Overgangssituatie
kapitaal van de Weerstandskas bedragen tot een maximum
van 300.000,- in totaal tijdelijk beschikbaar te stellen ten
behoeve van het Productiefonds voor Nederlandse Films, en
ten tweede uit de Weerstandskas voor 1967 een bedrag tot
een maximum van 200.000,-, zulks met het oog op de
financiering van Nederlandse speelfilms, ten behoeve van
hetzelfde Fonds beschikbaar te stellen. Het bedrag van
maximum 300.000,- kan worden aangewend voor het
verdisconteren van garantiecontracten van leden-bioscoop-
exploitanten. In zijn toelichting had het Hoofdbestuur ver
klaard, dat van de machtiging geen gebruik zal worden
gemaakt dan nadat de zekerheid is verkregen, dat binnen
redelijke tijd bevredigende regeringsmaatregelen zullen wor
den getroffen, die leiden tot verlichting van de op het
film- en bioscoopbedrijf rustende fiscale lasten en bijgevolg
tot een verbetering van het economisch klimaat in deze be
drijfstak in zijn geheel.
De vergadering besloot de gevraagde machtiging met in
achtneming van de verstrekte toelichting te verlenen.
Nadat de heer E. Alter kritiek had uitgeoefend op de verho
ging van de posten sociale verzekeringen en pensioenverze
keringen en de Voorzitter had uiteengezet, dat aan de stij
ging der sociale lasten niet valt te ontkomen en dat er een
achterstand op het gebied der pensioenverzekering moet
worden ingelopen, werd de Begroting van Ontvangsten en
Uitgaven over 1967 goedgekeurd.
Aan de orde werd hierna gesteld een voorstel van orde, in
gediend door het Hoofdbestuur, om de vacature in het Voor
zitterschap voorlopig onvervuld te laten. In de toelich
ting werd verwezen naar een desbetreffend verzoek van de
Afdelingsraad, ondersteund door het Bestuur van de Be
drijfsafdeling Filmverhuurders. De Afdelingsraad had ge
constateerd, dat zich verwikkelingen hebben voorgedaan
in verband met de voorziening in de voorzittersvacature,
ontstaan door het aftreden van de heer Joh. Miedema.
Daarom achtte de Afdelingsraad het mede met het oog
op de eventuele structuurherziening van het Bondsbestel be
ter de vacature voorlopig onvervuld te laten en het Hoofd
bestuur te verzoeken voorshands in de waarneming van het
Voorzitterschap te voorzien op de wijze als bedoeld in ar
tikel 19 der Statuten en aan de eerstvolgende ledenvergade
ring zodanige voorstellen te doen als dienstig zal worden
geoordeeld tot de oplossing van de problemen als thans zijn
gerezen.
De Voorzitter gaf een nadere toelichting op het voorstel,
waarbij hij wees op de grote vraagstukken, waarmede wij
worden geconfronteerd. Wij bevinden ons, aldus de heer
Miedema, op het stuk van de organisatorische structuur in
een overgangssituatie, die een bijzondere sfeer van werken
vraagt en de behoefte schept om afstand te nemen, teneinde
voor alle groepen in ons bedrijf zoveel als mogelijk is aan
vaardbare oplossingen te bereiken. Het is het Hoofdbestuur,
zo vervolgde de Voorzitter, uit de rapporten van de afde
lingen gebleken, dat, hoewel er candidaten voor het voor
zitterschap beschikbaar zijn, dienaangaande niet slechts
geen eenstemmigheid aanwezig is, doch dat in het bijzonder
de verschillende bedrijfsgroepen zich daarop bezwaarlijk
kunnen verenigen en dat juist op een ogenblik, dat zulk