JURYRAPPORT
PROGRAMMA CANNES '81
De jury die zich op verzoek van het
Bestuur van de Audiovisuele Beroeps
vereniging NBF heeft beraden over de
vraag welke personen of instellingen in
aanmerking zouden kunnen komen
voor de Cinemagiaprijs 1980, is na
zorgvuldige afweging tot het unanieme
oordeel gekomen dat professor doctor
J.M. Peters, hoogleraar in de Filmkun
de en de Audiovisuele Communicatie
media en publicist wordt voorgedragen.
In haar oordeel heeft de jury uitdruk
kelijk het gehele publicistische oeuvre
van Peters betrokken en, onlosmake
lijk daarvan, het feit dat hij animator
mede-oprichter en eerste direkteur van
de Nederlandse Filmacademie is ge
weest.
In die zin moet de prijs ook worden
gezien als een honorering voor het sti
mulerende werk dat Peters voor de Ne
derlandse film en Nederlandse filmers
heeft verricht.
Dat de jury eensluidend adviseerde de
prijs dit jaar toe te kennen aan profes
sor Peters, zal geen verwondering wek
ken. Immers, wie de reglementaire
voorwaarde van de Cinemagia-prijs
leest, i.e. ter erkenning van opval
lend goede publicistische prestaties op
het gebied van de film, televisie en
overige audiovisuele media" zal daarbij
welhaast automatisch aan zijn naam
denken.
Een man die, in 1950 als eerste Neder
lander promoveerde op "de film" en
die zich sedert ruim dertig jaar onafge
broken en succesvol heeft beijverd om
in Nederland het "film-denken" te in
troduceren.
In een land dat indertijd werd om
schreven als "een bioscoopland, geen
"filmland", "dat een filmbedrijf kent
en geen film-traditie, dat rijk is aan
cineasten en arm aan filmmakers, waar
over film wordt gepraat en zelden over
film wordt gedacht, laat staan nage
dacht", heeft Peters als één der zeer
weinigen op een unieke en markante
wijze de wetenschappelijke analyse van
het Fenomeen Film geïnitieerd;
in zijn talrijke artikelen en beschou
wingen, colleges en boeken, heeft hij
bewerkstelligd dat de eertijds geringe
waardering voor een wetenschappelijke
benadering van de audiovisuele com
municatiemiddelen gegroeid en nog
groeiende is. En daarmee heeft hij in
niet geringe mate bijgedragen tot de
verandering in status van de film: die
tegenwoordig in het algemeen niet
meer als het ondergeschoven stiefkind
je in het Rijk der Kunsten wordt be
schouwd.
Zijn studie van de fenomenologie van
het "mechanisch beeld" werd daarbij
niet gekoesterd in de spreekwoordelijke
ivoren toren. Peters wist en weet zijn
wetenschapsbeoefening dienstbaar te
maken aan de praktijk en in die zin
vormt zijn oeuvre het theoretisch
raamwerk voor de praktijk van het
filmvak.
Voor velen betekende en betekent zijn
werk een eerste kennismaking met de
film; een kennismaking die onder in
vloed daarvan dikwijls kon uitgroeien
tot belangstelling, inzicht en tot liefde
voor het vak.
Zoals eens over hem werd geschreven:
"Hij ontneemt de argeloosheid van het
film- en t.v.-kijken en verscherpt daar
mee de belangstelling voor wat er
eigenlijk gebeurt."
Niet alleen in de zin van kennis-over
dracht, maar vooral in het kader van
de eigen motivatie, de eigen beweegre-
In het hoofdprogramma zijn 21 films opgenomen afkomstig uit 13 landen. Het
festival wordt geopend met "Tre Fratelli" van Francesco Rosi (buiten mededin
ging) en gesloten met "Honeysuckle Rosé" van Jerry Schatzberg (eveneens bui-
te mededinging).
Het is mogelijk dat nog een 22ste film aan het programma zal worden toege
voegd. De uitverkoren films zijn:
Patrimonio Nacional van Luis Berlanga (Spanje)
Neige van Juliet Berto en Jean -Henri Roger (Frankrijk)
La Tragedia di un Uomo Ridicolo van Bernardo Bertolucci (Italië)
Beau Père van Bertrand Blier (Frankrijk)
Excalibur van John Boorman (Ierland)
Engel aus Eisen van Thomas Brasch (West-Duitsland)
La Pelle van Liliana Cavani (Italië)
Heaven's Gate van Michael Cimino (V.S.)
Cserepek (Quarantaine) van Istvan Gaal (Hongarije)
Tulipaa (Hart van Vuur) van Pirjo Honkasalo en Pekka Letho (Finland)
Chariots of Fire van Hugh Hudson (Engeland)
Quartet van James Ivory (Engeland)
Les Uns et les Autres van Claude Lelouch (Frankrijk)
Looks and Smiles van Ken Loach (Engeland)
Montenegro van Dusan Makavejev (Zweden/Joegoslavië)
Violent Streets van Michael Mann (V.S.)
Passione d'Amore van Ettore Scola (Italië)
Mephisto van Istvan Szabo (Hongarije)
Light Years Away van Alain Tanner (Frankrijk/Zwitserland)
Possession van Andrjez Zulawski (Frankrijk/West Duitsland)
The Fact van Almantas Grukiavicius (Rusland)
Regisseur John Boorman hanteert het zwaard "Excalibur" ten behoeve een
regie-aanwijzing voor zijn gelijknamige film.