Prijzen Première Koninklijk bezoek 30 de desbetreffende films aan het uitge sloten lid op een betreurenswaardige emis sie berust en dat de N.V. maatregelen zal treffen om herhaling te voorkomen; dat het Hoofdbestuur heeft overwogen, dat de leden-filmverhuurders dank zij de reglementaire voorziening, neergelegd in de artikelen 9 en volgende der Bonds- voorwaarden, verzekerd zijn van con tante betaling van door de leden-bio scoop-exploitanten verschuldigde ïilm- huur, hetgeen de filmverhuurders in ons land, gezien de internationale constella tie ter zake in de filmhandel, in een unieke, bevoorrechte positie plaatst; dat met het oog op de uitzonderlijke betekenis voor de filmverhuurders van het in de Bondsvoorwaarden verankerde stelsel van contante betaling van hen mag worden verwacht, dat zij alles in het werk zullen stellen om een vlekke loze functionering van dat stelsel te waarborgen; dat het Hoofdbestuur derhalve van oor deel is, dat het beroep op emissie met name in het kader van de onderhavige Bondsregeling niet als excuus kan wor den aanvaard en zulks te minder, omdat het feit van de continuering der uitslui ting van week tot week door middel van circulaires ter kennis is gebracht van de leden-filmverhuurders; dat het Hoofdbestuur mitsdien heeft be sloten de N.V. de straf van boete, als bedoeld in artikel 18 der Statuten op te leggen, met dien verstande, dat het. in aanmerking genomen de omstandigheid, dat de overtreding slechts betrekking heeft op één vertoningsweek en mede gelet op het omzetniveau van de betrok ken bioscoop, de hoogte van de boete in dit geval heeft willen beperken tot 100,—. Toepassing van artikel 18 der Statuten. Ter zake van het feit: dat N.V. Netherlands Fox Film Corpora tion, postbus 3326, Amsterdam, niettegen staande de door de Filmhuurschuld-Com- missie krachtens artikel 14 der Bonds voorwaarden. uitgesproken uitsluiting van een lid-bioscoopexploitant, te weten de Stichting R.K. Jeugdcentrale te Dru- nen, aan dit lid films heeft geleverd en bijgevolg genoemd artikel heeft overtre den. herft het Bestuur besloten de N.V. in gevolge artikel 18 der Statuten de straf van boete ten bedrage van 100,(een honderd gulden) op te leggen. Deze beslissing is genomen op grond van de overwegingen da: de Filmhuurschuld-Commissie ten aanzien van het lid-bioscoopexploitant de Stichting R.K. Jeugdcentrale te Dru- nen ingaande 1 december 1968 de uit sluiting heeft uitgesproken als bedoeld in artikel 14 der Bondsvoorwaarden. het geen in samenhang met artikel 18 der Statuten (voorheen artikel 15 der Sta tuten! impliceert, dat met het lid op het gebied van het film- en bioscoopbedrijf geen zaken mochten worden gedaan, zo lang de uitsluiting niet was geëindigd; dat de N.V. voor vertoning door het be wuste lid-bioscoopexploitant in de spe^l- wedk, aangevangen 25 december 1968, twee filmprogramma's hebt geleverd, hoe wel de uitsluiting toen nog voortduurde; dat het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders zich conform artikel 13 C van het Reglement van de Bedrijfsafde- lin Filmverhuurders tot het Hoofdbestuur heeft gewend met het verzoek de N.V. wegens deze overtreding van het ]eve- ringsverbod een der in artikel 13 der Statuten genoemde straffen op te leggen; dat het Hoofdbestuur naar aanleiding van deze overtreding en het verzoek van genoemd afdelingsbestuur tot behande ling krachtens artikel 18 der Statuten is overgegaan en de N.V. deswege voor verhoor heeft opgeroepen; dat Uwerzijds bij dit verhoor in hoofd zaak is verklaard, dat de levering van de desbetreffende films aan het uitge sloten lid op een betreurenswaardige emissie berust en dat de N.V. maatrege len zal treffen om herhaling te voor komen; dat het Hoofdbestuur heeft overwogen, dat de leden-filmverhuurders dank zij de reglementaire voorziening, neergelegd in de artikelen 9 en volgende der Bonds voorwaarden, verzekerd zijn van con tante betaling van door de leden-bio- scoopexploitanten verschuldigde film- huur, hetgeen de filmverhuurders in ons land, gezien de internationale constella tie ter zake in de filmhandel, in een unieke, bevoorrechte positie plaatst. dat met het oog op de uitzonderlijke betekenis voor de filmverhuurders van het in de Bondsvoorwaarden verankerde stelsel van contante betaling van hen mag worden verwacht, dat zij alles in het werk zullen stellen om een vlekkeloze functionering van dat stelsel te waarbor gen; dat het Hoofdbestuur derhalve van oor deel is, dat het beroep op emissie met name in het kader van de onderhavige Bondsregeling niet als excuus kan wor den aanvaard en zulks te minder, omdat het feit van de continuering der uitslui ting van week tot week door middel van circulaires ter kennis te gebracht van de leden-filmverhuurders dat het Hoofdbestuur mitsdien heeft be sloten de N.V. de straf van boete, als bedoeld in artikel 18 der Statuten op ie leggen, met dien verstande, dat het, in aanmerking genomen de omstandigheid, dat de overtreding slechts betrekking heeft op één vertoningsweek en mede gelet op het omzetniveau van de betrok ken bioscoop, de hoogte van de boete in dit geval heeft willen beperken tot 100 Toepassing van artikel 18 der Statuten. Ter zake van het feit: dat Filmverhuurkantoor Centrafilm N.V., Badhuisweg 