in dit
DE HEKSENJACHT IS
GEOPEND-
PROEFPROCES OP KOMST
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond,
nummer 6
3 maart 1977
Refiaktie en administratie:
Postbus 5048, Amsterdam.
Tel: 020-799261
Hoofdredakteur:
J.Th. van Taalingen
Eindredakteur:
Bart Eldering
Advertenties
drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3, Amsterdam
Tel: 020-231485
De heksenjacht is geopend-
proefproces op komst
pagina 1
Nieuwe theaters
pagina 4
Sociaal
pagina 6
Première 'Een Stille Liefde'
pagina 7
Bondsnieuws
pagina 8
Met hun brief aan de Nederlandse Bioscoopbond dd. 22 december
1976 hebben de procureurs-generaal bij de gerechtshoven medege
deeld, dat vanaf 1 januari 1977 zal worden opgetreden tegen de ver
toning in bioscopen met meer dan 50 zitplaatsen van pornografische
films. Onder zodanige films dienen volgens de procureurs-generaal
films te worden verstaan die krachtens artikel 240 van het Wetboek
van Strafrecht aanstotelijk voor de eerbaarheid zijn.
Het Hoofdbestuur beschouwt het besluit van de procureurs-generaal
als strijdig met de bedoelingen van het parlement, dat door de aanne
ming van het voorstel inzake de Wet op de Filmvertoningen de film
keuring voor volwassenen heeft afgeschaft. Het uitgangspunt van het
parlement was, dat de volwassen burger zelf moet kunnen uitmaken,
of hij een film al dan niet wil gaan zien. Door een ingrijpen achteraf
van justitie overeenkomstig de opvattingen van de procureurs-gene
raal wordt op ernstige wijze afbreuk gedaan aan hetgeen het parle
ment heeft beoogd.
FILM
Bij de voorplaat:
Een scène uit de nieuwste Nederlandse
speelfilm "Een Stille Liefde" van
René van Nie met een vermomde Cor
van Rijn en Sem de Jong
"Een Stille Liefde" gaat 3 maart in 20
theaters in ons land in première.
Omtrent de vraag, of een film als aan
stotelijk voor de eerbaarheid in de zin
van artikel 240 W.v.S. is aan te merken,
zal in laatste instantie de onafhankelijke
rechter moeten beslissen. Mede gezien
de duidelijke bedoelingen van de wet
gever heeft het Hoofdbestuur besloten
door middel van een proces een uit
spraak van de rechter te verkrijgen.
In verband met het proefproces is op
donderdag 17 februari 1977 de film
'Deep throat' in de bioscoop Parisien
aan de Nieuwendijk te Amsterdam in
gezet. De film 'Deep throat' is door de
procureurs-generaal als pornografische
film in hun brief aan de Bioscoopbond
genoemd en wordt daarom in het ka
der van een proefproces uitermate ge
schikt geoordeeld.
Zoals bekend hebben de procureurs
generaal verklaard alleen op te treden
tegen de vertoning van pornofilms in
bioscopen met meer dan 50 zitplaatsen;
alle overige vertoningen in kleinere za
len zullen worden getolereerd. Om dit
onbillijke en belachelijke onderscheid
tevens in het proefproces te betrekken,
is de film 'Deep thoat' gelijktijdig ver
toond in de naast Parisien gelegen bi
oscoop Centraal, welke bioscoop met
het oog hierop met minder dan 50 zit
plaatsen is ingericht. Het gebruik van
het woord 'belachelijk' is overigens
niet geschied, omdat hier iets te lachen
zou zijn. Het is eerder om te huilen,
dat dergelijke stappen moeten worden
ondernomen.
Het verdient alle waardering, dat de
exploitant van de beide bioscopen zich
bereid heeft verklaard om als beklaag
de in het proefproces op te treden. Zo
prettig is het nu ook weer niet om in
het beklaagdenbankje te moeten plaats
nemen wegens een 'misdrijf tegen de
zeden'.
Ongeacht het door ons uitgelokte op
treden van de Officier van Justitie te
Amsterdam op 18 februari na afloop
van de voorstelling is de film in Parisien
in beslag genomen; Centraal is onge
moeid gelaten zijn er daarnaast ook
acties te constateren vanwege justitie
die ons met zorg vervullen. In de eerste
plaats verdient het de aandacht, dat de
Officier van Justitie te Maastricht heeft
besloten tot het instellen van een ver
volging ten aanzien van de vertoning
van de film 'Deep throat' aldaar in een
bioscoop, hoewel deze vertoning heeft
plaatsgevonden vóór de datum van 1
januari 1977 die de procureurs-generaal
als fatale datum in hun brief hebben
vermeld, en zelfs nog vóór de datum
van de brief zelf. Men zou hebben mo
gen verwachten, dat in het licht van
deze brief geen vervolging ten aanzien
van het gepleegde 'misdrijP zou plaats
vinden. De advocaat van de betrokken
bioscoopexploitant heeft zich in ver
band hiermede derhalve met een be
zwaarschrift tot de rechter gewend.