Cinetol weg
LEVE CINECENTER
Directeur Cor Koppies (rechts) en zijn broer Ron voor het Cinetol theater tijdens
de toepasselijke laatste voorstelling.
Cinetol was een bioscoop als weinig
andere.
De bloeitijd lag in de jaren zestig, toen
iedereen zich betrokken voeld bij het
wel van deze buurtbioscoop in Zuid.
Cinetol zag er van buiten een beetje
vreemd uit. maar was toch wel mooi.
In de jaren dertig was het gebouw een
tempel van de Theosofen, maar tijdens
de oorlog werd het door de Duitsers
onteigend. De tempel werd een bio
scoop, Thalia, beheerd door een
NSBer. In 1946 kwam er een andere
eigenaar en werd de naam herzien in
Cultura, onderdeel van de Maatschap
pij voor Cinematografie dié aan de
Prinsengracht de befaamde bioscoop
De Uitkijk ("De goede films komen
er toch") had. Ook in Cultura werd
gemikt op kwaliteit, de betere amuse-
mentsfilm. W. Hulshoff Pol had twee
paradepaardjes, films die ieder jaar
weer teruggebracht werden: "Les_
enfants du paradis" en, in de week
voor de Kerst, "White Christmas".
In 1953 werd Cor Koppies opera
teur in Cultura, tot hij in dienst moest.
In 1958 kwam hij er uit en werd chef-
operateur van de nieuwe bioscoop het
Leidsepleintheater, die een intiem
theater was geweest, waar Wim Sonne-
veld en Toon Hermans hadden opge
treden.
Na een jaar werd Koppies bedrijfslei
der. In 1961 werd Cultura-Cinetol bin
nen de Maatschappij voor Cinemato
grafie te koop aangeboden en Koppies
kon met zijn direktie een overeen
komst sluiten. Hij werd directeur van
Cinetol.
De traditie van vertoningen van "Les
enfants du paradis" en "White Christ
mas" werd nog enkele jaren volge
houden. Maar Cinetol kreeg een pro
grammering die zelf na verloop van tijd
tot traditie werd. Er werden retrospec
tieven en cyclussen gehouden; er kwa
men nachtvoorstellingen, eerst in het
weekeinde, en later iedere nacht.
Cinetol kreeg een eigen reputatie en
een eigen publiek. Er was de Bergman
maand, een Italiaanse Fümweek, een
Russische Filmweek, er kwamen oude
Duitse films uit de jaren twintig en
dertig, er werd gepoogd het werk
Hitchcock ernstig te nemen, de films
van de Franse Nouvelle Vague kregen
speciale aandacht. Alle films van
Jeanne Moreau en alle films van Jean-
Peaul Belmondo werden gebracht.
Eddie Constantine werd als pop-ster
gelanceerd (zijn films werden door
routiniers gemaakt, maar ook ge
regisseerd door jonge aankomende
filmmakers als John Berry, Montazel,
Grimblat, Jean-Louis Richard, Marcel
Ophuls), en de films waarin Eddie on
der regie van Agnes Varda en Godard
optrad ontbraken natuurlijk niet.
Cinetol was de eerste Nederlandse
bioscoop die Straub bracht. En in
februari 1979 werd er zelfs nog een
filmweek gelanceerd. Cinetol kreeg
zijn eigen Filmbibliotheek, een reeks
boekjes die de films begeleidden.
Eerst waren het pamfletten, toen klei
ne boeken op uniform formaat, net
niet vierkant (14 bij 15), die steeds
dikker werden: op de eerste prijkte
Hitchcock en de omvang was 56 pagi
na's; de tweede was 84 pagina's, met
Belmondo voorop en Moreau achter
op. Daarna kwam er nog een uitgave
van 208 bladzijden met alles over Jaco-
petti, naar aanleiding van "Africa Ad-
dio" die in Amsterdam alleen in de Ci
netol kon draaien en die werd begeleid
met documentatie en een teach-in.
(Toen "Africa Addio" in de Cinetol
draaide, wer er een stinkbom de bio
scoop in gegooid, de enige keer dat het
gebeurde.)
Jan Blokker schreef "In de film zijn
de laatste tien jaar, merkwaardige ver
schuivingen gaande. Aan de ene kant,
als gevolg van de televisie, een aan
zienlijke teruggang van ruim zes
tig miljoen tot minder dan dertig mil
joen. Maar aan de andere kant, mis
schien ook wel als gevolg van de tele
visie, een aanzienlijke intensivering van
de belangstelling voor film Want
ook dat publiek is, zoals al gezegd, als
het ware "verschoven". Van bioscoop
bezoeker tot filmkijker, van filmkijker
tot critisch filmkijker en dat wil zeg
gen: van een passieve kijker tot een ac
tieve kijker. En met name die ontwik
keling van passiviteit naar activiteit ligt
ten grondslag aan het Cinétol-initiatief
to het behouden van enige "teach-ins"
over film Een film-alleen is niets.
Een film met toeschouwers is al een
stuk beter. Een film met toeschouwers
die boe of hoera roepen is pas een
film. Gevraagd bij de teach-ins: zulke
toeschouwers."
De achtereenvolgende maandagavon
den om tien uur 's avonds werden de
beroemde teach-ins van de Cinetol
gehouden. Er werden films en film
fragmenten getoond en er werd ge
discussieerd over film en politiek, over
de Nederlandse Film, over de vraag of
Ingmar Bergman een charlatan was, of
Hitchcock een kunstenaar was en of de
Nederlandse documentaire een toe
komst had. Honderden toeschouwers
mengden zich in de discussies die door
inleiders als Jan Blokker, J.A. (Nol)
van Dijk, Charles Boost, Hans Saaltink,
H. Wielek en Wim Verstappen op gang
werden geholpen. De debatten gingen
tot vijf uur 's morgens door (tot cha
grijn van de geliefde huispoes Mickey
die uit zijn doen raakte), waarna het
gesprek tot het eerste daglicht op het
trottoir werd voortgezet. Dat was de
cinecenter
glorietijd van Cinetol, toen velen zich
betrokken voelde bij film en de bio
scoop waar hun films werden gedraaid.
Cinetol werd een monument. Maar
later werd het een gebouw op de Mo
numentenlijst, met een door de ge
meente verandere bestemming, Cinetol
ging 26 augustus 1979 dicht.
Cinecenter gaat 20 september 1979
open.
En de geest van Cinetol waart in Cine
center aan de Lijnbaansgracht.
zie ook pag. 4