91, 's-Gravenhage, niettegen staande de door de Filmverhuurschuld- Commissie krachtens artikel 14 der Bonds voorwaarden uitgesproken uitsluiting van een lid-bioscoop-exploitant, te weten de Stichting R.K. Jeugdcentrale te Dru ilen, aan dit lid films heeft geleverd en bijgevolg genoemd artikel heeft over treden. heeft het Hoofdbestuur besloten de N.V. ingevolge artikel 18 der Statuten de straf van boete ten bedrage van ƒ500, (vijfhonderd gulden) op te leggen. Deze beslissing is genomen op grond van de overwegingen: cai de Filmhuurschuld-Commissie ten aanzien van het lid-bioscoop-exploitant de Stichting R.K. Jeugdcentrale te Dru- nen, ingaande 10 december 1968 de uit sluiting heeft uitgesproken als bedoeld in artikel 14 der Bondsvoorwaarden, het geen in samenhang met artikel 18 der Statuten (voorheen artikel 15 der Sta tuten) impliceert, dat met dat lid op het gebied van het film- en bioscoopbedrijf geen zaken mochten worden gedaan, zo lang de uitsluiting niet was geëindigd; dat de N.V. het bewuste lid-bioscoop exploitant voor vertoning in de speel we ken, aangevangen respectievelijk op 12 december 1968, 19 december 1968, 25 de cember 1968, 1 januari 1969 en 9 januari 1969, in totaal zeven filmprogramma's hebt geleverd; dat het Bestuur van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders zich conform ariikel 13 C van het Reglement van de Bedrijfs afdeling Filmverhuurders tot het Hoofd bestuur heeft gewend met het verzoek de N.V. wegens deze overtreding van het leveringsverbod een der in artikel 18 der Statuten genoemde straffen op te leggen; dat het Hoofdbestuur naar aanleiding van deze overtreding en het verzoek van genoemd afdelingsbestuur tot behande ling krachtens artikel 18 der Statuten is overgegaan en de N.V. deswege voor verhoor heeft opgeroepen; dat Uwerzijds bij dit verhoor is ver klaard, dat de N.V. op 13 december 1968 en 3 januari 1969 telegrammen heeft ge zonden aan de betrokken bioscoopexploi tant ter voorkoming van de vertoning van films die door andere bioscopen wa ren doorgezonden, doch dat de films in kwestie desondanks in de respectieve speelweken van 12 december 1968 en 1 januari 1969 waren vertoond; dat voorts is aangevoerd, dat er mede als gevolg van ziekte bij de afdeling boe king fouten zijn gemaakt, die door de N.V. zeer worden betreurd; dat het Hoofdbestuur heeft overwogen, dat de leden-filmverhuurders dank zij de reglementaire voorziening, neergelegd in de artikelen 9 en volgende der Bonds voorwaarden, verzekerd zijn van contante betaling van door de leden-bioscoopex- ploitanten verschuldigde filmhuur, het geen de filmverhuurders in ons land, ge zien de internationale constellatie ter zake in de filmhandel, in een unieke, be voorrechte positie plaatst; dat met het oog op de uitzonderlijke be tekenis voor de filmverhuurders van het in de Bondsvoorwaarden verankerde stel sel van contante betaling van hen mag worden verwacht, dat zij alles in het werk zullen stellen om een vlekkeloze functio nering van dat stelsel te waarborgen: dat het Hoofdbestuur de door de N.V. afgelegde verklaringen in het licht van de onderhavige Bondsregeling derhalve niet als excuus kan aanvaarden en zulks te minder, omdat het feit van de con tinuering der uitsluiting van week tot week door middel van circulaires ter ken nis is gebracht van de leden-filmverhuur ders; dat het Hoofdbestuur nog begrip herEt voor het feit, dat de filmvertoning gedu rende de speelweek van 12 december 1968, de eerste week volgende op de uit spraak van de Filmhuurschuld-Commissie. met het oog op de korte termijn niet meer kon worden verhinderd, doch dat alle nadien verrichte leveringen uiteraard hadden kunnen en moeten worden voor komen; dat de aard van de overtredingen des te ernstiger is, omdat uit de verzending van telegrammen aan het desbetreffende lid blijkt, dat het leveringsverbod U niet is ontgaan, weshalve U ten aanzien van dit lid extra zorgvuldig te werk had moe ten gaan; dat het Hoofdbestuur mitsdien heeft be sloten de N.V. de straf van boete als be doeld in artikel 18 der Statuten op te leggen, in dier voege, dat, in aanmerking genomen de opeenvolging van overtredin gen aan de ene kant en het omzetniveau van de bewuste bioscoop aan de andere kant, de hoogte van de boete is bepaald op 500,—. Joop Geesink Produkties kregen op het 16e internationale filmfestival voor tv- en bioscoopreclame films te Cannes prijzen. In de kategorie kos- metische produkten tot een lengte van 30 seconden won Geesinks „Ar- cansil'' de eerste prijs, de Gouden Leeuw. „Arcansir had 51 mededin gers. Ken Randali regisseerde het filmpje naar een idee van het reclamebureau Kirschner Vettewinkel van Hees en Partners te Amsterdam. Film- en muziekminded Nederland verzamelde zich op 21 juni in de kortste nacht in Tuschinski-Metropo- le te Den Haag voor de vóór-premiè re van Universal International's „Sweet Charity'\ Leuk was het idee om stickers op onze revers te plakken en een aanvulling voor de discotheek als souvenir mee te geven. In de Staatscourant werd bericht, dat koningin Juliana en prins Bern hard voornemens zijn op 25 september in Tuschinski te Amsterdam de premiè re bij te wonen van „The Battle of Britain".

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 29