ctelling van zaken. Het belang van de leden heeft bij alles
wat ik heb gedaan en ook bij wat ik niet heb gedaan voorop
gestaan. Uw zakelijk belang ging voorop. Het organisato
risch evenwicht in de belangensfeer was een voortdurende
aangelegenheid van zorg. En de dingen in de openbare sfeer
heb ik gezien als een dimensie van ons bedrijf, die ons be
lang, ons imago, ook onze maatschappelijke bewustwording,
te beter zou dienen, naarmate wij daarbij meer betrokken
waren.
Wat het eerste betreft zou ik vooral de jongeren die dank
zijn hun vaders, met wie ik veel strijd wegens allerlei vor
men van discriminatie heb gestreden, zijn wat ze nu zijn wil
len herinneren aan dingen die zij zich niet realiseren. Ik denk
aan de eerste aktie waarbij ik betrokken was, namelijk de
procedure tot nietbetaling van omzetbelasting over vermake-
lijkheidsbelasting, de beperking van de Buma-eisen ondanks
het verlies van een dertien jaar lange procedure, de devie-
zentoewijzing in de eerste jaren na de bevrijding, de gewon
nen strijd tegen staatsinmenging via de besluiten E.84 en
E.64, de leveringscondities na harde strijd met buitenlandse
kartels, de vestigingsregeling, de prijsaanpassing, de terug
dringing van de vermakelijkheidsbelasting van 35 naar 30
van 30 naar 25 van 25 naar 20 van 20 naar 15 en
tenslotte naar 0, de belastingcompensatie, de verdwijning
van de nakeuring, de voorbereiding tot afschaffing van keu
ring voor volwassenen, de research, de propaganda, de be
trekkingen met overheidsinstanties, de voorzieningen voor
Nederlandse films en het sociaal overleg. Dat alles heb ik
kunnen doen in samenwerking met de goede bestuurderen,
die in de loop der jaren met de leiding van onze organisatie
waren belast.
Sommigen, die zich dit verleden weinig realiseren, menen
dat zo'n Bond in feite te duur is, maar zij rekenen slecht.
Alleen al de collectieve regelingen zijn van het grootste
belang, entreekaarten-administratie, vervoer, materiaalver
zekering, Buma-administratie en statistiek, daargelaten de
normale secretariaatsvoering.
Een krachtige organisatie blijft nodig om zaken als discri
minatoire B.T.W.-heffing te bestrijden; internationaal kon-
takt blijft nodig om in de E.E.G.-ontwikkeling up to date te
blijven; deelneming aan filmactiviteiten buiten het direkte
bedrijfsverband blijft nodig voor onze maatschappelijke hou
ding niet alleen, maar ook uit de negatieve overweging, dat
zij zich niet tegen ons richten. Uw organisatie en een goed
lopend en goed betaald deskundig bureau blijven in de toe
komst meer nodig dan ooit. Deze kost gaat voor de baat uit.
En hiermee ben ik aan Uw toekomst, die niet te overzien is.
Er is geen eindpunt noch in Uw zaken noch in het Bonds-
werk. U zult nog voor jaren evoluerend zijn, technisch en
maatschappelijk, en steeds weer zullen Uw economie en
taktiek moeten bijdraaien. Dit zit onherroepelijk vast aan Uw
onberekenbaar produkt, dat aan de stroomversnelling van
deze tijd niet ontkomt en met onverwachte acceleraties U
telkens voor verrassingen plaatst.
Mijn Amerikaanse reis heeft mij destijds een rotsvast ver
trouwen gegeven in de toekomst van dit bedrijf voor een
groot aantal jaren op grond van de enorme investeringen in
een onvoorstelbare hoeveelheid nieuwe theaters. Dit is een
economisch gegeven. Het zou pedant van mij zijn, wanneer
ik de toepassing ervan zou parafraseren. Dit is nu een zaak
van, zoals Mevrouw Klompé het eens uitdrukte, creatief on
dernemerschap. Dit is ook een zaak voor de Bond, namelijk
hoe deze ontstaan en gevormd uit afweer en verdediging
kan worden omgebogen tot een handzaam instrument, dat
enerzijds strijdvaardig is, anderzijds Uw concurrentie en
tegenstellingen overbrugt met voldoende coördinatief ver
mogen en de vinger op de pols houdt, vooral wanneer het
gaat om de integratie van Uw belangen in de audio-visuele
ontwikkeling die gaande is.
