Lange baan
Samenstelling arbitragecommissies
De Voorzitter, hierna het standpunt van het Hoofdbestuur
toelichtende, zei, dat het Hoofdbestuur deze moeilijke
zaak uitvoerig heeft bestudeerd. Het College heeft het
verzoek van de Afdelingsraad en de Bedrijfsafdeling
Filmverhuurders onderzocht en getoetst aan de statutaire
en reglementaire normen. Het Hoofdbestuur heeft er zich
van vergewist, dat de voorgestelde oplossing juridisch on
aanvechtbaar is. De heer Miedema herinnerde er aan, dat
hij, toen hij na het overlijden van de heer Vermin tot Bonds
voorzitter werd benoemd, verklaard heeft het als zijn voor
naamste taak te beschouwen de eenheid in de Bond onder
alle omstandigheden te handhaven. Hoewel hij aanvankelijk
bedenkingen had tegen de gedachten, die in het voorstel
waren neergelegd, heeft de heer Miedema, gehoord het
standpunt van zijn medebestuurderen, zich bij het voorstel
aangesloten. Hij had zich gerealiseerd, dat er anders een zeer
onaangename situatie zou ontstaan. Er zouden mensen op
de Hoofdbestuurszetels komen, die zich niet verzekerd weten
van het vertrouwen van de leden van de Bond. Dit vertrou
wen van de leden is een kostbaar bezit. De heer Miedema
heeft de candidaten voor het voorzitterschap nadrukkelijk
op dit aspect van de zaak geattendeerd. Hij heeft kennis
genomen van het sportieve standpunt van de heer Nijland,
die het belang van de Nederlandsche Bioscoop-Bond ge
steld heeft boven de onaangenaamheden, welke hij heeft
moeten ondervinden. In een verkiezingsstrijd worden nu
eenmaal harde dingen gezegd. Wat thans wordt voorgesteld
is de enige oplossing om te zijner tijd te komen tot een
voorzitterschap, waarop de Bond zich in zijn totaliteit kan
verenigen. De vrees is geuit, dat de regeling van het Voorzit
terschap op de lange baan zou worden geschoven, maar daar
toe is geen reden. Natuurlijk valt nog niet te zeggen hoeveel
tijd de bestudering van het vraagstuk der herstructurering
zal vergen. Op grond van zijn gesprekken met de Bonds
directeur gaf de Voorzitter de vergadering de verzekering,
dat de heer Bosman, die allerminst het voorzitterschap
ambieerde, er zo hard mogelijk aan zal werken om zich op
de kortst mogelijke termijn van deze extra last te bevrijden.
Wanneer het voorstel niet wordt aanvaard, zou er naar de
mening van het Hoofdbestuur inderdaad een gevaarlijke si
tuatie voor de Bond ontstaan.
Bij de hierna gevolgde hoofdelijke stemming werd het voor
stel van orde van het Hoofdbestuur om de vacature in het
Voorzitterschap voorlopig onvervuld te laten met 193 stem
men vóór en 82 stemmen tegen aangenomen.
Bij enkele candidaatstelling werd vervolgens de heer P. J.
N. R. Ooms tot lid van het Hoofdbestuur herkozen ver
klaard. Verder werden tot lid van het Hoofdbestuur even
eens bij enkele candidaatstelling in de vacature-Uges de
heer M. Gerschtanowitz te Amsterdam en in de vacature-
Roem de heer J. P. M. A. Smulders, eveneens te Amster
dam, verkozen verklaard.
De Voorzitter heette de nieuwe Hoofdbestuursleden wel
kom en sprak woorden van dank aan de scheidende
Hoofdbestuursleden, de heren R. Uges en C. S. Roem.
Tot leden van de Filmbeurscommissie werden herbenoemd
de heren A. J. Dresscher te Amstelveen, C. Hart te Bever
wijk en R. A. H. Herzet te Amsterdam.
Besloten werd de jaarvergadering in 1968 wederom te Am
sterdam te houden.
