RIJKSBEGROTING 'FILM' 1983
Subsidies en andere uitgaven voor Film
1Subsidies en andere uitgaven voor instellingen en
het Nederlandse filmwezen
2. Subsidies en andere uitgaven voor manifestaties in
binnen- en buitenland
Subsidies voor de vervaardiging van films
1. Subsidies voor de vervaardiging van korte kunstzinnige
en culturele films
2. Subsidies voor de vervaardiging van films die als
onderwerp hebben de werkgebieden van het Ministerie
van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en
andere uitgaven
Aangewezen voor toepassing van artikel 12 van de
Comptabiliteitswet 1976 tot een maximum van
Aan te gane resp. aangegane verplichtingen, die in latere
jaren tot betaling zullen leiden
Subsidies aan Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films
Geraamd
voor
1983
2.905.000.-
2.447.000-
458.000-
3.850.000.-
3.350.000-
500.000,-
2.100.000-
3.500.000.-
5.337.000.-
Toegestaan
voor
1982
f.
2.208.000.-
1.850.000-
358.000-
3.850.000,--
3.350.000,-
500.000-
7.100.000.-
3.500.000.-
5.261.000.-
Toelichting van de Minister
Analyse
Reeds geruime tijd wordt het be
lang van het inrichten van een film
fonds van vele kanten onderkend.
Dit fonds zou, zeker voorlopig,
moeten functioneren naast het be
staande produktiefonds. Een ander
onderwerp dat aandacht behoeft is
de (verdere) samenwerking tussen
filmproducenten en omroeporgani
saties. Ook dient genoemd te wor
den het vraagstuk van de distributie
en vertoning van films, zowel in
binnen- als in buitenland.
Benadering
De voorbereidingen voor de oprich
ting van de Stichting Fonds voor de
Nederlandse film zijn in het sta
dium gekomen dat verwacht mag
worden dat het fonds in het komen
de begrotingsjaar met zijn werk
zaamheden een begin kan maken.
Bezien wordt op welke wijze de
werkzaamheden van dit fonds en
die van het reeds bestaande produk
tiefonds zo goed mogelijk op elkaar
kunnen worden afgestemd.
In het thans lopende jaar is, onder
auspiciën van dit departement, een
regeling tot stand gekomen tussen
het produktiefonds en de omroe
pen. In het komende jaar wordt na
gegaan in hoeverre de overeenkomst
aan de verwachtingen beantwoordt,
dan wel bijstelling behoeft. De NOS
zal worden verzocht een bijdrage
aan de middelen van het nieuwe
filmfonds te leveren.
Beleidsvoornemens
Mijn beleid met betrekking tot het
Filmmuseum is erop gericht om
enerzijds de achterstand in de con
servering in te lopen en anderzijds
het museum meer toegankelijk te
maken en meer publieksgericht te
doen functioneren. In dat verband
overweeg ik het op te richten fonds
te huisvesten in het filmmuseum.
Ten aanzien van de distributie en de
vertoning van films wil ik het initia
tief nemen te bezien welke moge
lijkheden er bestaan om te komen
tot een vorm van samenwerking
tussen het alternatieve circuit en de
bioscopen. Van grote waarde acht
ik ook een verbetering van de distri
butie van Nederlandse films in het
buitenland. Daartoe zal ik in over
leg treden met alle betrokkenen en
bezien of het dienstig is te komen
tot een afzonderlijke exportorga
nisatie.
Commentaar
Ten aanzien van de begrotingscijfers
valt op te merken, dat onder het
hoofd "Toegestaan voor 1982" nog
geen rekening is gehouden met de
korting op het subsidie aan het
Productiefonds voor Nederlandse
Films van f 500.000,-. Hetzelfde
bedrag is gekort op het subsidie
voor de korte kunstzinnige en cul
turele film. De raming voor 1983
is in beide gevallan zodanig, dat,
naar mag worden aangeomen, deze
kortingen niet permanent bedoeld
zijn. De subsidiebedragen in kwestie
1