INTERVIEW MET PER AHLIN
TALENT
RECLAMEVAK BOEIEND?
BEPPE WOLGERS
HOEVEEL TEKENINGEN?
IS IEDERE BEWEGING
PERSOONLIJK?
Per Ahlin, illustrator, decorontwerper
en regisseur, werd in 1931 in Zweden
geboren. Hij begon als commercieel te
kenaar, maar dit werk bracht persoon
lijke conflicten met zich mee, waar
door het hem niet bevredigde. Hij ging
meer en meer de richting uit van een
artistiek beroep en werd al gauw be
kend als een voortreffelijk illustrator
van omslagen van boeken en decoront
werper. Hij ontwierp decors in het Ko
ninklijke Dramatische Theater en een
aantal andere theaters. Ook ontwierp
hij decors voor de Zweedse televisie.
Daarvoor zorgde hij voor de getekende
gedeelten in 'Out of an Old Man's
Head', een film van Danielsson en Al-
fredson, terwijl hij ook een aantal te
kenfilms maakte. Eenjaar geleden be
gon hij aan Dunderklumpen en is aan
sprakelijk voor de tekeningen en de
regie. De film is in de herfst van 1974
gereed gekomen.
Het verhaal Dunderklumpen is van de
hand van Beppe Wolgers, dichter,
schrijver en acteur. Hij werd in 1928
geboren in Stockholm en was een aan
tal jaren een zeer in trek zijnde enter
tainer. Wolgers speelde een hoog ge
waardeerde rol in 'Hugo en Josefin'
van Kjell Grede.
Producer Gunnar Karlsson, in 1924 in
midden-Zweden geboren, is in Zweden
een pionier op het gebied van anima
tie. Hij begon 19 jaar geleden met het
maken van reclamefilms, maar ieder
jaar weer nadere hij meer het terrein
van artistieke expressie. De eerste
hoofdfilm, die hij maakte, was Out of
an Old Man's Head'.
Men zegt zoveel en het is ook niet ge
heel ongeloofwaardig, ook al geloof ik
dat een positieve omgeving nog belang
rijker is, als je een bepaalde aanleg
hebt. Mijn vader was meubelontwerper
en enkele van mijn voorouders hadden
een praktisch talent voor wat men
kunst noemt.
Ik heb veel te danken aan de omgeving
waarin ik ben opgegroeid. Het dorpje,
waarin ik als kind leefde, lag min of
meer geïsoleerd in een sprookjesachtig
bos en reeds heel jong voelde ik de
drang om mezelf uit te drukken. Ik
had weinig mogelijkheden om echt te
ontdekken wat ik wilde. Ik las en ging
naar de bioscoop. Ik tekende personen
en droomde. Ik was op een vrij onder
houdende manier gedwongen dingen in
mezelf te zoeken. Dit resulteerde in
positieve ervaringen. Uiteindelijk richt
te mijn opleiding zich op tekenen. Ik
werd reclametekenaar.
Ik was erg onnozel en wist niet hoe ik
mijn tekentalent moest gebruiken. Ik
begon bij een reclamebureau. Daar
maakte ik collages en paste ik teksten
in elkaar. Het was een leertijd die de
moeite waard was. Uiteindelijk ging ik
me meer specialiseren.
Mijn persoonlijke standpunt ten op
zichte van reclame, zoals dat zich in de
loop van de jaren ontwikkeld heeft,
had tot resultaat, dat ik me niet lang
met reclamewerkzaamheden bezig
houd. Ik vind ze volkomen zinloos,
maar wel leveren ze veel meer op dan
dat wat ik nu doe.
Dat ik in de richting van een meer po
sitieve kunst ging werken, was het re
sultaat van het illustreren van boeken.
In die tijd ontmoette ik mijn huidige
vrienden Danielsson en Alfredson, de
auteurs van het ongelooflijk succesvol
le werk De Appeloorlog. Ik illustreerde
hun boeken. Later, toen zij de film
Out of an Old Man's Head gingen ma
ken de producer was Gunnar Karls
son was het niet meer dan natuurlijk
dat ik aan hun werk mee zou doen,
omdat de film getekende gedeelte be
vatte. Bovendien had ik al eerder TV-
shorts gemaakt.
