geschikt om het oude en nieuwe Curagao tegenover
elkaar te stellen; daar waar die twee werelden el
kaar ontmoeten en botsen gebeurt dat in deze film
op een werkelijk dramatische manier en bovendien
zo, dat de sfeer der menselijke verhoudingen op het
eiland er voelbaar door wordt.
De Jury verheelt zich niet, dat de schrijver van het
scenario van Creutzberg's film, Boeli van Leeuwen,
een duidelijk aandeel geleverd zal hebben in de uit
breiding van Creutzberg's wereld, zoals die in deze
film tot uitdrukking komt, maar de uitwerking daar
van is vaak op sublieme wijze bewerkstelligd.
De kansen op een duidelijke pathetiek die in de film
aanwezig zijn, heeft de filmer door een korte, droge
verteltrant weten te bevechten; zijn keuze van men
sen en achtergronden is in dit opzicht volkomen af
doende en in de bewogenheid die de film zeker op
roept is de entourage van het eiland volledig mede
speler, zo niet hoofdpersoon.
Juist deze omstandigheid: het zo actief meespelen
van het land zelf waarover de film gemaakt werd,
geeft aan „Corsow" iets uitzonderlijks, waarvoor
kleine zwakheden in de film als de lange inleiding
en enkele gemakkelijke typeringen, zeker moeten
wijken bij de beoordeling.
Het verheugt de Jury de Minister te kunnen voor
stellen Peter Creutzberg de Staatsprijs 1967 toe te
kennen en daarmee een filmer te eren in wiens ont
wikkeling „Corsow" een duidelijke verrijking is en
een staal van artistieke en vaktechnische rijheid.
De Jury wil tot slot niet nalaten op te merken, dat de
tekenfilm van Rupertvan der Linden, ,,De bloemen"
haar getroffen heeft als een verrassend werk in een
te onzent weinig beoefend genre; vooral om zijn
idee en zijn grafische verdiensten.
Voort heeft de Jury behoefte om de duidelijke be
loften in het werk van Renee Daalder en Adriaan
Ditvoorts en hun onmiskenbare kwaliteiten om als
regisseur een direct herkenbare en persoonlijke
sfeer op te roepen, als een zeer gunstig verschijnsel
in het Nederlandse filmen naar voren te brengen.
Amsterdam, 7 juni 1967.
De Jury:
A. Koolhaas, voorzitter
H. Bals, lid
Ch. Huguenot van der Linden, lid
F. Rademakers, lid
J. Vrijman, lid
G. J. van der Molen, secretaris
Filmweek is gegeven, heeft nog eens de aandacht
gevestigd op het vaak zeer degelijke en betrouw
bare camerawerk, dat in die begintijd van onze
speelfilmindustrie werd geleverd en dat ons weer
eens op de namen van camera-pioniers als Henk
Alsem en Andor von Barsy attent maakte. Betekent
een actuele onderscheiding in het algemeen tegelijk
een hommage aan de voorgangers van de bekroon
de, dan moet het noemen van de huidige winnaar
van de Zilveren Roos als een zwijgende hulde wor
den gezien aan de vele voortreffelijke cameramen
sen, die onze speelfilmindustrie in haar langjarig
bestaan heeft gekend.
Na wat zojuist is gezegd over de creatieve camera
man zal het weinigen verbazen, dat uiteindelijk de
voorkeur van de jury is uitgegaan naar Gerard van
den Berg, die zij unaniem heeft voorgedragen als
candidaat voor de Zilveren Roos.
Gerard van den Berg mag met recht de mede
auteur worden genoemd van de films, die hij heeft
oefotografeerd.
Zich in alle gevallen richtend naar de bedoelingen,
de mentaliteit en de stijl van de regisseur, heeft hij
toch een eigen bijdrage geleverd aan talrijke korte
en lange films, zowel in Nederland als daarbuiten
aemaakt.
Van de twee nederlandse speelfilms, die hij in de
afgelopen jaren maakte: „Een ochtend van zes we
ken" van Nikolai van der Heyde en: „Het Gangster
meisje" van Frans Weisz (de derde „To grab a ring"
is nog niet voltooid en kon door de jury niet in haar
oordeel worden betrokken) valt op hoe op geheel
verschillende wijze datgene, wat de regisseur voor
de camera had geplaatst, door van den Berg in zijn
meest essentiële „bewogenheid" op celluloid is
vastgelegd. Juist het zich dienstbaar maken aan de
situatie, aan het spelersmateriaal, de objecten en de
achtergrond, deden hem het leven voor de lens op
de meest genuanceerde manier betrappen.
Zijn bewegelijkheid met de camera heeft grote ver
maardheid verkregen, maar evenzeer is zijn gebruik
van het tele-objectief tot een geheel eigen lyrische
vormtechniek geëvolueerd.
Als persoonlijkheid heeft hij een grote, vruchtbare
en stimulerende invloed met name op de ontwikke
ling van de jongste nederlandse film gehad.
De Jury:
Dr. J. M. L. Peters, Voorzitter
Ch. Boost
A. J. van Dijk
C. A. Koppies
R. A. P. du Més