De week na de Filmweek
Ongelijk
Flexibel
Behoorlijke show
"Dalans opmaken.
Het Vrije Volk (W. K. van Loon)
in Arnhem: „(Het) conflict tussen ja
knikkers en neestemmers was ditmaal
duidelijker merkbaar dan bij vorige
filmweken al durfde ook toen
een kleine groep voor haar mening
uit te komen. Naarmate woorden als
inspraak, medezeggenschap en kriti
sche zin meer inhoud heten te krijgen
mag aan de kwalificaties van deze en
gene evenwel iets meer aandacht wor
den geschonken, dan men voorheen
meende te hoeven doen. De kritische
gezindheid, de afkeurende uitingen in
het openbaar en het gemurmel in de
wandelgangen kunnen een aanspo
ring zijn voor de organisatoren in het
vervolg kritischer voor de dag te
komen".
,,Nog voordat de filmweek van dit
jaar werd geopend was het al
te horen: die hele filmweek is een
commerciële aangelegenheid. Dat mag
ook best".
Van Loon draait er niet omheen ook
nog goede aspecten te kunnen zien
aan een goede interactie tussen kunst
en handel.
Hij zegt verder „Op nationaal niveau
blijkt er overigens enige beweging te
zijn", en citeert vervolgens uit de
elders gedrukte toespraak van de heer
J. G. J. Bosman.
Tussen applaus en boegeroep ligt vol
gens de heer Van Loon „misschien
het pad, dat tijdens de zojuist vol
tooide filmweek 1969 in aanleg is
genomen. De eerste meters moeten
in 1971 klaar zijn".
De Rotterdammer zegt op maandag
13 oktober: „Een verrassende film
week die zondermeer geslaagd mag
worden genoemd. De kwaliteit van
de vertoonde films stond qua tech
niek en artistieke vormgeving op een
bijzonder hoog peiL
Fred Raadman in de Gooi en Eem-
lander: „Wie vooraf heeft voorspeld
dat de 7e Internationale Filmweek
Arnhem een vrij zinloze zaak zou
blijken moet achteraf zijn ongelijk
bekennen. Aan de fleurige kant van
de balans staat nl. de zwaargewicht
factor, dat de Nederlandse film er
heel goed aan zijn trek is gekomen.
Weliswaar jammer genoeg niet in de
ministeriële toespraak maar op de on
uitputtelijke schermen van het Rem-
brandt- en Saskia Theater zoveel te
meer".
„Arnhem deed een boekje open over
de stand van zaken op dit moment.
Bovendien was iedereen bereid om
mee te praten en mee te denken over
de klimaatverbetering en zo kreeg
dit overigens erg tamme festival toch
waarde."
„Een bijzonder positieve post op de
balans is de grote belangstelling van
het publiek, groter dan twee jaar ge
leden, net als trouwens het aantal
films." „Het gemiddelde niveau van
de speelfilms lag zeker niet laag".
Ch. Boost in het Haarlems Dagblad
op 10 oktober onder de kop: „Arn
hem halverwege Festival ondanks
nadelen belangrijker dan verwacht"
besluit zijn verslag met „....men
mag niet eens ontevreden zijn bij het
opmaken van deze balans, die in
eerste instantie een minder gunstig
saldo scheen op te leveren".
Ellen Waller in de NRC: „(Naar aan
leiding van het uitreiken van een plas
tic olifant tijdens het persafscheid) zo
werd het informele afscheid van de
persdienst en de filmjournalisten
Den Haag - Holland is een bloem
rijke film. Dat straalt na de voor
stelling in Arnhem op Caspar Wil-
lers af.
bijna een symbool van het
veelvormige gezicht van de filmweek
Arnhem 1969: onbepaald, flexibel,
voortdurend veranderend door de
„nuttige onrust" in de Nederlandse
filmwereldZij noteert het ver
moeden, dat de weg naar een meer
avontuurlijke programmering waar
schijnlijk nog niet openligt, maar zegt
„Toch was Arnhem niet uitsluitend
een trade show zoals wel eens sma
lend is beweerd. Het was goed dat
allen met hun neuzen op de
actuele problematiek op eikaars idee-
en en voorstellen en op film als zo
danig werden gedrukt. Het was ook
goed, dat publiek en pers contact kre
gen met andere dan voor het bios
coopbedrijf belangrijke produkten".
Constant Wallagh in het Algemeen
Dagblad: „Voldoening na de zevende
dag", kan van het hoofdprogram
ma worden gezegd, dat het gezien het
uitgangspunt van de manifestatie heel
behoorlijk mag heten. Er was zeker
sprake van een redelijk divertisse
ment en daarmee bedoel ik niet dat
er voor elk wat wils was, maar dat
er films uit zeer uiteenlopende scho
len op het doek kwamen. De
genen die een revolutie hadden ver
wacht voelen zich misschien bedro
gen".
Hij benadert kritisch de nachtvoor-
steliingen en schuift twee van de vier
nachten „door de zijdeur van het
theater weg".
Alles bijeenrapend zegt Constant Wal
lagh:
„Tel daar al het bijwerk bij op, de
discussies, congressen, aandacht voor
de opdrachtfilms en het teken aan de
wand, dat de overheid met Minister
Marga aan het hoofd althans bereid
is om de mogelijkheden van een beter
filmklimaat te onderzoeken en je
hoeft toch echt niet het Arnhemse
met gebogen hoofd en gebalde vuis
ten te verlaten". En voor over twee
jaar wil het Algemeen Dagblad „wat
meer peper in de koek".
Peter van Bueren in De Tijd noemt
Filmweek Arnhem een „behoorlijke
show" en los van alle kritiek stelt
hij „dat Arnhem een goede week was.
Typerend voor de filmweek was de
uitstekende sfeer. Arnhem is niet op
de laatste plaats een contactweek van
overheid, bedrijf, filmers en pers. Niet
te ontkennen viel de voortreffelijke
eensgezindheid inzake de honger naar
Film".
„Voor de Nederlandse film waren met
name de talloze discussies en de mo
gelijkheid tot het vertonen van alles
in Open Doek van groot belang".
26