FILMTRANSPORT De filmvervoerder Van Gend Loos N.V. wordt al geruime tijd geconfron teerd met de controle op de naleving van het bepaalde in artikel 140, lid 2 van het Uitvoeringsbesluit Autovervoer Goederen, hetwelk bepaalt, dat op vaste lijnen slechts goederen mogen worden vervoerd van maximum twee 'verla ders'. Hieraan voldoen wij niet, omdat er tal van afzenders worden genoemd op de pakketten en vervoeradressen. Zowel van Bondswege als door Van Gend Loos is onafhankelijk van el kaar gepoogd ontheffing van deze be paling te krijgen, bijvoorbeeld door op de autoruit te vermelden: 'filmvervoer Nederlandse Bioscoopbond', omdat deze de opdrachtgever voor het ver voer is. Dit is niet gelukt. De Rijksinspecteur van het Verkeer te Utrecht verlangt, dat aan het Uitvoeringsbesluit strikt de hand wordt gehouden. Zulks is alleen mogelijk, door allereerst op de vervoeradressen na 'AFZ' te ver melden: 'i.o.v. Nederlandse Bioscoopbond:" waarna dan de naam van verhuurder of bioscoop volgt. Derhalve verzoeken wij u met het oog op de komende intensivering van de controle met klem, uw vervoer adressen dienovereenkomstig in te vul len, hetzij getikt, hetzij gestempeld of gedrukt. Langs deze weg wil ik gaarne allen van wie ik ter gelegenheid van mijn afscheid als technisch inspecteur, in welke vorm dan ook attenties mocht ontvangen, daarvoor zeer hartelijk dankzeggen. Ook voor de warme sympathie, die ik van vele kanten tijdens de bijeen komst op 1 maart in het C.I.C. te Amsterdam heb ondervonden, ben ik bijzonder dankbaar. E.F.Henny (vervolg van pag. 2) na, voor een normale commerciële ex ploitatie de belangstelling van de zijde van het publiek te gering is. Het weg blijven van onze leden op het Rotter damse festival is naar ons oordeel be paald geen bewijs voor het feit, dat zij minder in de goede film geïnteresseerd zijn dan de schrijver van het artikel de lezer doet geloven. Ten onrechte wordt de indruk gewekt, alsof de goede film in onze bedrijfstak geen kansen krijgt. Films van een kwalitatief hoog niveau maken een essentieel deel uit van de bioscoopprogrammering. Het is alleen maar een gelukkige omstandigheid, dat dergelijke films een zeer groot publiek trekken en niet zijn voorbehouden aan de happy few. We denken hier aan films als 'Jaws', 'One flew over the cu- ckoo's nest', 'Max Havelaar', '1900', Dog day afternoon', 'all the Presi- dent's men', 'Barry Lyndon' en 'Taxi- driver'. Van deze films zijn sommige voorbestemd onder de klassieke wer ken te worden opgenomen. Daarbij ge voegd de vele kwaliteitsfilms die in de bioscopen lopen en minder succes heb ben, mogen wij concluderen, dat de Goede Film en hetzelfde geldt voor nieuwe stromingen in de filmkunst een wezenlijk element in de bioscoop programmering uitmaken. Wij laten het graag aan de filmkritiek over om andere goede films onder de aandacht van het publiek en het be drijf te brengen. Voor het belerende toontje is echter volstrekt geen reden. De filmredactie van het genoemde dag blad gaat met haar kritiek in het be wuste artikel nog verder wanneer zij het heeft over de positie van de Bond in het Productiefonds. Dan is er geen sprake meer van ongenuanceerde kri tiek, maar van onjuistheden. 