Gasten van
over de
grenzen
Slotwoord
23
De heer S. F. Gronich, directeur van
het kantoor van de M.P.E.A. op het
Europese continent, bracht groeten en
gelukwensen mee van het Amerikaan
se vasteland. De heer R. Annez, als
voorzitter van de Vereniging van
Kinemabestuurders van België, feli
citeerde namens onze zuiderburen en
releveerde de solidariteit in de Bene
lux.
De heer WHemelraad bracht de
dank over van het hoofdbestuur aan
allen, die op enigerlei wijze deel had
den gehad aan het welslagen van de
jubileumviering, maar betrok in het
dankwoord ook de aanwezige ere-
leden de heren C. van Willigen, C. S.
Roem en Joh. Miedema voor het
geen zij voor de organisatie hebben
betekend, en tenslotte ook bondsdi
recteur Bosman voor zijn leiding en
de wijze, waarop onder hem het plan
tot herstructurering van de Bond
werd gerealiseerd.
Als voorzitter van het hoofdbestuur
sprak tenslotte de heer Bosman
een dankwoord tot allen. In het bij
zonder beantwoordde hij de sprekers
met woorden vol erkentelijkheid. Zich
tot de buitenlandse gasten richtend
zei hij:
„Wij zijn een klein land, wij hebben
een klein bedrijf, maar een grote
organisatie. Dat hebt U kennelijk
door Uw komst ook tot uitdrukking
willen brengen. Ik wil U wel zeggen
waarom wij deze grote organisatie
nodig hebben. Wij leven namelijk in
de diaspora van de film, in een ge
bied dat in zijn vrijetijdsbesteding wat
zijn bewoners betreft nog altijd een
beetje last heeft van frustraties in
traditie en karakter, om maar niet
te spreken van het weerbericht. Wij
missen de theaterculturele ontwikke
ling van vele landen en wij missen
het geluksmoment van de komst van
de film zonder theatercultuur. Dit
tekort moeten wij en dat moesten
wij ook al toen er nog geen televisie
en nog geen motorisering was be
talen met een bezoekersfrequentie
die 50% lager ligt dan die van het
buitenland.
Van de andere kant is de kleine we
reld die ons is toegemeten een uiterst
kritische wereld, een wereld die ten
opzichte van datzelfde buitenland
uitermate selectief is ingesteld. Er is
een tijd geweest dat wij hier twee
ministers van Buitenlandse Zaken
hadden. Toen men één van deze twee
excellenties vroeg waarom een zo
klein land twee ministers van Buiten
landse Zaken nodig had, antwoordde
deze dat ons buitenland zo groot is.
Zo is ook de kijk van de Nederlan
der.
Met wat ik zo juist gezegd heb, heb
ik niets denigrerends willen zeggen. De
Nederlander is een kosmopoliet. Hij
kijkt naar de gehele wereld en kijkt
snel naar alle kanten over de grenzen
heen. Zo is het ook met de film. Zij
die hier film willen zien, willen het
vlug zien en zij willen het beste zien
dat het buitenland te bieden heeft,
het beste commercieel en esthetisch.
Wij die dat allemaal moeten verzor
gen, moeten op de been blijven en,
gezien de zojuist genoemde frustra
ties èn gezien dat grote buitenland,
hebben wij in deze drassige grond een
paar stevige heipalen laten zakken,
waarop ons organisatorisch huis is
gebouwd. Vanuit klimatologisch oog
punt en uit een oogpunt van binnen
lands leefklimaat, een leefklimaat
waarop wij, dat willen wij U nog
wel verzekeren, trots zijn, zit het goed
in elkaar. Wees verzekerd dat wij
nochtans ook op ons terrein in het
teveel aan buitenland onze ogen goed
de kost geven. Onze mensen denken
modern en zijn zich diep bewust van
de grote maatschappelijke verande
ringen die onze bedrijfstak niet onbe
roerd laten.
Wij zijn bereid om, als de vermake-
lijkheidsbelasting wordt afgeschaft,
alle takken van ons bedrijf te doen
delen in de betere inkomsten. Van
onze kant mogen wij verwachten, dat
men ons in onze moeilijke positie geen
abnormale eisen stelt. Er is ontzaglijk
veel nodig voor de filmontwikkeling,
dat zij onzerzijds graag erkend. En
het is een eis van overheid en bedrijf
een reserve aan te houden voor onze
nationale productie. Er is echter bo
venal bij onze leden-exploitanten een
reserve nodig om het product zodanig
te lanceren, dat het in de moeilijke,
maar boeiende jaren die komen gaan,
het grootst mogelijke profijt opbrengt.
Wij mogen een lastig partner zijn,
maar wij zijn een partner die zijn
prijs betaalt en wel contant.
Uw aanwezigheid hier bij ons jubi
leum heeft ons gestimuleerd voort te
gaan met ons werk en wel in een
zojuist gereconstrueerde organisatie,
die zich sterk zal bezinnen op wat
ons in de komende jaren te doen
staat. Wees ervan overtuigd, dat wij
in het internationale kader graag wil
len meewerken aan al datgene wat
ons bindt en graag willen meehelpen
te slechten wat ons daar verdeeld
houdt."
Dr E. Monaco, Voorzitter Bu
reau International du Ciné
ma en het Comité de 1'Indus-
trie Cinématographique Euro-
péenne
A. Trichet, Algemeen Secreta
ris U.I.E.C. (Union Interna
tionale de 1'Exploitation Ciné
matographique)
J. Agusti, Voorzitter F.I.A.D.
(Fédération Internationale
des Associations de Distribu
teurs de Films)
R. Annez, Voorzitter Vereni
ging van Kinemabestuurders
van België
L. Hemelaer, Voorzitter Bel
gisch Verbond der Filmver
huurders
H. Woeller, Vice-Voorzitter
Hauptverband Deutscher
Filmtheater e.V.
S. F. Gronich, Director Euro-
pean Continental Office van
de Motion Picture Export
Association of America
A. Filson, Directeur van The
Film Production Association
of Great Britain