Dit was een terrein, waarop ik wilde
proberen mijn talent op de proef te
stellen. Dit terrein vind ik nog even
boeiend als in het begin.
Ik had de decors gemaakt voor de op
voering van een van zijn werken in het
Koninklijke Dramatische Theater.
Toen begonnen we het idee te bespre
ken. Eerst waren we van plan een film
te maken, die gebaseerd was op een
boek, dat Beppe geschreven had, maar
dat zou een film voor volwassenen zijn
geworden. Het is gemakkelijk veel
woorden te gebruiken, maar het is
moeilijker die woorden in beelden te
vertalen. En toen werden wij het eens
over het basis-idee, dat we later verder
ontwikkelden. Wij waren in positieve
zin van elkaar afhankelijk. Ik wilde een
film maken, die ik aan een groot pu
bliek zou kunnen Verkopen'. Dit hoeft
vanuit een artistiek standpunt gezien
niet negatief te zijn. In de lente van
1969 begonnen we ernstig met ideeën
te spelen. Wij zaten bij elkaar en praat
ten en schetsten. Tenslotte tekenden
we een grote kaart op de muur. Het
was de provincie Jamtland in Noord-
Zweden waar het verhaal zich zou af
spelen. Beppe heeft daar een huis en
de personages zijn van het type, die
daar samen met Beppe's kinderen op
groeiden. We tekenden en schreven
verschillende gebeurtenissen op de
kaart. In het begin vond ik het een
beetje mal, maar uiteindelijk bleek het
toch een vrij doelmatige werkwijze te
zijn. We wisten waar het om ging.
Toen gingen we afzonderlijk werken.
Beppe ging verder met het verhaal, ik
schetste de personages. Later ontmoet
ten we elkaar weer en gingen we weer
samenwerken. Ik schetste toen 1400
tekeningen in grote lijnen. Dit aantal
zegt niet veel. De ene tekening kan een
enkel beeldje in de hele film zijn en de
andere kan een hele sequence vertegen
woordigen.
Een enorm aantal. Wat er technisch ge
beurt is het volgende: je legt de teke
ningen, die op doorschijnend cellofaan
zijn gemaakt, boven op elkaar. Twee
daarvan zijn misschien zonder bewe
ging, terwijl de derde misschien bewe
ging vertoont. In vijftig seconden kun
nen meer dan vijftig tekeningen nodig
zijn. En het is mogelijk dat er in een
andere scène beweging zit in alle ge
deelten: in de achtergrond en tussen
de personages onderling. Dan zijn er al
lemachtig veel tekeningen nodig. Maar
dat is niet interessant. Waar het om
gaat, is het resultaat. Ik ben deze film
gaan maken en dat is het enige dat
meetelt.
We hebben onze staf beperkt tot een
aantal, dat vanuit een internationaal
standpunt gezien absurd moet lijken.
Onze staf is kleiner dan een staf, die
een Disney-film voorbereidde. Zo'n
Disney-film kostte vier jaar aan voor
bereiding en dan anderhalfjaar aan te
kenen. Wij moeten alles tegelijkertijd
doen, terwijl ik in het middelpunt van
de dingen sta. Ik en nog een tekenaar
maken de film, de verschillende teke
ningen en alles. Bij een grotere produk-
tie tekent de animator vrij oppervlak
kige schetsen en het zevende of achtste
beeld van iedere beweging, terwijl hij
de rest van het werk aan anderen over
laat. Hier doen wij alles zelf, zodat de
peroonlijke trekken niet door anderen
verloren gaan. Het basisgedeelte van
Dunderklumpen is niet geanimeerd.
Het is een gewone film, waarvan wij
het grootste deel reeds hebben ge
maakt. Beppe, zijn zoon Jens en een
geit zijn de enige levende personages.
Wij gebruiken verschillende technie-