Onze
Herdenking
NEDERLANDS FILMMUSEUM
AMSTERDAM
Toen de algemene vergadering van onze organisatie het hoofdbestuur een crediet toe-
stond ter viering van het gouden bondsjubileum, verbond zij daaraan de restrictie, dat
het geld niet mocht worden gebruikt voor uitbundig feestbetoon. Het was een wat overbodige
bestedingsbeperking, omdat het hoofdbestuur bepaaldelijk niet van plan was de feestmuts op
te zetten; het had wel andere zorgen. Niettemin is deze bijzonderheid tekenend voor de om
standigheden, waaronder een zeldzaam gouden feest gevierd moest worden, zeldzaam vanwe
ge de jubilaris, zeldzaam ook omdat zijn naam bijna even oud is als het bedrijf, dat er door
verenigd wordt. Maar wanneer men terugziet op een jaar, dat de grootste teruggang in het
aantal bezoekers laat zien uit de bioscoophistorie en voor het eerst ook een daling in de totale
ontvangsten, ondanks de enorme kostenstijgingen, dan is de reserve, waarmee deze unieke her
denking binnen de perken werd gehouden, begrijpelijk en verantwoord.
Het ware denkbaar geweest, dat bij de opzet het gebruikelijke patroon verlaten was, voor leden
en gasten de bloemen waren buiten gezet en de viering als geheel geplaatst was in een maat
schappelijk, artistiek of wetenschappelijk filmperspectief, waarbij over de huidige misère heen
kijkend nieuwe ruimten en nieuwe verten waren geopend voor het Nederlandse filmbestel. Men
zou dan zonder twijfel in de kaart hebben gespeeld van het teveel aan wonderdokters, die
onze kleine filmwereld willen cureren. Maar met de nuchtere wetenschap, dat achter de gla
mour, die men kennelijk van ons bedrijf verwacht, een keiharde werkelijkheid staat, is het
niet zo moeilijk geweest om ook in. de jubelstemming van het vijftig-jarig bestaan met de be
nen op de grond te blijven. Slechts met inspanning van onze gezamenlijke kracht en mits de
voorstellen van de regering worden aanvaard tot wegneming van de overbelasting, die ons
voortdurend in onze noodzakelijke ontwikkeling belemmert, zal ons bedrijf misschien uit de
huidige impasse gehaald kunnen worden en zodanig aangepast, dat we internationaal een beetje
mee kunnen. Achter het glimlachend gezicht van de jubileumviering stak daarom het grim
mig beraad, dat door het uitblijven van belastingherziening en tijdelijke tegemoetkoming tot
drastische en zeer uitzonderlijke maatregelen van bondswege heeft geleid ter overbrugging van
de toenemende moeilijkheden.
Moge dan de scherpe waarnemer niet zijn ontgaan, dat een zekere matheid over de viering
van ons vijftig-jarig bestaan lag, door haar eenvoud en stijl heeft zij nochtans de betekenis van
het jubileum recht doen wedervaren en hebben de belangstelling van Koninklijk Huis en
minister, alsook het internationale medeleven, het geheel een gepaste luister verleend.
En voor wie goed heeft willen horen, zijn er voldoende behartenswaardige dingen gezegd, waar
aan menig program te wijden valt op de congressen, welke de nieuwe Bioscoopbond voortaan
statutair zal moeten houden.
„De hernieuwde ontwikkeling van ons bedrijf in een totaal gewijzigd bestedingspatroon vraagt
groter vakmanschap", betoogde de bondsdirecteur, „zowel bij productie, verhuur als exploitatie".