Bij het overlijden van Max Gerschtanowitz
Hoewel ons erelid Max Gerschtano
witz al enige tijd ziek was, kwam
het bericht van zijn heengaan toch
geheel onverwacht en heeft dit bij
de leden van de Nederlandse Bio
scoopbond en zijn vele relaties een
grote schok veroorzaakt.
Max Gerschtanowitz behoorde tot
de steeds kleiner wordende kring
van personen die de ontwikkeling
van de cinematografie in de uitoefe
ning van hun werkzaamheden heb
ben meegemaakt gedurende een
zeer lange periode, die mede voor
oorlogse jaren omvat. Men zou hem
echter tekort doen, indien niet te
vens zijn positieve invloed op die
ontwikkeling, zeker wat Nederland
aangaat, in aanmerking zou worden
genomen.
Film en bioscoop hebben in het le
ven Max Gerschtanowitz een cen
trale plaats ingenomen. Hij heeft in
de na-oorlogse periode tot 1975,
het jaar waarin hij zich uit de zaak
terugtrok, leiding gegeven aan het
Tuschinski-concern. In die hoedanig
heid heeft hij zijn grote capaciteiten
als bioscoopexploitant én als film
verhuurder getoond. Ook heeft hij
de vertoningsmogelijkheden van de
nationale films binnen zijn onder
neming krachtig bevorderd,
ledere tijd heeft zijn eigen proble
men. Max Gerschtanowitz heeft die
problemen in zijn tijd in ruime
mate gekend. In het bijzonder val
len dan de jaren van opbouw na de
oorlog op, alsook de zestiger jaren,
die werden gekenmerkt door een
continue daling van het bioscoop
bezoek onder invloed van de wijzi
gingen in het patroon van de vrije
tijdsbesteding en wel speciaal de op
komst van de televisie. Hij heeft alle
moeilijkheden weten te overwinnen
en de sterke positie van zijn onder
neming op film- en bioscoopgebied
door de jaren heen weten te hand
haven, dank zij zijn enorme kennis
van zaken en ervaring en vooral ook
zijn zakelijk inzicht. Zijn grote ver
diensten zijn van overheidswege er
kend, getuige zijn benoeming tot
Officier in de Orde van Oranje-
Nassau bij gelegenheid van het vijf
tigjarig bestaan van het Tuschinski
Theater te Amsterdam.
Het ligt voor de hand, dat Max
Gerschtanowitz, gezien zijn grote
capaciteiten, ook een belangrijke
rol heeft vervuld in de Nederlandse
Bioscoopbond. Hij maakte onder
meer deel uit van het Hoofdbestuur
en vervulde in dit college de functie
van penningmeester. Hij was voorts
voorzitter van de Afdeling Bio
scoopexploitanten. Daarnaast be
kleedde hij enige andere vooraan
staande functies. Hij was vijftien
jaar bestuurslid van de Stichting
Productiefonds voor Nederlandse
Films, welke functie hij nog maar
betrekkelijk kort geleden heeft
neergelegd. Hij was in het Produc
tiefonds een uiterst gewaardeerd be
stuurder, die op zeer positieve wijze
heeft bijgedragen tot de besluitvor
ming in het belang van de Neder
landse hoofdfilmproduktie. Hij was
ook tal van jaren lid van de Raad
van Beheer van de Stichting Neder
landse Filmstudio en liefst 25 jaar
bestuurder van de Stichting Bio-
Vacantie-oord (thans Bio-Kinderre-
validatie), waarvan acht jaar voor
zitter.
Voor zijn vele en belangrijke dien
sten, de Nederlandse Bioscoopbond
in een groot aantal functies bewe
zen, werd Max Gerschtanowitz in
1975 tot erelid benoemd.
Max Gerschtanowitz was iemand
die het leven bijna tot het laatst toe
heeft geleefd. Dit zal voor zijn
vrouw, zijn zoons en de verdere fa
milie een troost zijn bij al het ver
driet dat zijn overlijden teweeg
brengt. Een markante en warme
persoonlijkheid is van ons heenge
gaan. Wij bewaren aan hem de aller
beste herinneringen.
In 1975 ontving Max Gerschtanowitz uit
handen van de toenmalige Bondsvoorzitter de
heer J. Nijland de oorkonde behorende bij het
erelidmaatschap van de Nederlandse Bioscoop
bond.
Tijdens het Filmfestival in Cannes in 1982
behoorde Max Gerschtanowitz tot de gasten
op de Nederlandse ontvangst. Hier in gesprek
met regisseur Jan Vrijman, in het midden de
heer P.W.A. de Man