MINISTERIE VAN JUSTITIE ~i L Pornofilms in ge- Onderwerp WQne bioBOOpen. Aan de Bioscoopbond, Jan Luyekenstraat 2, AMSTERDAM. Kenmerk Secretariaat van de vergadering van procureurs-generaal 'S-gravenhage, 22 december 1976. V 625 In opdracht van de procureurs-generaal bij de gerechtshoven bericht ik u het volgende. Het zal u bekend zijn dat sinds korte tijd in een aantal plaatsen in den lande pornofilms worden vertoond in normale bioscopen. Bij deze voorstellingen gaat het om films als "Deep Throat" en"French Blue", welke ook niet zijn voorgelegd aan de Centrale Commissie voor de keuring van films. Een ander voorbeeld is de film "The Devil in Miss Jones", waarvoor goedkeuring werd gevraagd maar niet gekregen. Deze films dienen zonder twijfel, gelet op de jurisprudentie, te worden aangemerkt als aanstotelijk voor de eerbaarheid in de zin van artikel 240 Wetboek van Strafrecht. In het verleden werden dergelijke films slechts vertoond in z.g. sex- bioscopen of in besloten verband. De procureurs-generaal hebben zich over deze ontwikkeling beraden. De tot dusverre door het openbaar ministerie vastgestelde richlijnen voor ot>- -<wk ve-— -1 •'ingsb'' ~'<~- ,ltie> januari 1977. Wat is de zin van deze datumvaststelling, wanneer men toch nog gaat optreden tegen voorstellingen gegeven vóór die datum? De advocaat van de betrokken bio scoopexploitant heeft met een beroep op deze feiten een bezwaarschrift tegen de dagvaarding ingediend, daar bij ook nog andere bezwaren aanvoe rende. Zowel de rechtbank te Maas tricht als het Hof te 's-Hertogenbosch in beroep heeft nochtans de bezwaren van de hand gewezen. De vraag dringt zich op, waarom men niet eenvoudig het proces in Amster dam, dat door de organisatie in overleg met de betrokken bioscoopexploitant en de Amsterdamse Officier van Justi tie als proefproces is bestemd, con form de met de Officier gemaakte af spraken heeft laten doorgaan? Wanneer men de behandeling van straf zaken op elkaar wil afstemmen, dan had dit toch even goed gekund door aan Amsterdam voorrang te verlenen. Eventuele problemen in verband met de zaak-Maastricht zouden, wat dit be treft, in overleg met de raadsman van 'verdachte' (zoals de Minister ons lid zo fijngevoelig betitelt) kunnen wor den geè'carteerd. De zaak-Amsterdam was opgezet als proefproces. De zaak-Maastricht was zulks bepaald niet en de bewuste ex ploitant ter plaatse wil begrijpelijker wijs maar één ding: zonder kleerscheu ren op de kortst mogelijk termijn er van afzien te komen. De Nederlandse Bioscoopbond heeft in het belang van zijn leden met het en tameren van een proefproces beoogd meer duidelijkheid te verkrijgen om trent de toepassing van artikel 240 W.v.S. ten opzichte van films door in goed overleg met justitie een proefpro ces te doen starten. Met het oog op de afschaffing van de filmkeuring voor volwassenen hebben de Bond en zijn leden behoefte aan een spoedige uit spraak van de onafhankelijke rechter. Het is te betreuren, dat de verwezen lijking van dit redelijke verlangen van een aantal gezagsgetrouwe burgers zo zeer wordt bemoeilijkt. De afgepaste antwoorden van de Minister van Justi tie zijn kenmerkend voor het kille kli maat, dat de hoge justitiële functiona rissen rond de kwestie van de verto ning van pornofilms in de bioscopen hebben gecreëerd. v.T.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1977 | | pagina 6