Nederlandse deelname aan de filmmarkt van Berlijn
Tijdens de Internationale Fachmesse für Film, Tele- und
Audiovision, de IFTA, die van 26 juni tot en met 1 juli
tijdens het Filmfestival in Berlijn werd gehouden, heeft
Nederland zich voor het eerst met zijn gehele recente f il m-
produktie aan het internationale filmbedrijf gepresenteerd.
Totdusverre is aan deze en andere internationale film-
markten, met name die te Cannes en te Brno, via de Rijks
overheid uitsluitend deelgenomen met korte C.R.M.-films.
In Berlijn was echter op initiatief van de Bioscoopbond voor
het eerst ook de Nederlandse speelfilm vertegenwoordigd
en wel op basis van nauwe samenwerking (ook in de finan
ciering) tussen het Ministerie van C.R.M. en de Neder
landse Bioscoopbond.
Bij de Nederlandse stand op de IFTA waren informaties over
recente nationale filmprodukties beschikbaar in de vorm
van een map met op schrift gestelde gegevens, terwijl daar
naast steeds een vertegenwoordiger van de Bond of van
de Rijksvoorlichtingsdienst aanwezig was voor het verschaf
fen van aanvullende inlichtingen. Voorts zijn, naast de korte
films „Adventures in perception" en „Holland terra culina-
ris", de volgende films in een der projektieruimten van de
IFTA vertoond: „Daniël" (27 juni), „Mira" (28 juni), „Blue
movie" (29 juni), „Joao" en „Een Nederlandse Robinson
Crusoe" (1 juli), „Rubia's jungle" en „Wat zien ik" (3 juli).
Al deze films mochten zich verheugen in een naar omstan
digheden redelijke belangstelling, zelfs de beide films die
na afloop van de officiële filmmarkt vertoond zijn. Een en
ander is des te opmerkelijker, omdat drie van deze speel
films niet ondertiteld of nagesynchroniseerd waren. Meer
op het terrein van de public relations ligt tenslotte de druk
bezochte Nederlandse ontvangst die donderdagmiddag 29
juni in Restaurant Franz Diener gehouden werd en waarbij
ondermeer de Consul-Generaal in West Berlijn, Mr. J. C.
van den Berg, en de voorzitter van de Bioscoopbond, de
heer J. G. J. Bosman vertegenwoordigd waren.
Overigens was deze IFTA qua bezoekersaantal niet het
succes dat de organisatoren en de deelnemers er zich van
hadden voorgesteld. De belangrijkste reden daarvan is de
geringe tijdsafstand tussen deze Messe en de Marché van
Cannes, waardoor in Berlijn relatief weinig gloednieuwe
films ten verkoop gereed zijn. Er bestaan dan ook plannen
om de IFTA in de komende jaren naar de maand oktober
te verplaatsen.
Dit alles betekent allerminst dat de Nederlandse deelname
verspilde tijd en moeite zou zijn geweest. Keer op keer
bleek, dat buitenlanders volstrekt onbekend waren met het
bestaan van een Nederlandse speelfilmindustrie en dat zij
verrast waren over het technische en artistieke niveau van
de vertoonde films. Het zal nog een hele tijd duren eer deze
onwetendheid geheel de wereld uitgeholpen is. Niet alleen
van de kant van de Nederlandse bezoekers, maar ook van
wege de overige standhouders, geïnteresseerden uit het
buitenland en de vakpers, werden dan ook prijzende woor
den vernomen over het initiatief zich op deze filmmarkt als
produktieland te manifesteren.
Dat er verscheidene zakelijke kontakten tot stand gekomen
zijn is uiteraard nuttig voor de betrokken producenten. Op
het ogenblik lijkt ons echter van groter belang te zijn, dat
een resoluut begin is gemaakt met een algemene promotion
van de Nederlandse filmindustrie in het buitenland. Indien
regelmatig op de belangrijkste internationale filmmarkten
wordt gedemonstreerd wat zich in Nederland op dit terrein
afspeelt, zal dit op de duur zeker ook vruchten afwerpen in
commerciële zin. Zo gezien kan de Nederlandse deelname
aan de IFTA te Berlijn worden beschouwd als een bemoe
digende en leerzame generale repertitie.