^^s- Jaarlijkse vergadering Bondsraad Bond kreeg nieuwe voorzitter en benoemde drie ereleden Onze taak: Goodwill voor bedrijf versterken Tijdens de jaarlijkse ver- gadering van de Bonds raad van de Nederlandse Bioscoopbond, gehouden in het Hilton Hotel te Amster dam op dinsdag 3 juni heeft de Bondsraad de heer J. G. J. Bosman gekozen tot voor zitter. De raad benoemde met grote instemming de heren L. W. R. Meyer, W. K. G. van Royen en A. F. Wolff tot erelid, wegens hun bij zondere verdiensten voor organisatie en bedrijf. In zijn welkomstwoord heette de, op dat moment nog bondsdirecteur en (waarnemend-) voorzitter, de heer Bosman de erele den L. Groen, Joh. Miedema en C. S. Roem welkom, hen dankend voor hun warme belangstelling voor de werkzaamheden van de Bondsraad, die zij krach tens reglementair recht mo gen bijwonen. Niet optimistisch FILMWEEK ARNHEM NADERT A an de openingsrede van de voor zitter, de heer J. G. J. Bosman, ontlenen wij het volgende: „Na het vele dat er gezegd is bij de zo geslaagde jubileumviering van onze organisatie, alsook bij de instal- latierede van uw Raad, en vooral na hetgeen is vermeld in het verslag van het hoofdbestuur over de werkzaam heid in het afgelopen jaar, welk ver slag dank zij de medewerking van de staf van ons bondsbureau op een gro te mate van volledigheid kan bogen, meen ik de gebruikelijke inleiding tot de jaarvergadering kort te mogen maken. Dat ontslaat ons echter niet van de plicht om bij bepaalde belang rijke kwesties een ogenblik stil te staan. Als zodanige kwesties kunnen worden genoemd het algemeen beeld van ons bedrijf op grond van de tot heden bekende gegevens, de ontwik keling van het lastenvraagstuk. de nieuwe eisen van Buma. het rapport van de Adviescommissie Filmkeuring over de Bioscoopwet, de werkzaam heden van bondsvertegenwoordigers in met de Bond gelieerde instituten en het programma van het hoofdbestuur in de eerstkomende tijd. Over de algemene situatie van ons bedrijf kan men bepaald niet een optimistisch geluid laten horen. De cijfers over het afgelopen jaar zijn u bekend. Het zal u daarbij zijn opge vallen, dat voor het eerst, naast een grote teruggang van het bezoekcijfer, ook een daling viel te constateren in de totale recettes. Het komt mij voor, dat wij aan het gevreesde snijpunt toe zijn, waarbij de vermindering van het bezoek niet meer is op te vangen door prijscorrecties. Ook dit jaar lijkt dit verschijnsel zich te zullen voordoen. Over de afgelopen vier maanden is het bezoekcijfer met 6,4 terugge lopen. De bruto-recettes zijn welis waar in dit tijdvak met 3,6 ge stegen, doch, wanneer wij rekening houden met de prijsaanpassing die in verband met de invoering van de B.T.W. noodzakelijk is geworden en waarvan het effect op gemiddeld 6 kan worden gecalculeerd, dan liggen wij in feite ook met onze recettes dit jaar beneden het niveau van vorig jaar. Ik wil niet verhelen, dat de cijfers vooral in de gemeenten met minder dan 50.000 inwoners uitermate slecht zijn en dat er zo langzamerhand heel wat theaters zijn in ons bedrijf, wier beslaan alleen denkbaar is in combi natie met andere zaken. T\e selectiecommissie, die belast wordt met de samenstelling van de elf programma's uit de aangebo den preinièrefilms voor de Internatio nale Filmweek Arnhem, die van 6 tot en met 11 oktober wordt gehouden, wordt dezer dagen samengesteld. De leden filmverhuurders en de le den producenten worden in verband daarmede uitgenodigd zo spoedig mo gelijk schriftelijk aan het Bondsbureau op te geven welke films zij voor ver toning in de Filmweek beschikbaar kunnen stellen. Het bestuur van de Stichting Film week Arnhem heeft reeds gedetail leerde plannen ontworpen om de veelzijdigheid van het medium film in het kader van de filmweek te accen tueren. Op 4 juli is een circulaire aan de leden filmverhuurders en -producen ten verzonden met alle bijzonderhe den omtrent de inschrijving van de films.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 3