'De Bond heeft een bepalende invloed en in elk geval een vetorecht in het Productiefonds, voor het grootste ge deelte Uw belastingscenten en de mij ne', aldus de filmredactie. Waar de bepalende invloed van de Bond in het Productiefonds in bestaat wordt niet gezegd. Evenmin wordt dui delijk gemaakt wat bedoeld wordt met vetorecht. Het bestuur van het Produc tiefonds telt zes leden, van wie er drie worden benoemd door het Hoofdbe stuur van de Bond en drie door de Mi nister van Cultuur, Recreatie en Maat schappelijk Werk. Zij die ook maar e- nigszins op de hoogte zijn van de gang van zaken in het bestuur van het Pro ductiefonds weten, dat er nimmer van een drie tegen drie-opstelling sprake is. Men mag hier niet uit het oog verhezen dat de Bond ondernemingen verenigt met vaak zeer verschillende belangen. De Bond omvat niet alleen bioscoop exploitanten, doch ook filmverhuur ders, filmproducenten, filmstudio's en filmlaboratoria. Soms lopen de belan gen parallel, doch lang niet altijd. Dat geldt niet alleen voor de verhoudingen tussen de verschillende groeperingen, doch ook binnen een bepaalde groepe ring. Het is de taak van de Bond om vanuit deze veelheid van belangen te geraken tot een beleid, waarbij het al gemeen bedrijfsbelang het beste wordt benaderd. Zij die namens de Bond in het bestuur van het Productiefonds zit ting hebben, zijn gewend met deze problematiek te werken. Van een een zijdige benadering kan geen sprake zijn en is ook nooit sprake geweest. Het begrip vetorecht slaat in dit ver band nergens op. Wel geeft de scribent in het vervolg van het artikel een aan wijzing van de wijze, waarop naar zijn of haar mening (het artikel is niet ge signeerd) dit vetorecht zou kunnen worden gehanteerd. Wij citeren: "In Duitsland, zegt Eckhart Stein, doet de t.v. veel aan produktie. In beide landen bestaat de mogelijkheid dat de films vóór roulatie in de bioscopen op t.v. komen. De Bioscoopbond, door CRM om zijn opinie gevraagd, heeft tot nu toe een dergelijke regeling voor Neder land geweigerd. Hij wil ook niet toe staan dat een met hulp van het pro- duktiefonds gemaakt film door niet- ledenvan de Bond, bijvoorbeeld Film International of het Vrije Circuit, ge distribueerd zou worden." Deze passage heeft betrekking op een discussieavond tijdens Film Internati onal over de samenwerking tussen te levisie en filmbedrijf. Als er in deze passage sprake is van In beide landen' bedoelt men Duitsland en Frankrijk. Over het probleem van de verhouding tussen televisie en filmbedrijf hebben wij een uitvoerige beschouwing gege ven in verschillende nummers van 'Film', laatstelijk nog in no. 5 van dit jaar. Wij kunnen daar gemakshalve naar verwijzen. Het is echter te enen male onjuist, dat de Bioscoopbond door C.R.M, gepolst zou zijn over een regeling met betrek king tot de uitzending van films door de televisie vóór roulatie in de biosco pen. Dat probleem is nog nooit aan de orde geweest en zal, zolang de televisie in ons land geen belangrijke gelden be schikbaar wil stellen voor filmvervaar- diging, naar onze mening ook niet aan de orde komen. Het is ons volkomen onbekend waar de filmredactie van N.R.C./Handelsblad de wijsheid van daan haalt, dat de Bond niet zou wil len toestaan, dat met hulp van het Pro ductiefonds gemaakte films door niet- leden worden gedistribueerd. Wij heb ben in ieder geval de betrokken film redactie nooit hierover gesproken. Het is ons wel bekend, dat dit vraagstuk door C.R.M, aan het Productiefonds is voorgelegd, dat zijn standpunt hierover nog moet bepalen. Wij hebben boven dit artikel de woor den 'ongenuanceerde kritiek'geplaatst. Wij menen dat wij ons daarmee zeer genuanceerd hebben opgesteld. v.T.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1977 | | pagina 11