Het voorstel van het Hoofdbestuur om de heer Joh. Miede
ma te Sneek tot erelid te benoemen, werd bij acclamatie
aangenomen, waarop een langdurige ovatie door alle aan
wezigen volgde.
In zijn slotwoord dankte de heer Miedema voor het ver
trouwen, dat hij dertig jaar als Hoofdbestuurslid en de laat
ste elf jaar als Voorzitter heeft genoten. Hij verklaarde zich
gelukkig met het feit, dat hij ervan verzekerd is, dat de een
heid in de organisatie, waarnaar wij zoveel jaren hebben
gestreden en die wij steeds hebben weten te bewaren, op
nieuw bevestigd is.
Na nog een langdurige ovatie werd de jaarvergadering ge
sloten.
XJet Hoofdbestuur heeft inge
volge de artikelen 3 en 5 van
het Arbitrage Bondsreglement
voorzien in de vacatures in de
Raad van Beroep en de Com
missie van Geschillen, zulks met
het oog op het periodieke aftre
den van de leden dezer colleges
na de jaarlijkse ledenvergade
ring.
In de Raad van Beroep hebben twee
mutaties plaats gevonden. Tot Voorzit
ter van de Raad werd wegens het be
danken van de heer R. Uges te Rijn-
saterwoude voor deze functie benoemd
de heer C. S. Roem te Den Haag. In de
plaats van de heer E. J. Verschueren te
Hilversum werd tot lid van de Raad van
Beroep benoemd de heer S. Barnstijn te
Utrecht, die voorheen doel uitmaakte van
de Commissie van Geschillen. De heer
Verschueren werd tot lid van deze Com
missie benoemd en wisselde daarmede
met de heer Barnstijn van plaats.
Overigens kwam in de samenstelling
van de Commissie van Geschillen geen
verandering.
Op 17 juli zijn de beide colleges in een
vergadering van het Hoofdbestuur ge
ïnstalleerd door de Voorzitter, de heer
J. G. J. Bosman. Deze heeft woorden
van dank en hulde uitgesproken voor
hetgeen de heer R. Uges als Voorzitter
van de Raad van Beroep ten dienste van
de organisatie en de bedrijfsgenoten
heeft verricht. De heer Bosman noemde
het een gelukkige omstandigheid, dat de
heer C. S. Roem, die ook vroeger als
Voorzitter van de Raad heeft gefungeerd,
een nieuwe benoeming als zodanig heeft
willen aanvaarden. Met nadruk heeft de
heer Bosman de grote betekenis ge
schetst van de Bondsarbitrage zowel
voor een gezond zakelijk verkeer tussen
de leden als uit een oogpunt van rechts
vorming. Het speet spreker in het bij
zonder dat hij door zijn huidige werk
zaamheden zich genoodzaakt had gezien
het secretariaat van de Raad, dat hij ge-
gedurende tientallen jaren had vervuld,
neer te leggen. In zijn plaats is be
noemd mr. W. van Heuven Jr.
Na de installatie vond door loting de
samenstelling plaats van de Kamers van
de Raad van Beroep en de Commissie
van Geschillen.
De Raad van Beroep zal in de nieuwe
zittingsperiode in de volgende samen
stelling werkzaam zijn: C. S. Roem,
Voorzitter; D. J. van Leen, Plaatsvervan
gend Voorzitter; S. Barnstijn, W. F. Dub-
beldeman, J. Nijland en J. P. M. A. Smul
ders, Eerste Kamer; H. S. Boekman, L.
W. R. Meyer, B. W. G. van Royen en
A. F. Wolff, Tweede Kamer.
De Commissie van Geschillen is thans
als volgt samengesteld: C. van Willigen,
Voorzitter; J. de Wilde, Plaatsvangend
Voorzitter; C. J. Blad en Mr. J. M. Lan-
dré, Eerste Kamer; W. Hulshoff Pol en
L. J. Paerl, Tweede Kamer; E. J. Ver
schueren en H. Zondervan, Derde Ka
mer.