dit
n
ER
Polyester 35mm-f ilmmateriaal
op komst?
Tweewekelijkse
uitgave van de
Nederlandse Bioscoopbond
nummer 3
13 februari 1981
Redactie en administratie:
Postbus 5048
1007 AA Amsterdam
Tel: 020- 79 92 61
Hoofdredacteur:
J.Th. van Taalingen
Eindredacteur:
Bart Eldering
Advertenties:
Drukkerij Poortpers b.v.
Torensteeg 3,
1012 TH Amsterdam
Tel: 020-23 14 85
Polyester 35 mm-filmmateriaal
op komst
pagina 1
Produktie
pagina 2
Buitenlands nieuws
pagina 3
Nieuwe bioscopen
pagina 4-5
Produktie
pagina 6
Bondsnieuws
pagina 7
Premières
pagina 8
Het is al weer vele jaren geleden dat wij in ons toenmalige bondsor
gaan melding maakten van een zeer sterke nieuwe drager voor 35 mm-
rïlm, bekend onder de naam mylar.
Sedertdien werd daarvan nog vaak gehoord als polyester materiaal,
dat werd gebruikt voor röntgen fotografie, microfilm en later ook 8
mm en enige toepassingen van 16 mm-filmmateriaal.
Voor 35 mm-film bleef de toepassing achterwege ondanks de vele
gunstige eigenschappen. Het polyester materiaal was namelijk té sterk
en men vreesde zowel in het laboratorium- als in het bioscoopbe
drijf, dat bij onverhoopt vastlopen van de film, de machinerie zwaar
zou worden beschadigd en niet de film!
Ergens is dit juist omdat de trekvastheid van de polyester film vele
malen groter is dan die van het algemeen in gebruik zijnde tri-ace
taatmateriaal. Het komt echter zelden voor dat de film bijvoorbeeld
in een projector zodanig vastloopt dat wegens de sterkte van het
filmmateriaal de transportrollen respectievelijk het aandrijfmecha-
nisme ernstige schade zouden kunnen lijden. Toch werd dit risico
sterk op de voorgrond geplaatst, waardoor de introductie in de 35
mm-sector aanzienlijk is vertraagd. Een bijkomend nadeel was
destijds nog dat het polyester materiaal niet op de conventionele
wijze gelast/geplakt kon worden. Daarvoor waren tapelassen of de
hoog frequente lasmethode nodig. Tapelassen kwamen indertijd nog
slechts weinig voor, doch zijn thans gemeengoed geworden. De
hoogfrequente of thermische lasmethoden waren en zijn voorbehou
den aan de laboratoria.
Naarmate het euvel der filmbeschadigingen, o.a. door een toenemend
gebrek aan vakbekwame operateurs en soms ook door het gebruik
van ongeschikt kopiemateriaal, steeds ernstiger vormen ging aanne
men, werd de belangstelling voor het sterke dragermateriaal groter
vooral omdat het vrijwel uitgesloten was om de gevreesde perforatie
beschadigingen te veroorzaken.
De vooroordelen waren echter groot en ook de onbekendheid speelde
een rol zodat pas enkele jaren geleden door Agfa Gevaert in de
Verenigde Staten een grondig onderzoek naar de voor- en nadelen
van de polyester film werd ingesteld met het doel ook op 35 min
gebied het triacetaatmateriaal te vervangen door polyester.
De Agfa Gevaert fabrieken in Mortsel, België zijn nl. de grootste
producenten/ leveranciers ter wereld van dit materiaal. De resultaten
van dit onderzoek waren positief ten opzichte van de polyester films.
Dit heeft er klaarblijkelijk toe geleid dat de belangstelling voor
polyester materiaal toeneemt en zo ook het internationale gebruik.
Dit is zeker mede debet aan de voortschrijdende automatisering in
het bioscoopbedrijf.
In ons land zullen, naar wij vernemen, binnenkort ook proeven met
kopieën van Nederlandse films worden genomen, waarbij de gebrui
kers vanzelfsprekend nauwkeurig zullen worden geihformeerd. Het
materiaal is niet duurder, nauwelijks dunner (vroeger wel) en véél
sterker. De levensduur moet dan ook tenminste het dubbele van het
huidige materiaal bedragen. Alleen de mogelijkheden van de zogehe
ten beeldbeschadigingen bekabeling, beregening blijven onge
wijzigd, aangezien ook de emulsie waarin deze beschadigingen
onstaan dezelfde blijft.
Perforatieschade is echter de ernstige vorm van filmschade en deze
zal, zoals gezegd, vrijwel onmogelijk zijn.
Wij zien de proefnemingen uiteraard met grote belangstelling tege
moet en zullen U zeker op de hoogte houden.
FILM
ISSN 0166-1477
i NEDERLANDSE BIOSCOOPBOND
Bij de voorplaat:
Een fish-eye opname van de zaal
van Metro 1 in Purmerend