Zweden heeft grootste
televisie - dichtheid
Duitse enquête over
TV-bezit en TV-kijkers
Inventieve presentatie
19
in het filmvakonderwijs en op de om
standigheid, dat de toenadering
tussen filmacademie en televisie wat
moeizaam verloopt.
De minister ziet geen grote voordelen
van de suggestie van de Raad een na
tionale semicommerciële instelling
Uni Nederland te creëren, die de
Nederlandse filmbelangen in het
buitenland beter kan voorstaan. In
lichtingen over dergelijke instellingen
elders maken haar niet onverdeeld
optimistisch. Zij wijst dan op het be
lang van de werkzaamheden van de
Rijks Voorlichtings Dienst voor de
verspreiding van films in het buiten
land.
Da suggesties over ruil van verto-
ningsrechten acht zij in de huidige
struktuur van het filmwezen moeilijk
uitvoerbaar en ook het zoeken naar
internationalisering van de produkties
door coproiuktie hoewel van be
lang lijkt haar een zware taak in het
licht wat Nederland te bieden heeft.
Het lijkt haar toe, dat op het punt van
subsidiëring van het buitenlandse aan
deel in dergelijke samenwerkingen,
zulk een tegemoetkoming slechts in
incidentele gevallen kan geschieden.
Tenslotte zij hier geciteerd haar op
merking over overheidsgaranties voor
de import van risicodragende films:
„Hoewel ik uw gedachte van over
heidsgaranties voor waardevolle
buitenlandse films, die voor de im
porteurs c.q. de exploitanten te grote
risico's opleveren, zeker waardevol
acht, zie ik daaraan toch ook wel
moeilijkheden verbonden, b.v. bij het
uitmaken van de vraag wat waardevol
is in deze zin en welk risico wordt ge
lopen. Daarnaast kan men zich af
vragen, of hiermee een ongewenste
concurrentie zou ontstaan ten opzich
te van films waarvoor geen garantie
wordt verstrekt.
Het lijkt mij voorts moeilijk te
schatten, welke bedragen voor dit
doel nodig zijn. In dit verband vraag
ik mij vooral af of, zolang de voor de
film beschikbare bedragen beperkt
zijn, en mede gezien het zeer geva
rieerde aanbod in Nederland, ook van
artistiek waardevolle films, hier een
eerste prioriteit is gelegen."
T"|e European Broadcasting Union
te Geneve heeft bekend gemaakt
dat in de 33 leden landen van Europa
het aantal TV-toestellen bij de con
sumenten met tien procent is ge-
tegen tot 77.737.269 per ultimo
1968. In 1967 waren er nog „maar"
71.070.420.
Engeland is wat het TV-bezit betreft
de koploper met 15.500.000 toe
stellen en knappe tweede is Duitsland
met 15 miljoen rond. Frankrijk komt
op de derde plaats met 9.300.000.
Zweden blijkt de grootste TV-dicht-
heid te hebben met 29 toestellen op
elke 100 Zweden, precies één meer
dan Engeland.
West Duitsland gaat ver voorop in
het bezit van kleurentoestellen:
340.000 en dat is veel meer dan En
geland met 75.270. en Nederland met
40.000. Frankrijk komt pas op de
vierde plaats. In geheel Europa
stonden aan het einde van 1968 in to
taal 518.675 ontvangsttoestellen voor
kleurentelevisie.
"T|e Duitse TV organisaties hebben
in de Bondsrepubliek een
enquête gehouden over TV bezit en
TV-kijken.
In de Bondsrepubliek staan op
18.878.000 huishoudens ruim
15.000.000 toestellen.
Er kijken - als iedereen kijkt die
daartoe in de gelegenheid is op
hoogtijdagen 49 miljoen mensen naar
de buis.
Men kijkt met de grootste kijkdicht
heid tussen 19.- en 22.30 uur. Om
acht uur 's avonds is 82 procent van
de mensen thuis, 14 procent is „on
derweg" en 4 procent ligt al in bed.
52 procent ziet het nieuws van 20
uur.
De vraag die voor het Duitse bios
coopbedrijf van groot belang was:
„Welke programma's vallen het best
in de smaak" werd door 61 procent
beantwoord met "een speelfilm die
ook voor bioscoop is gemaakt" (ki-
nospielfilme) en door 60 procent met:
„een TV-speelfilm".
Gewone amusementsuitzendingen
worden door 47 procent van de kij
kers gewaardeerd. Film staat vooraan
in de belangstelling, opera en operette
halen maar 17 procent of minder!
Gevraagd naar het soort films, dat de
TV-kijker wil komt er de volgende
reeks: 1. thrillers, 2. Duitse oudere
films met een bijzondere rolbezetting
3, Amerikaanse shows. Het slechtst
gewaardeerd worden Italiaanse films,
„omdat ze zo lawaaiig zijn".
Pen inventieve presentatie wordt
bericht uit Engeland. In het
theater Nottingham Classic viel een
jubileum te vieren. De chef-cassiere
verkocht sinds 25 jaar kaartjes en de
eerste film waarmee zij kennis maak
te in die funktie was de Jeanett
MacDonald-Nelson Eddy film „May-
time".
Zij kreeg toentertijd de kans niet deze
film in haar eigen theater te gaan
zien.
De theaterleiding greep deze omstan
digheid aan om „er iets van te
maken". Zij nam contact op met een
plaatselijke krant, organiseerde een
ochtendvoorstelling van „Maytime"
en de cassiere werd gevraagd voor
deze ochtend een bepaald karweitje
op te knappen. Zij was nl. volledig
onkundig van de stunt.
De voorstelling én de publiciteit pak
ten zo goed uit dat de reprise van de
film een groot succes werd.