Italië hield zich staande
Herstel
Televisie
15
rechtstreekse en doeltreffende deel
name van Uw bedrijf in de Europese
filmproduktie.
De filmhandel kent geen grenzen
meer: de film is in steeds sterkere
mate een internationaal produkt ge
worden, dat bestemd is voor het
grootst mogelijke aantal markten. Het
is daarom zeer nuttig om thans in
kort bestek de algemene situatie van
de film op de wereldmarkt te over
zien.
"l\^anneer men begint met het
sterkste produktieland, de Ver
enigde Staten, dan kan men onmid
dellijk waarnemen dat daar sprake is
van een duidelijk herstel, van zowel
het bioscoopbezoek als de filmpro
duktie. Na een lange crisis die het
aantal bioscoopbezoekers heeft ge
halveerd van 4 tot 2 miljard per jaar,
is sedert 1965 een lichte maar con
stante stijging van het bezoek inge
treden. Men bouwt nieuwe bioscopen,
vooral in de winkelcentra van de
nieuwe woonwijken en de jaarlijkse
exploitatie-opbrengst van films heeft
een zeer hoog cijfer.
Deze verbetering op de binnenlandse
markt, zowel als die bij de export, is
gevolgd door een financiële „boom"
bij de grote Amerikaanse filmmaat
schappijen. Alle filmbedrijvigheden
hebben in Wall Street een geweldige
hausse ten gevolge gehad en de win
sten hebben een zeer hoog niveau
bereikt.
De vraag rijst hoe deze omwenteling
in de economische situatie van het
Hoüywoodse filmbedrijf valt te ver
klaren.
Aan de reeds bestaande gunstige om
standigheden voor de Amerikaanse
filmindustrie, te weten het beschik
baar zijn van een zeer grote Engels
sprekende markt en een perfecte we
relddistributie-organisatie, zijn on
langs twee nieuwe gunstige factoren
toegevoegd, namelijk een grondige
verandering in de verhoudingen tus
sen het film- en televisiebedrijf en
een zeer verstandige maatregel van
de producenten, die neerkomt op
concentratie van financiële-, techni
sche- en artistieke middelen op een
kleiner aantal films dan voorheen,
films echter met een stijgend specta
culair karakter. Tenslotte is het van
belang te weten, dat door industrië
len uit andere sectoren van het Ame
rikaanse economische leven, nieuwe
grote kapitalen in het filmbedrijf wer
den geïnvesteerd.
T-Jet Amerikaanse filmbedrijf heeft
thans de strijd tegen de televisie
gestaakt. Het levert aan de grote
Amerikaanse televisiemaatschappijen
tegen forse prijzen bijzondere films,
waardoor de waarde van de grote
filmvoorraden die elke maatschappij
bezit, sterk is gestegen (alleen al de
maatschappij van Walt Disney kent
een waarde van 250 miljoen dollar
toe aan de oude films die zij in voor
raad heeft). Bovendien zijn de
„mayorcompanies" begonnen films te
produceren voor de televisie en is de
televisie begonnen met het financie
ren van films die in eerste aanleg be
stemd zijn om twee of drie jaar in
de bioscopen te worden vertoond en
daarna voor televisie-uitzendingen ge
bruikt zullen worden.
Er is dus voldoende om de gunstige
ontwikkeling in het Amerikaanse
filmbedrijf te verklaren. Interessant
is nog om te weten dat de gemiddelde
kostprijs van de nieuwe Hollywood-
produkties een bedrag van drie mil
joen dollars per film beloopt.
In Europa is de economische situatie
van het film- en bioscoopbedrijf to
taal anders, namelijk veel moeilijker.
Ten aanzien van het filmbedrijf in
de landen achter het IJzeren Gordijn
is er sprake van een staatsmonopolie.
Dat wil zeggen dat de filmeconomie
daar niet afhankelijk is van de markt
wetten, maar berust op politiek en
staatsinvesteringen. Het bioscoopbe
drijf is sterk ontwikkeld en wordt
door de staat beschermd. De officiële
Russische statistieken spreken van
100.000 bioscopen (waarin begrepen
culturele zalen van arbeidersverenigin
gen), maar de produktie heeft tot
dusverre geen bevredigende distribu
tie op andere markten weten te berei
ken, zulks met uitzondering van en
kele bijzondere films.
De laatste tijd hebben Rusland en an
dere Oostbloklanden een bijzondere
interesse getoond voor co-produkties
met Westerse landen. Zo is bijvoor
beeld met Italië een co-produktie-
akkoord tot stand gekomen tussen
Rusland, Tsjecho-Slowakije, Roeme
nië, loegoslavië en Bulgarije. De uit
wisseling van films tussen Oost en
West is in ieder geval nog zeer be
perkt, als gevolg van bestaande staats
monopolies.
In de zes landen van de E.E.G. en
in andere West-Europese landen, zo
als Engeland en Zweden, welke lan
den dank zij de gezamenlijke pogin
gen van Italië en Nederland naar ge
hoopt wordt in de toekomst tot de
gemeenschappelijke markt zullen toe
treden, is de situatie bijzonder com
plex.
r^E concurrentie van de kant van
de televisie, de motorisering en
de overige vrijetijdsbestedingen heb
ben het aantal bioscoopbezoekers
sterk verlaagd. 80% terugloop in En
geland, 60% in Duitsland, 50% in
Frankrijk, België en Nederland en
30% in Italië. Meer dan een miljard
bioscoopbezoekers zijn in de zes
E.E.G.-landen verloren gegaan. 1700
bioscopen zijn in Engeland gesloten,
terwijl daar het aantal geproduceerde
films in 1968 met 50% is teruggelo
pen. Het Italiaanse film- en bioscoop
bedrijf heeft zich beter staande kun
nen houden dan dat van de andere
landen. De kaartverkoop van de Ita
liaanse bioscopen was in 1968 groter
dan dat van de gezamenlijke biosco
pen in de andere E.E.G.-landen (580
miljoen entreebewijzen met een re
cette van 165 miljard lire, zijnde 265
miljoen dollar).
Ook het aantal nieuwe produkties in
Frankrijk, Duitsland en Engeland
vertoonde een terugloop van 50%.
Alleen in Italië is de produktie van
het aantal hoofdfilms, 265 in 1968,
hoger geweest, ik zou haast willen
zeggen te hoog, ten opzichte van de
gemiddelde produktie van de laatste
tien jaar.
Als oorzaak van deze gunstige resul
taten van het Italiaanse bedrijf kan
men twee factoren noemen, te weten
het bestaan van een industriële basis
gekoppeld aan moderne inrichting
van studio's, laboratoria en andere
technische bedrijven, alsmede een
open politiek voor een zo ruim moge
lijke internationale samenwerking met
alle Europese en Amerikaanse film
bedrijven. Gedurende de laatste vijf
tien jaar heeft Italië meer dan 1500
films in internationaal-Europese co-
produktie vervaardigd en in het lo
pende jaar heeft de verkoop van Ita
liaanse films naar het buitenland, de
deelneming van het Amerikaanse
filmbedrijf in de financiering en de
distributie van Italiaanse films, aan
het nationale bedrijf meer dan 60