Hoofdprijs voor
Nederlandse bedrijfsfilm
Tijdens het 12e Internationale Filmfestival voor Industriële
Films, dat dit jaar in de periode van 2 tot 6 november in
Barcelona werd gehouden, heeft de film „Light" de eerste
prijs in zijn categorie en bovendien de Grand Prix van het
festival gewonnen.
Genoemde film werd in opdracht van Philips vervaardigd
door Multifilm N.V., onder regie van de bekende cineast
Hattum Hoving.
Het winnen van deze prijs kan als een zeer bijzondere be
loning worden beschouwd, aangezien naar dit jaarlijkse
festival bedrijfsfilms uit de gehele wereld worden ingezon
den, waardoor de competitie zeer groot is.
Tot dusverre zijn de hoofdprijzen ten deel gevallen aan gro
te filmproducerende landen op het gebied van de indus
triële films. Het is dan ook de eerste maal sedert de her
ziening van het betrokken festivalreglement, dat deze be
langrijke prijs ten deel valt aan een klein land als het onze.
De Nederlandse inzending bestond dit jaar uit 10 films,
waaronder zes films die geproduceerd waren door Bonds-
leden. In totaal werd door 14 landen met 117 films aan het
festival 1971 deelgenomen.
Bij deze onze gelukwensen aan Philips, Multifilm en Hat
tum Hoving.
Tevens onze gelukwensen aan Carillon Films N.V., die
"tijdens het festival met haar film „Holland under glass', ge
maakt voor de Nederlandse Vereniging voor de Bloemiste
rij, onder regie van Cas Willers, de speciale prijs verwierf
die ter beschikking was gesteld door het Spaanse Ministe
rie van Informatie en Toerisme.
De belangstelling voor de manifestatie van de
smalt ilmamateurs, was helaas aan de matige kant.
GUNSTIG JAAR VOOR HET BEDRIJFSPENSIOENFONDS
VOOR HET FILM- EN BIOSCOOPBEDRIJF.
Het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf
heeft over 1970 een gunstig resultaat kunnen boeken.
Aan premie ontving het fonds f 1.210.553,en aan op
brengst van de beleggingen f 925.153,Het totaal van de
ontvangsten was dus f 2.135.706,
Hiervan moest 1.189.922,worden gereserveerd om te
zijner tijd de pensioenaanspraken te kunnen voldoen die de
deelnemers in het fonds in het jaar 1970 hebben verworven.
Het fonds werkt nl. volgens het kapitaaldekkingsstelsel. Jaar
lijks worden gelden apart gezet die, tezamen met de daar
mee verkregen rente-opbrengst voldoende zijn om te zijner
tijd aan de deelnemer of bij zijn overlijden aan zijn achter
gebleven vrouw en kinderen de pensioenen te kunnen uit
betalen waarop zij recht hebben. Het kapitaal dat op deze
wijze gevormd wordt, noemt men de premiereserve. De pre
miereserve bedroeg op 31 december 1970 ruim
f 13.048.500,—.
Het fonds beschikt ook over een rekening voor aanvullende
pensioenen, waarin een deel van de ontvangen premies wor
den gestort. Uit deze reserve worden jaarlijks toeslagen op
de ingegane pensioenen toegekend. Het saldo van deze re
kening was op het einde van het verslagjaar ruim
f 1.517.000,—.
Aan uitkeringen werd in 1970 320.175,— betaald.
Tezamen met de toevoegingenaande premiereserve en enige
andere uitgaven bedroeg het totaal van de lasten
2.037.839,zodat een voordelig saldo resteert van
f 97.867,Hiervan is 77.952,— toegevoegd aan de alge
mene reserve. Deze reserve bedroeg ultimo 1970
652.430,dat is 5 van de premiereserve. Het restant
ad f 19.915,is toegevoegd aan de rekening voor aanvul
lend pensioen.
Het totaal van de beleggingen van het fonds bedroeg per
31 december 1970 ruim 15.600.000,—.
Met de beleggingen werd in 1970 een gemiddeld rendement
van 6,32 gemaakt. Door de gunstige financiële positie van
het fonds, welke onder meer een gevolg is van de hoge
rentestand, kon het bestuur besluiten ingaande 1 januari
1971 de lot die datum verworven pensioenaanspraken, zowel
die ven de nog niet gepensioneerde deelnemers en gewezen
deelnemers als die van de gepensioneerden, wederom met
3 te verhogen. Daarvoor was geen permieverhoging no
dig.
Op 31 december 1970 bedroeg het aantal gepensioneerden,
aan wie ouderdomspensioen werd uitgekeerd, 388.
Tezamen ontvingen zij 237.120,jaarlijks pensioen.
Verder genoten 136 weduwen een pensioen, tot een totaal
bedrag van 83.034,per jaar en kregen 36 kinderen we
zenpensioen, in totaal f 10.082,per jaar.
Het aantal deelnemers voor wie op het einde van het ver
slagjaar premie werd betaald, bedroeg 1068. In dit aantal
zijn 62 deelnemers begrepen voor wie de verzekering in
verband met hun invaliditeit zonder premiebetaling wordt
voortgezet. Eind 1970 telde het fonds bovendien 1928 verze
kerden met premievrije rechten; dat zijn verzekerden die niet
meer in dienst zijn van een aangesloten werkgever. In totaal
hadden dus 2996 verzekerden aanspraken tegenover het
fonds.
Het aantal aangesloten werkgevers bedroeg 331.
Op 31 december 1970 hadden voor de werkgever zitting in
het bestuur de heren W. F. Dubbeldeman (secretaris), H.
Miedema (plv. secretaris), H. W. Hagenberg, P. J. N. R.
Ooms, E. J. Verschueron, drs. C. A. Voskuil en F. H. W.
Weyschedé, voor de werknemers de heren L. H. Röttger
(voorzitter), J. J. v. d. Veer, vice-voorzitter, Chr. Breyers, J.
van Helden, D. J. H. Swart, W. P. van Santé en H. J. Zwart.
20