Ik verzeker U heren, dit afscheid valt mij zwaar, niet alleen
om het verleden en de verknochtheid aan mijn werk, maar
omdat mij de complicaties van Uw toekomst ter harte gaan.
De verbondenheid met U allen blijft mij altijd bij evenals de
dankbaarheid jegens zovele eminente mannen en vrouwen
waarvan ik veel heb geleerd en met wie ik de beste jaren
van mijn leven heb doorgebracht. Dank ook aan de directie
en alle medewerkers van het bureau, en inzonderheid aan
hen die mij het meest moesten bijstaan. Dank voor al het
vertrouwen, voor al het begrip en veei sympathie ondanks
het isolement, waaraan ik vaak als gevolg van mijn funktie
onderhevig ben geweest. Dank aan mijn vrouw die zonder
dat daarover veel gesproken is, onbegrijpelijk veel begrip
heeft gehad voor mijn onregelmatige diensten. Dank ook dat
zij, wat het sociaal verkeer betreft, mij veel heeft gesteund.
Tenslotte is er een dankbaarheid, die onuitsprekelijk is
dankbaarheid, die mij in ootmoed bekroop, dat ik ondanks
veel beperkingen zo'n rijke levensvervulling in mijn werk
heb mogen hebben, zoveel jaren lang.
Ik wens U allemaal zakelijk voorspoed en persoonlijk geluk
en voldoening in al datgene wat U bindt aan dit moeilijke
maar fascinerende bedrijf."
De heer Smulders heeft de heer Bosman geluk gewenst met
het hem verleende erelidmaatschap, waarna de vergadering
door de Voorzitter werd gesloten.
OORLOGSINVALIDEN
In het Bondsorgaan van 16 september 1946 staat in het
verslag van de jaarlijkse ledenvergadering onder meer te
lezen: ,,De vergadering hechtte vervolgens haar goedkeu
ring aan het door het Hoofdbestuur genomen besluit om
aan militairen, oud-illegale werkers en B.S.-leden, die ten
gevolge van den strijd tegen den vijand invalide zijn gewor
den, op vertoon van een door het Bondsbureau uitgereikt
diploma gratis toegang tot de bioscopen te verleenen."
Op dit ogenblik maken nog ongeveer vijfhonderd personen
van dit voorrecht gebruik. Regelmatig komen op het Bonds
bureau naar aanleiding hiervan schriftelijke dankbetuigingen
binnen. Het leek ons aardig in dit verband de nu volgende
brief van de heer J. Blüm te Weesp in zijn geheel af te
drukken:
Zeer geachte directie,
Een dezer dagen mocht ik weer het jaarzegel 1973 ontvan
gen, behorende bij het diploma voor gratis bioscoopbezoek
in Amsterdam.
Ik wil U daarvoor weer hartelijk dank zeggen, want ik maak
er altijd een dankbaar gebruik van. Wij gaan altijd éénmaal
per week naar de bioscoop en vooral Nederlandse films
hebben onze voorkeur.
Prettig voor ons is nog altijd te kunnen mededelen nog
nooit moeilijkheden te nebben ondervonden en altijd zeer
goede plaatsen te hebben gehad, vooral omdat ik alleen
maar aan de buitenkant van een looppad kan zitten.
We vinden het prettig dit te kunnen schrijven, omdat we hier
van nu al zo'n 25 jaar profiteren en we zouden het zeer op
prijs stellen indien de gelegenheid zich voordoet dit aan de
directies van de bioscopen mede te delen.
JUBILEUM
Op 2 februari 1973 vierde de heer J. A. Nijhof het feit, dat hij
sedert 25 jaar aan het Bondsbureau verbonden is, eerst als
medewerker van de afdeling financiële administratie en
sinds ongeveer een jaar als hoofd van de postkamer.
Ter gelegenheid van dit zilveren jubileum vond op het
Bondsbureau een informele bijeenkomst plaats waarbij alle
medewerkers aanwezig waren. Tijdens deze bijeenkomst
overhandigde de Bondsdirecteur, de heer J. Th. van Taa
lingen, de jubilaris een geschenk namens het Hoofdbestuur,
na hem geprezen te hebben voor zijn voortdurende ijver en
toewijding. De heer A. M. A. de Haan, hoofd van de Finan
ciële Administratie, stelde de heer Nijhof die vergezeld
was van zijn echtgenote en dochters het cadeau van het
gezamenlijke personeel van het Bondsbureau ter hand.