35
buitenlandse kunstenaars van reputatie
vertegenwoordigd zijn, als een quan-
(ité négligable af te doen. Temeer,
omdat verschillende kunstenaars zich
uit belangstelling óók voor het Ne
derlandse werk persoonlijk presente
ren. Het is niet in strijd met culturele
waarden, maar ligt voor de hand dat
het werk van enige betekenis in han
den is van importeurs of buitenlandse
vertegenwoordigingen in ons land.
De omstandigheid doet niets af aan
de realiteit, dat de commissie wel
degelijk voorzover beschikbaar of
verkrijgbaar films heeft aange
trokken, welke nog niet naar Neder
land zijn geïmporteerd; ook bezijden
de commerciële roulementen in het
buitenland. Men kan buitendien kwa
lijk stellen, dat het presenteren van
tientallen korte films, als ook het
openstellen van het doek voor films,
die nimmer aan bod komen, iets te
maken hebben met „handelsbelangen
van een bedrijf".
Integendeel, de organisatoren zien in
het presenteren van de korte film een
podium, waarin speciaal de Neder
landse korte fiim beter dan ooit tot
zijn recht kan komen en zij hopen
daarmede belangstelling te wekken bij
publiek èn bedrijf.
En wat de door U aangevochten da
tering van de Filmweek in oktober
betreft zij erop gewezen, dat dit een
experiment is, omdat werd veron
dersteld, dat de keuzemogelijkheid
naar kwaliteit groter zou zijn dan in
juni. Bijkomende reden was de ten
dens naar vervroeging van de vakan
ties en daardoor verminderde kansen
dat belangstellenden in de gelegenheid
konden zijn „Arnhem" bij te wonen.
Dat van de belangstelling in Arnhem
voor de film bedrij fsgenoten zouden
willen profiteren, kan alleen maar de
belangstelling bevorderen. En cultu
rele belangstelling wekken is altijd het
eerste doel van Arnhem geweest. In
het kader daarvan worden de garan
ties besteed aan activiteiten, die door
de geconcentreerde aanwezigheid van
cineasten, bedrijfsgenoten en pers uit
wisseling van gezichtspunten en initi
atieven (het idee van het Produktie-
fonds werd in Arnhem geboren) de
culturele filmontwikkeling bevorde
ren. In de jaren sinds de eerste film
week (1955) leverde Arnhem zijn bij
drage in de ontwikkeling van art-
houses en speciale voorstellingen, de
opleiding van cineasten en de finan
ciering.
De Filmweek Arnhem ontstond toen
er feitelijk nog niets bestond op dit
terrein en het is verheugend, dat de
Filmweek in tal van variaties navol
ging kreeg. Het is des temeer te be
treuren, dat een mythe werd ontwor
pen en in stand gehouden over een
beweerd contrast tussen de werk
zaamheden van de heer Bals (Cine-
manifestatie) te Utrecht en de Inter
nationale Filmweek Arnhem. Werk
gever van de heer Bals is de Bioscoop
onderneming A. F. Wolff NV te
Utrecht en de direkteur, de heer
Wolff Sr. erelid van de Neder
landse Bioscoopbond was vele
jaren lang penningmeester van deze
organisatie. Hij heeft als zodanig
de Filmweek Arnhem medegefinan
cierd. Tussen zijn onderneming, die
op respectabele wijze particulier de
Cinemanifestatie organiseert, en de
Stichting bestaan de beste relaties.
Omdat de Stichting geen particuliere
onderneming is, kan zij niet in de
concurrerende sfeer treden en moet
zij optreden voor een collectiviteit en
heeft als zodanig een andere opzet
en armslag.
Wat geen reden is om een kunstmati
ge tegenstelling te scheppen tussen
de arbeid van de Stichting en een lid
van de Nederlandse Bioscoopbond, of
zelfs tussen deze Bond en een van
zijn leden. Immers, het staat een lid
van deze organisatie vrij op het stuk
van werving van belangstelling voor
film, ook als het specialisatie beoogt
(art-house), zijn steen bij te dragen.
Dit is toe te juichen. Zoals men zich
ook kan verheugen over de initiatie
ven van Cinestud, die door de Bond
worden gesteund, alsmede tal van an
dere activiteiten, zoals Laren en Eind
hoven, zonder noodzakelijk bij iedere
gelegenheid deze blijdschap overdre
ven kond te doen.
U stelt aan de orde het bezoek van
buitenlandse journalisten: er zijn bij
Bob Langestraat in de bloemen na
vertoning van zijn „Ontrouw in
duplo".
iedere filmweek buitenlandse jour
nalisten, onder andere uit België en
Duitsland, tegenwoordig geweest en
wat er tijdens de persconferentie is
betoogd, was het overnemen van een
suggestie voor de toekomst, wanneer
de financiële middelen het misschien
gedogen de buitenlandse representatie
groter te maken.
Dat geen grote bedragen voor het
Nederlands Filmmuseum konden wor
den aangeboden, is een zaak van de
beperkte financiële middelen; dank zij
ons intermediair is het museum ech
ter een gelegenheid geboden zichzelve
midden in het publiek te presenteren.
Gesproken over „underground"
een inmiddels upperground begrip ge
worden waarvoor ook Open Doek
volgaarne ter beschikking was ge
steld, mag ter justering van Uw be
richtgeving worden opgemerkt, dat
het aan de commissie was toever
trouwd de adressen voor under-
groundfilms te kennen en er deskun
dig over te adviseren in Arnhem geen
verouderd materiaal te tonen.
Een van de betekenissen van de Film
week is, dat men de toekomst in het
oog heeft en ook al had. Er zijn na
men gevallen, welke men tot dan toe
nauwelijks kon spellen.
Citeren blijkt ook moeilijk. Onderge
tekende heeft desgevraagd gezegd:
„Men is wel degelijk op meer festi
valmateriaal uit geweest, maar gezien
het internationale roulement kon
slechts een gedeeltelijk resultaat wor
den geboekt. Als klein land speelt
Nederland tussen de grote filmpro-
ducerende landen, waar deze festivals