kent, bovendien nog weinig betaalt,
maakt het voor de omroep naast
hoge kijkdichtheid- en waarderings
cijfers extra aantrekkelijk.
Het film- en bioscoopbedrijf wil aan
een voor alle partijen redelijke op
lossing meewerken, mits rekening
wordt gehouden met de uiterst
moeilijke positie waarin het ver
keert. Hierbij komt nog, dat het
film- en bioscoopbedrijf v*ooTzijn
programmering volledig afhankelijk
is van de bioscoopfilm. De televisie
heeft tal van andere mogelijkheden
om populaire programma's te bren
gen: quiz, show, televisiefilm, tele
visieseries van Nederlandse of
buitenlandse oorsprong enz.
Het is een kwestie van geven en ne
men. Frankrijk is een schoolvoor
beeld van hoe 't zou moeten zijn.
De film wordt daar beschermd als
een medium dat in het licht van de
audiovisuele ontwikkeling van zeer
groot belang is. In het bijzonder
geldt dit voor de bioscoopfilm. Het
voortbestaan van de bioscoop als
economische basis van de filmpro-
duktie en -exploitatie is onontbeer
lijk voor het voortbestaan van de
film. Vandaar de zeer genuanceerde
politiek van de Franse overheid, die
aan de ene kant de filmproduktie
en -exploitatie door allerlei finan
ciële en fiscale maatregelen bevor
dert en streeft naar samenwerking
tussen televisie en filmindustrie,
doch aan de andere kant de bio
scoopexploitatie beschermt tegen
vormen van concurrentie die de po
sitie van de bioscoop in gevaar kun
nen brengen.
Met deze geavanceerde politiek zijn
alle partijen gebaat. Simon van Col-
lem, die in film- en bioscoopkringen
een zeer gewaardeerd man is, is aan
een dergelijke genuanceerde bena
dering in dit geval niet toegekomen.
KONINKLIJK BEZOEK
De première van 'Als je begrijpt wat
ik bedoel' op 3 februari j.l. werd
opgeluisterd door de aanwezigheid
van H.K.H. Prinses Juliana en
Z.K.H. Prins Bernhard. Het Prinse
lijk paar werd bij zijn aankomst in
het Tuschinski Theater verwelkomd
door producent Rob Houwer en
zijn dochter en door de heer Hubert
van Tuschinski.
Foto: A.N.P.