Ton releveerde met voldoe ning, dat de Vereeniging van Bio scoopreclame-Exploitanten bezig is de vertoningsprijzen voor reclame films te binden aan het aantal wer kelijke bezoekers per bioscoop per week. Voorts bracht hij met vol doening onder de aandacht, dat de Vereeniging in voorbereiding heeft een onderzoek naar de structuur van het bioscoopbezoekend publiek. Veel gegevens, veel wetenschap over een reclamemedium betekent grotere belangstelling van adverteer- derszijde en daardoor weer grotere reclame-investeringen, zolang na tuurlijk het reclamemedium effi ciënt kan worden ingezet. Deze optimistische klanken over de waarde van de bioscoopreclame ook in de toekomst heeft menig bio scoopreclame-exploitant aldaar aan wezig een hart onder de riem ge stoken. Nadat de heer Ton zijn rede had be ëindigd werd overgegaan tot de ver toning van de ter beoordeling inge zonden films die in de loop van 1965 voor het eerst in een Neder lands theater werden vertoond. In gezonden waren veertien Nederland se reclamefilms. Zij waren beoor deeld door de Jury voor de Jaar prijzen, bestaande uit de heren S. C. van Vleuten, Voorzitter, namens het Genootschap voor Reclame, G. J. H. Dujardin, namens de Neder- landsche Bioscoop-Bond, H. W. Hagenberg, namens de Nederland- sche Vereeniging van Bioscoop-Ex ploitanten, A. van Heijst, namens de Bond van Adverteerders, H. Lie ve, als plaatsvervanger van de heer H. E. Janssen, namens de V.E.A. en T. de Wit namens de Bedrijfs afdeling Filmfabrikanten en Film producenten van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. Onder de ingezonden films bevon den zich vijf films op cinemascope- formaat. Er waren dit jaar geen poppen- en tekenfilms of trucfilms ingezonden. Het was dit jaar moge lijk om ook bepaalde series van films ter beoordeling voor te leggen, teneinde deze in hun geheel of per film te beoordelen. De Jury was van oordeel, dat van de veertien films ditmaal slechts twee in plaats van drie in aanmerking konden komen voor bekroning. Deze twee gelijk waardige bekroningen werden toe gekend aan (in alfabetische volgorde van de opdrachtgever): North State: „Voetbal", geprodu ceerd door de N.V. Star Film in opdracht van de British American Tobacco Company alsmede de serie van drie films House of England: „Corsica", Professor" en „Vlieg tuigen", geproduceerd door Tele- fund Holland in opdracht van House of England. De extra-prijs van de Nederlandse Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten, een week gratis vertoning in een middelgroot theater, werd toege kend aan één der House of Eng- land-films. Hierna reikte de heer Ton de medailles uit, verbonden aan de Reclamefilmprijs. De vertoning van de prijswinnende films, die van uitstekend gehalte waren, werd vervolgens herhaald en daarna gevolgd door een aantal in Nederland geproduceerde recla me t.v.-films die buiten mededin ging waren ingezonden, bestemd voor vertoning in binnen- en bui tenland. Om twaalf uur begon de vertoning van een serie buitenland se produkties van reclame-films en t.v.-spots, welke met enige korte onderbrekingen doorging tot 16.30 uur. Hieronder bevonden zich een aantal bekroonde films van het Internationaal Reclamefilmfestival 1965. Tenslotte werden vertoond een film van Carillon Films N.V., „Hoe werkt t.v.?" en een film van Les Films Pierre Rémont „Le lin". Geconcludeerd mag worden dat deze reclamefilm- en t.v.-dag van groot nut is geweest voor het film en bioscoopreclamebedrijf.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1966 | | pagina 11